Ik zocht op het internet een boek over het interbellum in Duitsland en Nederland en specifiek iets over de relatie tussen de twee landen in die tijd, en graag wel pas na het jaar 2000 verschenen.

Mijn gebeden leken snel verhoord want ik vond een boek dat heette Nederland en Duitsland in het interbellum, uit 2003.

Voilà. Ik wilde meteen op de knop ‘bestel’ drukken, maar het boek was uitverkocht. Omdat ik in mijn boeken schrijf en de hoeken van de bladzijden omvouw, koop ik bijna alles, dus ik zocht verder op websites van andere winkels, maar nergens was het boek te krijgen, ook niet tweedehands.

Toen pas keek ik op de website van de
bibliotheek en vond daar één exemplaar in de centrale bibliotheek van Amsterdam. Status exemplaar: aanwezig, derde verdie-
ping.

Het enige boek dat ik nu wilde lezen was op fietsafstand en er was er maar één van. Ik vertrok meteen en fietste als een gek door de stad.

Ik word altijd al licht opgewonden als er een boek is waarin al mijn interesses van het moment samen dreigen te komen, maar nu werd de opwinding nog groter, omdat er maar één zo’n boek leek te bestaan.

Als je iets heel graag wilt hebben, als iets je zo begeerlijk voorkomt, kun je je niet voorstellen dat niet de hele wereld het begeert. Ik zou toch niet de enige zijn? Ik vreesde dat er nog iemand door de stad fietste, op weg naar dit ene exemplaar en ik trapte nog harder.

Ik wist het bibliotheeknummer van het boek, 935.2, maar de kasten op de derde verdieping hadden een niet meteen doorzichtige ordening, dus het duurde wel even voor ik bij kast 935 kwam. Rond 935.1 kon ik nauwelijks geloven dat wat ik zocht zo maar netjes op de juiste plek zou opduiken, maar jawel, 935.2.

Ik legde het boek op het donkergrijze
tapijt van de bibliotheek, maakte er een foto van en verstuurde die foto naar een paar vrienden. Zoals je foto’s van je kind of je nieuwe liefje verstuurt, vergetend dat je enthousiasme geheel het jouwe is.

Onderweg naar huis vroeg ik me af of ik het boek thuis zou gaan lezen of in een café. Ik had wind tegen en haalde nog iedereen in en ik dacht hoe heerlijk het zou zijn als we wat vaker moeite moesten doen om kennis te vergaren.