Zo lieg ik mijzelf de hele dag door voor. In gedachten kan ik vele mensen zijn en slaan mijn interesses een oneindig aantal wegen in. In de praktijk wint de koffie het meestal.
De laatste keer dat ik ademloos naar iemand luisterde, was tijdens een taxirit, toen de chauffeur me vertelde over zijn grote liefde: Duitse herdershonden.
Hij vertelde me dat het nogal eens mis ging als je eerst een hond nam en dan een kind, dus hij had netjes gewacht tot zijn dochter was geboren, maar toen ging-ie ook meteen een herder halen.
Hij had nu al jaren herders, maar die hij nu had, was niet de gemakkelijkste. De chauffeur somde de mensen op, inclusief naaste familie, die het huis niet in konden omdat de hond ze niet mocht.
‘Hij heeft er op het strand ook wel eens een gegrepen,’ zei hij.
Degene die gegrepen was, klonk als een anoniem, onbelangrijk slachtoffer. Het perspectief lag duidelijk bij de hond.
Hij vertelde dat hij aan pakwerk deed.
‘Pakwerk? Je pakt iets in?’ vroeg ik.
Hij lachte, ‘Nee, met de honden, in zo’n pak.’ De eerste keer dat hij het zag, had hij meteen geroepen: dat wil ik ook. Nou, dat had hij geen twee keer hoeven zeggen, ze zochten nog mensen.
‘Dus ze trokken me zo’n pak aan, gaven me een knuppel, en ze zeiden: rennen. Ik rennen, over die kale natte akkers. Ik was al buiten adem toen ze die hond op me afstuurden.’
Ik stelde me zo voor dat het lekker was om echt te vechten. Maar dat was het niet, zei de chauffeur. Je moest die hond dus wel weerwerk geven maar hem ook laten winnen. Want zo’n hond verrot schoppen, ja, dat kon hij heus wel, maar dat was de sport niet. De hond zou door die training zelfvertrouwen moeten krijgen, zodat hij nog eens iemand zou durven grijpen.
Nu kreeg ik er ook zin in. In zo’n pak, met een knuppel, rollend door de modder mijn vijand weerwerk geven, maar dan grootmoedig verliezen en hem belonen met een hondenkoekje.
‘Dit is erg interessant,’ zeg ik tegen mezelf over het interview op de radio met de beursanalist, ‘luister hier nu maar eens naar.’ Meteen daarna zet ik de koffiebonenmaler aan die de radio geheel overstemt. Dus zover reikt mijn zelfkennis, concludeer ik tijdens het malen. Ik geloofde het echt, dat ik wilde horen wat die beursanalist zei. Nog geen twee seconden later was de koffie toch belangrijker.