De wilde keuken van Wouter Klootwijk
Vrijdag, Nederland 2, 20.25-20.55 uur
‘Ik ben benieuwd naar het vervolg,’ zegt Roselinde Goselink, ‘want daar komt hij natuurlijk niet zomaar uit.’ Zij is verbonden aan Livestock Research Lelystad, een onderzoekscentrum van Wageningen UR (University and Research Centre), en gespecialiseerd in diervoeding. ‘De celwand van gras maakt het onmogelijk voor mensen om het te eten. Om die vezels te kunnen afbreken heb je bepaalde bacteriën nodig, liefst in een extra maag, zoals koeien die hebben.’ Oftewel: ‘Het is de pens die het verschil maakt.’ Om van het herkauwen nog maar te zwijgen. ‘Ik denk dat wij het niet prettig zouden vinden om wat we gegeten hebben weer op te boeren,’ vult Jan Rinze van der Schoot aan, als grasdeskundige werkzaam bij Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, eveneens onderdeel van Wageningen ur en gevestigd aan de noordwestelijke rand van de Flevopolder. Hij houdt zich bezig met het bestuderen van de ideale groeiomstandigheden voor verschillende soorten gras en de daaruit voortvloeiende gebruiksmogelijkheden ervan. Kort samengevat: ‘Een picknickveldje aan een vijver moet aan andere voorwaarden voldoen dan een weiland. Het gebruiksdoel en het onderhoud bepalen welke grassoort waar het meest geschikt is.’ De resultaten van zijn werk verschijnen onder andere in de jaarlijkse Grasgids (voor recreatiegrassen) of Rassenlijst (voor de veehouderij); naslagwerken voor ieder die op een professionele manier met gras te maken heeft, zoals gazonverkopers, sportveldbeheerders en boeren.