1. Mensen streven naar stabiliteit. Uiteraard streven zij ook naar andere zaken die deze stabiliteit weer in gevaar brengen, maar stabiliteit staat toch hoog op het verlanglijstje. Men wil zijn evenwicht bewaren. Het verlangen is altijd groter dan wat de maatschappij daadwerkelijk aan veiligheid en stabiliteit te bieden heeft. Mijn hypothese luidt: hoe veiliger en welvarender de samenleving, hoe groter het verlangen van de burger naar veiligheid en stabiliteit. Oftewel: evenwicht. Zo is er volgens mij ook een samenhang tussen de kwaliteit van de gezondheidszorg en het verlangen naar gezondheid. Hoe beter die zorg is, hoe meer mensen het recht menen te hebben op gezondheid. Interessant in dit verband zijn de lage geboortecijfers in het Westen. Wie slechts één kind krijgt, kan zich geen ziek kind permitteren. Wie acht kinderen heeft, kan een of twee kinderen wel aan ziekte ‘verliezen’.
2. Waar de noodzaak om risico’s te nemen verdwijnt, neemt ook het verlangen om risico’s te nemen af. Het risico zelf wordt als iets kwalijks gezien. Het noodlot, feitelijk een ander woord voor risico, is verbannen en de stad uitgejaagd.
3. Hoewel de secundaire voorwaarden – veiligheid, welvaart, kwaliteit van gezondheidszorg – in een land als Nederland vrij optimaal lijken te zijn, betekent dat niet dat mensen zich beter voelen. Daarvoor is een psychologische verklaring: mensen voelen zich goed als een situatie verbetert (het zieke kind wordt weer gezond) maar als een an sich gunstige situatie gelijk blijft (het gezonde kind blijft gezond) voelen mensen daar weinig bij of kan die stilstand zelfs tot ontevredenheid leiden.
4. De stilstand van de situatie kan ook angsten oproepen. Men stelt zich scenario’s voor waarin zaken misgaan (het gezonde kind wordt ziek) en raakt in de greep van de angst. De mogelijkheid dat het mis kan gaan, kan op sommige mensen verlammend werken. Natuurlijk is angst net als pijn een voorwaarde voor overleven, een middel om al te onverantwoorde risico’s te vermijden. Waar het vermijden van risico het hoogste doel wordt, treedt echter de dood langzaam in. Er is alleen nog maar inertie, die het gevolg is van al te radicale risicovermijding. Het evenwicht moet verloren kunnen worden.