1. U wilde kunstschilder worden en Picasso van zijn troon stoten, voor zover hij daar nog op zit, maar het werd een managementfunctie bij Vodafone, dat is het grote falen. (Als u al van jongs af aan een managementfunctie bij Vodafone hebt geambieerd dan mag het grote falen een succes heten.) Of u wilde uw huwelijk redden en het werd een vechtscheiding. Klein falen? Nou, nee. U wilde bij Ajax voetballen, het werd FC Den Bosch. Dat mogen we wel klein falen noemen, maar op het nippertje.
2. Vergeetachtigheid is een mooi voorbeeld van het kleine falen. Een dierbare die wij vergeten te feliciteren met een verjaardag, een behaald succes of een koperen huwelijk. Of afwas die al drie dagen in de keuken staat, omgeven door vliegen; het kleine falen is dikwijls een gebrek aan discipline.
3. Leven is falen, denk aan het beroemde citaat van Beckett. Als je jong bent, geloof je dat dit ooit ophoudt en als je oud bent en je lichaam je nog meer in de steek laat dan vroeger dan denk je aan het verleden en opeens voelt dat verleden aan als een soort succes. Ook falen is een kwestie van perspectief.
4. Hoe moet je falen? Wanneer is het falen geslaagd? Geef anderen om te beginnen nooit de schuld. Dat is onprettig voor alle betrokkenen, vooral voor mensen die er op feestjes naar moeten luisteren. Onthoud wel dat verhalen over nederlagen veel aangenamer zijn dan verhalen over zogenaamde overwinningen. Mensen die gaan opscheppen over hun zogenaamde overwinningen – dikwijls zijn dat mannen, althans mannen lijken zich als het om opscheppen gaat minder te kunnen beheersen dan vrouwen – dat zijn toch ietwat treurige falers.
In het bijna groteske doorzettings- vermogen (het is weer niet gelukt, maar ik ga het toch nog een keer proberen) schuilt waardigheid. Wederom: zie Beckett.
5. Tenzij je uit hoofde van je functie mensen moet ontslaan of een kind hebt dat consequent een twee haalt voor wiskunde moet je je uitsluitend tot je eigen falen verhouden. Het falen van anderen is als het weer: je kunt er weinig tegen doen.