- ‘Ik bied mijn excuses aan’ klinkt beter dan ‘sorry’ of ‘pardon’. Het woord ‘sorry’ heeft iets onoprechts, iets van een formaliteit die voor beide partijen overigens niet onprettig hoeft te zijn. Als je op iemands tenen gaat staan, zeg je ‘sorry’, als je per ongeluk hete koffie over iemands arm gooit zeg je: ‘Ik bied mijn excuses aan.’ Het is goed om daaraan toe te voegen: ‘Kan ik verder nog iets voor u betekenen?’ Pas op met geld aanbieden. Dat kan beledigend zijn. Tenzij het echt heel veel is. Dan is het nooit beledigend.
- Iemand die zich echt schuldig voelt, zegt geen ‘sorry’.
- Bij kleine overtredingen is het goed om ironie in te zetten. Bijvoorbeeld: ‘Hoe kan ik dit goedmaken? Zal ik je een kind/hond/minnaar/minnares geven?’ Of: ‘Ik zou in het openbaar gegeseld moeten worden.’ Als u uw excuses aanbiedt, is het eigenlijk altijd verstandig tevens aan te bieden dat u uzelf in het openbaar geselt. Dat geeft de ander het vertrouwen dat het niet alleen maar woorden zijn. Het zijn natuurlijk wel alleen maar woorden, maar je geeft ermee aan dat je pijn serieus neemt.
- ‘Het spijt me’ wordt doorgaans gevolgd door iets wat sadistische trekjes heeft. Het spijt me, maar ik wil je nooit meer zien. Het spijt me, maar we gaan van uw diensten geen gebruik meer maken. Het spijt me, maar uw vrouw is net overleden. ‘Het spijt me’ betekent dus eigenlijk: ‘Maak je stoelriem vast. Het spel gaat beginnen.’ Of de bittere werkelijkheid, zo kan dat spel ook worden genoemd.
- Houd eens bij hoe vaak u zich op een dag verontschuldigt. Tussen de tien tot vijftien keer per dag is normaal. Verontschuldigt u zich meer of minder vaak per dag, dan wordt het vermoedelijk tijd voor therapie.
- Lang geleden hoorde ik eens iemand zeggen: ‘Ze heeft zo’n uitstraling van: sorry dat ik besta.’
- Een democratisch gekozen politicus is iemand die zich hoort te verontschuldigen voor zijn macht of het gebrek daaraan. Een dictator is iemand die zich nooit verontschuldigt, ook niet als hij wordt opgehangen.
Een korte verhandeling over verontschuldiging.