Ik was veertien jaar oud toen ik The Godfather zag en ik vond het een afschuwelijke film. Die scène met dat paardenhoofd was natuurlijk smerig, en niets in het verhaal ging zoals ik wou.
Ik vestigde mijn hoop op de jongste zoon van de maffiafamilie, de enige niet criminele van het stel. Toen hij werd getergd en uitgedaagd riep ik in gedachten: ‘Doe het niet! Word niet als de rest!’
Hij werd de ergste van allemaal.
Jaar in jaar uit hoorde ik dat The Godfather een goede film was en deze week keek ik weer, en warempel, alles was beter. Op dat paardenhoofd was ik dit keer voorbereid en met die zoon gebeurde in mijn ogen nu iets heel anders: Hij liet niet met zich sollen en gelijk had hij. Hij schoot de vijanden van zijn vader neer en dat verdienden ze. Michael Corleone werd de machtigste van iedereen, hij werd niet erger dan de rest, nee, hij overtrof ze.
Mijn vijfjarige dochter houdt niet van films waarin kinderen het slechte pad op gaan. Bij Pinokkio moeten we altijd de helft van de film doorspoelen.
Vooral het moment vlak voor het misgaat verdraagt ze niet en helaas gaat er veel mis, ook bij kindertelevisie. Er is bijvoorbeeld tegen Noddy gezegd: ‘Kom niet aan die berg met appels!’ en dan wordt Noddy natuurlijk alleen gelaten, en ja hoor, voorzichtig benadert hij de appels. Mijn dochter roept: ‘Nee, ik wil het niet zien!’ en loopt de kamer uit. Gelijk heeft ze, want er gebeurt nu niets leuks meer. Noddy zit toch aan die appels, de appels vallen, alles gaat mis, Noddy krijgt op zijn kop en moet spijt betuigen.
In kinderverhalen levert het kwaad zelden iets op dus is het alleen maar vervelend. In die zin leren kinderen zo niets over het kwaad, behalve dat je er ver vandaan moet blijven en dat het nergens goed voor is. Er zijn ergere leugens.
Toen ik The Godfather voor het eerst zag interesseerden macht en wraak mij nog niet dus ik zag het voordeel niet van de keuzes van de maffiazoon. Misschien ben ik een slechter mens geworden, in ieder geval in mijn fantasie, want dit keer vond ik het slechte pad de beste weg. Ik wilde niets liever dan dat Michael Corleone die idioten neerknalde. Met iedere moord werd hij machtiger. Ik snapte wat hij wilde, ik wilde dat ook. De mensen om hem heen toonden angst en respect en ik voelde een intense tevredenheid.
Ik was veertien jaar oud toen ik The Godfather zag en ik vond het een afschuwelijke film. Die scène met dat paardenhoofd was natuurlijk smerig, en niets in het verhaal ging zoals ik wou.
Ik vestigde mijn hoop op de jongste zoon van de maffiafamilie, de enige niet criminele van het stel. Toen hij werd getergd en uitgedaagd riep ik in gedachten: ‘Doe het niet! Word niet als de rest!’