Toen zeventien economen van naam onlangs in De Balie in Amsterdam de val en redding van de euro bespraken (hier terug te zien), waren ze het over twee dingen hartgrondig eens. Eén: de Europese Unie lijdt onder een democratisch tekort.
Het bungelen van de euro maakte mogelijk wat jarenlang ondenkbaar was. Een Begrotingsunie waarin Brussel eisen stelt aan de nationale begrotingen. Een Bankenunie, waarin de ECB toezicht houdt op de 128 grootste banken in de eurozone. Het bungelen van de euro gaf Brussel macht die kortgeleden zelfs de grootste eurofiel te rooskleurig had geleken.
Het past in het adagium van Milton Friedman, de hogepriester van de vrije markt: Never waste a good crisis. In de jaren negentig en nul zijn natuurrampen en oorlogen Friedmaniaans benut om gauw publieke voorzieningen te liberaliseren, markten te dereguleren en sociale uitgaven te kortwieken - in New Orleans na Katrina, in Argentinië na het bankroet van 2001, in Zuid-Oost Azië na de tsunami, in Irak na de oorlog. Terwijl de bevolking nog daas was van de ramp, werd in razende vaart hun economie naar neoliberale snit heringericht. Naomi Klein, de Canadese journalist bekend van NO LOGO, beschreef het in The Shock Doctrine.