Ze reizen de wereld over op jacht naar unieke akoestiek. Zowel de film- als muziekindustrie weet het bedrijf Audio Ease inmiddels te vinden. De VPRO Gids ging mee met de ghostbusters van het geluid. Want elk bos klinkt weer anders.

Een Volvo rijdt langs ondergelopen weilanden ten noorden van de Biesbos. Een vogelparadijs met buizerds, zilverreigers, ganzen. Er staan ook vreemde kleine rechthoekige gebouwtjes. Uit de Volvo stappen Aram Verwoest en Arjen van der Schoot, korte haren, oranje fluorescerende jacks en stevige warme wandelschoenen. Ze tillen een grote speaker uit de auto, met daaraan een grote blauwe accu vastgemaakt. Daarnaast zetten ze een soort kapstok neer met microfoons eraan. Vervolgens zetten ze grote rode koptelefoons op: gehoorbeschermers. Dan klinkt een laag zoemend geluid dat langzaam in toonhoogte stijgt, stijgt en stijgt, tot het verdwijnt. Het lijkt een scène uit Dr. Who. Engelse sciencefiction.
De microfoons worden een kwartslag gedraaid. En nog een keer het zware gebrom en het sirene-achtige geluid, dat hoger en hoger wordt, tot het niet meer hoorbaar is.
Een mini komt aanrijden en stopt.
Het raampje schuift open. Een man van een jaar of vijftig, zestig hangt zijn hoofd uit het raam.
‘We hebben een probleempje met elkaar,’ zegt hij. Hij knikt met zijn hoofd in de richting van een boerderij, vijfhonderd meter verderop. ‘Mijn bloedpaarden worden er onrustig van. Bij dat lage geluid deden ze nog niks, het was pas toen ik het geluid niet meer hoorde, dat ze helemaal wild werden.’
Hij kijkt bezorgd en geamuseerd tegelijk.
‘We doen akoestische metingen aan het landschap,’ zegt Van der Schoot, ‘maar we zijn al klaar.’
‘Mooi,’ zegt de man. Hij keert om en rijdt weer terug.
Akoestische metingen aan het landschap?
‘Ja, je kunt moeilijk zeggen: straks loopt Spiderman langs die bosrand,’ zegt Verwoest.

Arjen van de Schoot bij de speaker

Ruimte

Arjen van der Schoot en Aram Verwoest maken als ghostbusters jacht op de akoestiek van ruimtes en landschappen. Een huiskamer klinkt anders dan een bad­kamer. Het geluid van een pistoolschot klinkt anders in een saloon dan buiten in de Rocky Mountains. Daar is het geen ­droge tik, maar eerder ‘kadengapchieiew’. De knal reflecteert tegen muren van huizen, bergwanden, of boomstammen. Hoe iets klinkt heeft met de ruimte te maken en hoe de geluidsgolven tegen de voorwerpen en meubelstukken botsen. Van der Schoot en Verwoest weten hoe ze deze akoestiek van een ruimte kunnen vangen en in een doosje kunnen stoppen.
‘Ik heb het wel eens uit staan leggen toen ik een visum moest aanvragen voor een reis naar India,’ zegt Van der Schoot, ‘I am going to record the reverb of the Gol Gombaz.’ Die Indiër zat me aan te kijken met zo’n hoofdbeweginkje. Dat betekent: praat door. The reverb, zeg ik. Ik klap in mijn handen en zeg: tik sjjj kataa. De Indiër keek me even aan en zei toen vermoeid: We call that an echo, sir. Sindsdien noem ik het een echo als ik het uitleg.’
Echo’s zijn magisch. Als je één zo’n echo van een knal in een kerk hebt, dan bezit je een akoestische vingerafdruk van de ruimte. Het is als volgt te begrijpen: muziek is te beschouwen als een heleboel knalletjes achter elkaar. Denk maar aan een cd die blijft hangen, ding ding ding. Als je aan ­ieder knalletje de echo toevoegt – zachtjes bij een zacht knalletje een hard bij een harde knal – dan kun je vanaf dat moment alles laten klinken alsof het in die ruimte is opgenomen.

