De wilde keuken van Wouter Klootwijk
Nederland 2, 20.25-20.55 uur
Hij vindt het zelf ook een beetje gek klinken, nu hij het zo hardop zegt, maar culinair journalist Wouter Klootwijk geniet enorm van z’n eigen programma. Zowel van het maken als van het kijken. ‘Ik moest deze week voice-overs inspreken en toen ik sommige beelden terugzag, viel mijn mond weer open van verbazing. Ik geniet me helemaal kapot van dingen die ik zelf heb gemaakt.’ Gelukkig is Klootwijk niet de enige die zo enthousiast is, zijn kijkers zijn enorm trouw en heel serieus.
Fijn dus dat De wilde keuken weer begint aan een vers seizoen, waarin ons weer veel moois te wachten staat: haantjes die drie keer zo duur zijn als hun zusjes, maar die hetzelfde smaken. Wolhandkrabben, die volgens biologen een regelrechte plaag zijn voor ons binnenwater, maar die door goocheme Nederlandse palingvissers levend naar China verscheept worden, waar er goud geld voor wordt betaald. En dan is er de aflevering over saus, waarin we leren dat de basis van saus rotte vis is. Interessant wordt ook de aflevering over kant-en-klaarmaaltijden. ‘We zijn in een fabriek geweest in België en die maakt een kant-en-klaarmaaltijden! Als je die eet, denk je: waarom heb ik eigenlijk nog een keuken? Dat is trouwens niet de boodschap van het programma. We hebben sowieso geen boodschap. Het gaat om mijn kijk op dingen. Dus ik vertel in die aflevering dat het summum van een kant-en-klaarmaaltijd voor mij een loempia is. Ik eet ze trouwens nog maar zelden, maar van een loempia kun je heel gelukkig worden.’
Gevraagd naar de aflevering die we in elk geval niet mogen missen, moet Klootwijk lang nadenken. ‘Ik ben nog steeds verbaasd over onze aflevering over friet. Je denkt: friet, dat zijn aardappelen. Het begon met een tip van mijn aardappelboer en we komen uiteindelijk in China terecht. Je weet echt niet wat je dan ziet. We konden onze ogen niet geloven.’ Hij wil bijna onthullen wat hij daar zag, maar houdt net op tijd zijn mond. Friet in China, kijken dus.