de verdwenen elfstedentocht

Kees Sluys ,

Terwijl de NOS op 4 januari 1997 groots uitpakte voor de Elfstedentocht (winnaar: Henk Angenent) waren die dag ook tal van VPRO-filmers in Friesland actief. Maar waar bleef de uitzending?

Andere tijden sport
Zondag, Nederland 1, 22.15-22.50 uur 

Wie wat bewaart, die heeft wat.
Toen Marnix Koolhaas een jaar of vijf geleden weer eens in gesprek raakte met de beheerder van het VPRO-archief, vertelde deze hem achteloos dat hij een doos had gevonden met daarop de tekst: ‘Elfstedentocht’. Of Koolhaas, Elfstedenkenner pur sang, dus maar gauw even langs wilde komen, anders zou hij de boel wegkieperen.
Koolhaas was blij verrast toen hij die doos opende: ‘Een hele berg ruw filmmateriaal. Zo te zien was het een project van lang geleden. Er zaten twee afgemonteerde programma’s bij, waaronder Het derde kruis, gemaakt door John Appel. Die hebben we later, in het kader van een Elfstedenspecial, geprogrammeerd voor het themakanaal van Geschiedenis24. Aan de rest van het materiaal ben ik toen niet toegekomen, maar ik heb wel zegd: Bewaar het! Daar gaan we nog een keer wat mee doen.’
Toen er plannen moesten komen voor het nieuwe seizoen van Andere tijden sport sprak hij er weer eens over met eindredacteur Dirk-Jan Roeleven en werd er besloten een uitzending aan het vergeten materiaal te wijden.
‘Tot dan toe had ik ook het papieren archief nog niet gezien, dus ik wist totaal niet wat voor het project het precies was,’ zegt Koolhaas. ‘Maar naderhand begreep ik dat het de bedoeling was dat er veel prachtige beelden geschoten moesten worden waaruit vervolgens door Cherry Duyns een allesovertreffend meesterwerk zou moeten worden gedestilleerd. Een beetje zoals Bob Uschi werkte in de tijd dat de radiodocumentaire nog groots en meeslepend was en men uitkeek naar de nieuwe Uschi. Die bedacht een onderwerp, stuurde allerlei mensen op pad, kreeg een bak vol banden en ging daarmee in de studio aan de slag.’
Koolhaas vindt het enigszins wonderlijk dat men destijds niet van zijn expertise gebruik heeft gemaakt. Al is hij wel zo reëel te bekennen dat hij daarmee nog niet heel erg naar buiten was getreden. Niettemin: ‘Het typeert wel de scheiding die er destijds bestond tussen radio en televisie.’

Ode
Carine Eijsbouts, destijds bureauredacteur bij de werkgroep doumentaires onder leiding van Cherry Duyns, kan die kloof alleen maar bevestigen. ‘Absoluut. Radio en televisie waren toen nog enorm gescheiden eilanden. Maar ik denk ook dat niemand bij ons toen wist dat Marnix de grote Elfstedentocht­kenner was. Als ik me goed herinner kwam het idee voor de film van Pieter Verhoeff, zelf een Fries. In 1996, toen er een Elfstedentocht leek aan te komen, hadden we het er al eens over gehad. En toen de tocht in 1997 echt door leek te gaan hebben we een hele groep documentairemakers met wie we veel werkten bij elkaar geroepen en hebben we in een zaaltje in café Eik en Linde vergaderd. Heddy Honigmann was er bij, Paul Cohen, Maarten Schmidt en Thomas Doebele, Frans Bromet, Hank Onrust, John Appel en nog een paar. Er kwamen al snel allerlei ideeën op tafel, het enthousiasme was groot. En Cherry was zo’n beetje de spin in het web.
De intentie was om een caleidoscopisch verhaal te maken door verschillende mensen te volgen en gebeurtenissen te schetsen, en dat alles te verweven tot een mooi verhaal. Los van de wedstrijd en de actualiteit. Het moest een ode aan de Elfstedentocht worden.
Ik weet niet of Cherry ooit op schaatsen heeft gestaan, maar zijn motto was altijd: de wereld weerspiegeld in een dauwdroppel. Al die kleine dingetjes zeggen een heleboel over de Nederlandse samenleving. De Nederlandse verbondenheid met de schaatssport, daar zag hij wel de heroïek en het mooie van in.
Maar ik denk dat het geheel te lijden heeft gehad onder de korte voorbereidingstijd. Het ging razendsnel ineens, het was kort na Nieuwjaar, dus iedereen kwam net weer wakker uit de roes van de feestdagen. Opeens, op 4 januari, was de tocht er.’
En vloog men uit.