Aram verwoest bij de microfoon

Dollartekens

Sinds ongeveer 2000 – toen de Apple G4 op de markt kwam – zijn desktop computers krachtig genoeg om deze berekening voor elke tik real time te doen. Maar dat had nog niemand in de gaten. Het waren een paar oud-muziektechologiestudenten van de hku in Hilversum die het beredeneerden. Arjen van der Schoot, Jankoen de Haan, ­Peter Bakker en Renier Linssen realiseerden zich dat je meer uit een Apple G4 kon halen dan de meeste mensen dachten. Linssen maakte een programmaatje dat alles uit de chip wist te trekken en een superrealistische echo kon berekenen op basis van één echo. Bij de eerste klanken keken de geluidsnerds elkaar met dollartekens in de ogen aan. Apparaten die een mooie galm kunnen genereren, zijn goud waard in de muziekproductiewereld.
‘Tot dan toe maakten we met ons bedrijfje Audio Ease leuk audiospeelgoed,’ zegt Van der Schoot, ‘maar dit was groter.’ Hij ging op bezoek bij motu in Boston, een groot Amerikaans audiobedrijf. ‘Mensen stonden te klappen. Maar de baas was er nog niet bij,’ zegt van der Schoot, die werd voor een spoedvergadering opgetrommeld. ‘Jim zegt dat je iets echt opwindends hebt,’ zei hij. Toen stelde hij een paar vragen waar Van der Schoot niet op voorbereid was. ‘Hoeveel exemplaren van je programma denk je te verkopen?’ En: ‘Wat zou voor jou een goed resultaat zijn van dit bezoek.’
Van der Schoot durfde niet te zeggen dat hij hoopte met twee miljoen de deur uit te lopen om weer lekker verder te gaan met het maken van geluidspeelgoed.
De motu-baas keek hem vaderlijk aan en zei: ‘Voor ons is het nog een kind erbij, voor jou wordt het je big break.’
En hij had gelijk. Wat aanvankelijk een afwijzing leek, bleek een genereus gebaar.

De Abbey Road Studio zit vol met gebruikers van Altiverb, van wie sommige inmiddels vrienden geworden zijn. Maar de mannen van Audio Ease zijn er alleen welkom zonder microfoons. De mythe moet bewaard blijven.

echo

Op jacht

Terug in Nederland bouwde Van der Schoot eigenhandig ‘misschien wel de eerste webwinkel van Nederland. De betalingen kwamen binnen via Canada.’
En het bleek allemaal nog mooier dan ze aanvankelijk dachten. Van der Schoot: ‘Ik dacht eigenlijk dat alle ruimtes één pot nat waren. Maar iedere kerk klinkt totaal verschillend! De ene is wat muf, de andere heeft een lange echo, en weer een ander een korte. ‘Het is altijd weer een verrassing,’ beaamt Verwoest, ‘vorig jaar ben ik naar IJsland geweest om nog maar eens een kerk op te nemen. Dan denk je: gaaf, maar dat denk je altijd wel. Dan kom je thuis en dan zet je hem ertussen en is er geen andere kerk die zo klinkt.’
De hele wereld reisden de mannen van Altiverb inmiddels af, op jacht naar bijzondere echo’s. Ze kropen in buizen, gaten, holen, saptanks, wijnkelders en veel bijzondere gebouwen. Het concertgebouw in Amsterdam, Kings College Chapel, het Sydney Opera House, de Selimiye Moskee in Edime, de Amsterdamse noord-zuidlijn, het Wembley Stadion, de koningskamer in de Piramide van Cheops en de legendarische echo van de Gol Gumbaz.
In het begin werkten ze met de knal van een alarmpistool. Vrienden van de hku, de filmmuziekcomponisten Han Otten en Danny Weijermans, vertrokken ’s nachts een keer voor opnames naar de bossen van Soesterduinen. Een van hen knalde in de lucht. De andere drukte op het record-knopje. Om de reflectie op te nemen. De microfoons namen de geluidsreflecties van de bomen op. Wat zij niet wisten was dat de politie in die nacht in datzelfde bos op zoek was naar een ‘voortvluchtige’. ‘Han heeft daar met zijn handen op het dak moeten staan, uitleggen wat ze aan het doen waren.’ Sindsdien ligt in de Volvo een envelop bij zich met een brief in vier talen, waarin staat uitgelegd wat ze doen.

