Natuurlijk was ik bang dat ik de trein terug naar huis zou missen, dat hoort bij heimwee, dus ik zou ruim op tijd naar het station vertrekken. Uiteindelijk was ik tweeënhalf uur te vroeg op het Berlin Hauptbahnhof en dat was nou ook weer niet de bedoeling.
Ik weet wel hoe het kwam. Ik wist al weken dat de trein terug om half elf vertrok. Dat tijdstip zwierf al die tijd met me mee, als belangrijk feit.
Eenmaal in Berlijn bedacht ik dat ik op de dag waarop ik weer terugging, echt wel om half tien mijn hotel moest verlaten. Half tien was nu het belangrijkste tijdstip. Half tien, half tien, niet vergeten, half tien.
Dus toen mijn vertaalster vroeg: ‘Hoe laat gaat je trein terug?’ antwoordde ik: ‘Half tien.’
Ze zei: ‘Dan moet je wel twintig minuten van tevoren weg.’ Die twintig minuten rondde ik af naar dertig, voor het geval mijn vertaalster een optimist was en bij zo’n belangrijke terugweg naar huis vond ik het geen probleem een half uur te vroeg op het station te zijn, dus moest ik misschien maar beter om half negen weg.
Tussendoor bekeek ik de treintijden op mijn uitgeprinte reisschema wel, maar daar liet ik me niet door van de wijs brengen. Ik had goed nagedacht over de vertrektijd vanuit het hotel en dat was wat telde. Ook was het veel kalmer om me aan één zo’n tijdstip vast te houden dan steeds alles opnieuw te betwijfelen. Half negen.
Ontbijten kon ik net zo goed op het station doen, dan zat ik wat rustiger, dus moest ik om acht uur vertrekken. Ik moest daarvoor nog wel uitchecken en ’s ochtends zijn ze in een hotel altijd druk met het ontbijt, dus meldde ik me om half acht bij de receptie.
Nog voor acht uur stond ik op het station en verbaasde me dat mijn trein nog niet op het bord stond aangekondigd, terwijl die toch al over anderhalf uur ging, om en nabij. Ik pakte mijn reisschema. Nu ik de oude tijden mocht vergeten, kon ik weer lezen wat er stond: 10.40.
De trein ging niet om half tien maar om half elf, of eigenlijk om tien over half elf, maar die tien minuten tel ik nooit mee, dat is speling, mocht je een tegenvaller hebben onderweg. Zodat je ontspannen kunt reizen.
Natuurlijk was ik bang dat ik de trein terug naar huis zou missen, dat hoort bij heimwee, dus ik zou ruim op tijd naar het station vertrekken. Uiteindelijk was ik tweeënhalf uur te vroeg op het Berlin Hauptbahnhof en dat was nou ook weer niet de bedoeling.