Tegendraads
‘Bedoeling was dat het materiaal tot een lopend verhaal gemonteerd zou worden met daarbij een voice-over van Pieter of Cherry.
Maar volgens mij viel de opbrengst tegen. Misschien hadden we nog veel meer mensen op pad moeten sturen om tot een substantieel verhaal te kunnen komen. Er ontbrak een hoofdlijn in het verhaal. Ik denk dat het materiaal te verkruimeld was en niet voldoende om daar het mooie epos van te maken dat we in gedachten hadden. En er was, als ik het me goed herinner, ook een financieel probleem. Want je kunt zoiets wel proberen, maar dan zit er toch iemand zeker twee maanden, zo niet langer, op al dat materiaal te ploeteren.’
Het lukte dus niet en vervolgens kwam al het materiaal in een grote doos terecht. ‘Ja, het zal best een lieve duit hebben gekost. Regisseurs van naam en faam met camera en geluid twee dagen op pad. Maar dat gebeurt natuurlijk vaker en is soms onvermijdelijk. Anders komt er niets tot stand. En in dit geval konden we niet zeggen: laten we er eerst nog eens rustig over praten. Want dan was het momentum al voorbij.’
Zonder experiment geen vernieuwing. En dan mislukt er maar eens wat. Koolhaas kan dat laatste alleen maar beamen: ‘In de uitzending hebben we in ieder geval drie mooie hoofdpersonen. John heeft gewoon een concreet verhaal verteld en een schaatser van a tot z gevolgd gevolgd die voor de derde keer zijn Elfstedenkruisje ging halen. En Hans Heijnen heeft het leukste item gemaakt, over de brugwachter van Warns, die een hekel aan de Elfstedentocht heeft. Kijk, dat is nou echt VPRO, tegendraads! Moet hij de brug openzetten, zie je hem verveeld onderuit gezakt zitten met in zijn handen een zeilsportblad. Die man is een zeiler, die heeft gewoon een hekel aan ijs. Hij is blij als al die drukte en al dat gedoe weer voorbij is. Die drie hoofdpersonen hebben we er uitgelicht en daar doorheen snijden we op een quasi- VPRO -achtige manier ander materiaal. En daar zit ook natuurlijk prachtig spul tussen.’
Alsook beelden, die geïnterpreteerd zouden kunnen worden als ‘VPRO -arrogant’. Koolhaas: ‘Je ziet een helikopter boven de NOS-helikopter hangen, die daar laag bij de grond gewoon haar werk doet en heel professioneel mooie beelden levert. Maar de beelden vanuit de VPRO-helikopter zijn gewoon slecht en wiebelig.’

Op de plank
Overigens heeft Carine Eijsbouts een kleine tien jaar geleden, toen ze even tijd had, op verzoek van de toenmalige VPRO -directeur Peter Schrurs een stuk geschreven over het tweede leven van film- en geluidmateriaal.
‘Toen heb ik een ruwe inventarisatie gemaakt van wat er allemaal is, ook bij de radio. Ik heb het “Bob Dylan op de plank” genoemd; want er bleek nog een vergeten opname van hem op de plank te liggen. Zo moeten er nog veel meer unieke dingen rondslingeren.
Binnenkort wordt de VPRO Villa heringericht en denk ik dat er wel weer heel veel uit allerlei kasten zal rollen. Het zou heel goed zijn als iemand daar eens intensief en structureel naar zou gaan kijken.’

John Appel, een van de filmers die in 1997 de Elfstedentocht voor de VPRO volgden, kan redelijk schaatsen maar is niet het voorbeeld van de fervente liefhebber die bij de minste of geringste vorst al op de ijzers staat. Liever zit hij, het hele jaar door, op de racefiets. Hij vond en vindt zo’n gezamelijk project nog steeds een heel mooi idee. Nadat een eerste poging tot montage niet was geslaagd, vroeg Cherry Duyns hem om er alsnog een anderhalf, twee uur durend geheel van te maken.
Appel: ‘Is niet gelukt, het was zulk onsamenhangend materiaal. Maar nu, zeventien jaar later, heeft het natuurlijk toch een bepaalde waarde. Het is historisch materiaal van de laatste verreden Elfstedentocht.’

Hank Onrust herinnert zich dat hij bij die Elfstedentocht in een hotelletje gelegerd was samen met een cameraman. ‘Die beklaagde zich hevig over mijn gesnurk. We hebben diverse mensen en deelnemers langs het parcours gefilmd en we hadden een bord bij ons met “VPRO” erop. Een vrouw bleek de dochter van een boer, die om vier uur de koeien ging melken, zich vervolgens bij de start meldde, de tocht uitreed en zich vervolgens weer naar huis spoedde om de koeien weer te melken. We hebben ook deelnemers in het donker gefilmd, die langs al die hossende toeschouwers weer de nacht in reden. Ik geloof dat het bij de laatste stempelpost was dat we iemand filmden wiens schaats in tweeën was gebroken. Natuurlijk wilde hij per se doorgaan. Kocht hij van iemand ter plekke een paar, te kleine, schaatsen. Sneed een punt uit de schoen en reed weer verder.’
Kan Onrust zelf schaatsen? ‘Het is in 1963 nog even bij me opgekomen om aan de Elfstedentocht mee te doen. Ik was 22 en kon redelijk schaatsen. Ik heb toen vanuit Leiden de Molentocht gereden, 90 kilometer. Maar ik denk dat het verstandig is geweest om niet aan die Elfstedentocht mee te doen.’