Actrice Lotte Verbeek paart haar filmsterrenuiterlijk aan Hollandse nuchterheid. In de geschiedenisfictieserie The Borgias is ze de tegenspeelster van Jeremy Irons.

The Borgias
Nederland 2, 22.35-23.35 uur

In Urszula Antoniaks film Nothing Personal speelde u een einzelgänger die zich alleen tegen wil en dank verbindt aan een man. In The Borgias gaat u juist heel bewust een verbintenis aan, en wel met een van de machtigste mannen op aarde: de paus.

Lotte Verbeek: ‘Giulia Farnese is de minnares van de paus en een echte intrigante. Haar personage gaat over de wetten van schoonheid en macht. Binnen het kader van wat een vrouw betekende in die tijd, en binnen de mannenmaatschappij van het Vaticaan, kwam zij een heel end. Farnese zet niet alleen haar schoonheid volop in, maar praat op een gegeven moment ook mee over politiek. Dit soort thema’s vertaalt zich moeiteloos naar het heden; of je wilt of niet, macht en schoonheid zijn nog steeds heel belangrijk natuurlijk. Dat is ook de kracht van Neil Jordans script.’

Giulia Farnese zegt: ‘Als vrouwen hebben we haast niets te zeggen over ons lot. Mannen wel. En het resultaat is dat we elkaar haten. Maar dat zouden we niet moeten doen.’
‘Laten we uit de situatie waarin we nu eenmaal zitten, proberen het beste te halen, is haar gedachte. Of je dat nou zen wilt noemen of juist heel Amerikaans, het is in elk geval een houding van: met de neus vooruit. Dat mag ik wel.’
 
Dat filmregisseur Neil Jordan [o.a. The Crying Game, 1992] u uitkiest, is niet niks. Hoe ging dat?
‘Ik was net “Shooting Star” [veelbelovende actrice op het filmfestival] in Berlijn geweest en overwoog om naar Duitsland te verhuizen, toen mijn agent belde: of ik even naar Boedapest wilde vliegen voor een lunch met Neil Jordan. Ik ben totaal niet met film opgegroeid en de naam Neil Jordan zei mij niets. Ik was geneigd af te zeggen; ik had een feestje. Maar mijn agent zei dat ik toch echt moest gaan. Bij het kennismaken merk je dat hij inschat of je wat bent. Hij had vooral veel technische vragen: hoe lang ben je, ga eens staan, is je haar altijd rood, enzovoort. Dat was het. Verder zit het allemaal in zijn hoofd. Ik vind dat wel een geruststelling: bij een regisseur die te veel communiceert ga ik me afvragen of hij wel weet wat hij doet. ’
 
De betrokkenheid van grote namen uit de filmwereld bij televisieseries is soms meer voor de vorm dan wat anders. Hoe groot is het aandeel van Neil Jordan?
‘Hij is de creatieve vader, hij schrijft het merendeel van de verhaallijnen en doet minimaal twee keer per jaar de regie.
 
Is het belangrijk om in zo’n televisieserie te spelen?
‘Ja. Een grote serie zoals deze geeft je access; toegang tot meer, en grotere, rollen.’

U woonde in New York, maar bent onlangs verhuisd naar Los Angeles. Een strategische zet?
‘Ook. Het afgelopen jaar heb ik veel gereisd voor werk en daarna dacht ik: pompiedom, waar zal ik nu eens gaan wonen. Ik kende L.A. van audities, het was me zeer bevallen. Over het leven hier bestaan veel misverstanden, maar ik woon hier heerlijk, tussen het groen. In de vier maanden dat ik hier nu ben, heb ik vooral veel audities gedaan. Ik ben veel afgewezen, wat ik tien keer liever heb dan helemaal geen kansen krijgen, maar ik heb zelf ook veel projecten afgewezen. Natuurlijk is dat eng. Kan dat wel, vraag je je af. In Hollywood heerst zo’n gekte in de jacht op de volgende rol. Er zijn zo veel mensen die er echt alles voor over hebben. Daar moet je je niet door laten meeslepen. Ik heb besloten: dit is het pad dat ik volg, en dat blijf ik dan ook volgen. Je houdt de kwaliteit hoog door te blijven bij waar je in gelooft. Vaak voel je intuïtief wel aan of een bepaald project je aanstaat. Het straalt toch op jou af, een productie, en als ik denk: hier wil ik niet bijhoren, dan is het voor mij duidelijk. ’

Al nieuwe rollen binnengehaald?
‘Niets is nog zeker. Ik volg momenteel heel veel les aan de beroemde Actors Studio. Jezelf voortdurend blijven verbeteren is heel gewoon voor Amerikanen en dat spreekt mij enorm aan. Geweldig stimulerend.’

Hoe is het om in zo’n grote productie te staan?
Op deze schaal werken betekent dat alles top notch is. Van de chauffeur tot de kapper, iedereen levert topwerk, altijd. Dat tilt je op. Mijn motto is: als dingen beter kunnen, moeten ze ook beter.’

Hoe is Jeremy Irons als tegenspeler?
‘Je weet natuurlijk nooit hoe iemand met zo’n status zich zal gedragen op de set, maar toen we eenmaal aan het werk gingen dacht ik: halló collega. Hij is niet genoegzaam, maar is juist voortdurend bezig om te kijken of het nog beter kan, en stelt zich steeds de vraag: waarom doen we het zo, waarom is dit zo geschreven, is dit het beste. Ik houd me niet bezig met sterrennamen, maar het is echt te gek om met iemand te werken die zo naar kwaliteit streeft.’