De onderkoning – De strijd om de grondwet
Zaterdag, Nederland 2, 20.20-21.15 uur
Als Napoleon in 1813 flink klop heeft gekregen bij Leipzig, trekken de Fransen zich ook geleidelijk terug uit Nederland, waar ze al sinds 1795 de baas zijn.
In Den Haag wagen drie bestuurders, Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum, dan een opstand en vormen een Voorlopig Bewind. Uit vrees voor anarchie of inlijving van Nederland bij Pruisen of Engeland, besluit Van Hogendorp een jeugdvriend, de vrijwel vergeten prins Willem Frederik van Oranje-Nassau die in ballingschap in Engeland verblijft, naar Nederland te halen. Een waagstuk, want hoe zouden de Franse bezetter en het volk op deze importvorst in spe reageren?
Het valt mee, de prins landt op het strand van Scheveningen, krijgt een warm onthaal en wordt in triomf naar Den Haag gebracht. Maar het eerste treffen tussen Van Hogendorp en Willem zet al meteen de toon voor een moeizame verstandhouding waarbij het tussen beiden niet meer goed komt: koeltjes overhandigt Willem de door Van Hogendorp geïnspireerde proclamatie, waarin Nederland zich vrij verklaart van Frankrijk, aan diezelfde Van Hogendorp, waarna Willem met tegenzin diens uitgestoken hand schudt. Ofschoon beiden op elkaar zijn aangewezen – er moet bijvoorbeeld nog overeenstemming over een grondwet worden bereikt – ontstaat een controverse waarin Van Hogendorp zes jaar later definitief het onderspit delft.