Audio-opstelling bij de bosrand

Standaard

Bij de beurzen waar geluidstechnici, geluidsnerds en filmcomponisten komen, was het programma een sensatie. Alle high end filmstudio’s kochten een exemplaar.
Altiverb was meteen na het verschijnen een begrip in de audiowereld. In het bijzonder die van Hollywood. Acteurs konden nog even wat teksten opnemen in de studio, en met Altiverb kon je het laten klinken of de acteur in een Mercedes zat, in een kantoor of in de slaapkamer van de ouders van Verwoest. Van der Schoot: ‘Er is een nepwereld van studio’s waar mensen vlakbij de microfoon zitten en je hebt een echte wereld: het documentaire geluid. Die sprong kan gemaakt worden met Altiverb.’
Ook in de popmuziekwereld zijn producers enthousiast. ‘Happy’ van Pharrell Williams – om maar een dwarsstraat te noemen – zit helemaal vol met de galm van Altiverb. ‘In het begin keken we iedere dag in onze database: moet je horen wie het nu weer gekocht heeft, ging het dan.’ Van der Schoot noemt een naam van een gitarist van een enorme Amerikaanse rockband die gisteren een exemplaar van Altiverb kocht. Hij vindt het niet netjes om de naam te noemen.
Trots is hij erop dat het met name de absolute topproducers zijn die helemaal dol zijn op Altiverb. ‘Ik vind het ontzettend vet dat mensen die de beste oren hebben, de mensen die werken voor  filmgeluid, die tientalen jaren aan de top staan, allemaal zijn overgestapt van old school spullen naar Altiverb. Het is echt de standaard geworden in dat wereldje. Ik denk niet dat er nog films uitkomen waar geen Altiverb of Speakerphone inzit.’ In Speakerphone, een zusje van Altiverb, kun je met dezelfde technologie het geluid van telefoons en microfoons namaken. Het astronautengeluid in de film Gravity komt helemaal van Speakerphone.

De échte heilige graal, de galm der galmen is die van de Taj Mahall. The sound of infinity.

Arjen van der Schoot

Mythe

Een ander persoonlijk hoogtepunt is het feit dat Dweezil Zappa ook een Altiverbfan is. Van der Schoot is al vanaf zijn puberteit een enorme Frank Zappa-fan: ‘Normaal doet Aram de correspondentie, maar toen Dweezil om technische support vroeg, ben ik achter het toetsenbord gaan zitten: “Ik heb toen ik zestien was in een blad gelezen dat jouw vader een speciale galmruimte heeft gebouwd.” Dat klopt,’ mailde Dweezil, ‘er staat nu een bank voor, maar kom maar langs.’
Nog steeds staan er een paar ruimtes op de verlanglijst. Zo mist bijvoorbeeld nog de Abbey Road Studio’s. De Abbey Road Studio zit vol met gebruikers van Altiverb, van wie sommige inmiddels vrienden geworden zijn. Maar de mannen van Audio Ease zijn er alleen welkom zonder microfoons. De mythe moet bewaard blijven. ‘Stel je voor dat hij in onze lijst staat en je wilt uiteindelijk toch liever de Wisseloord­studio’s.’
Voor het Abbey Roadgeluid moet je dus nog steeds naar de echte studio’s, waar het de afgelopen tien jaar streng verboden is om in je handen te klappen. Verwoest vertelt het verhaal van de producer die de echo stiekem wilde opnemen en een speciaal stuk, met wat droge klappen erin had gecomponeerd. ‘Hij had Abbey Road geboekt voor een extra opnamesessie, maar hij had gewoon continu twee mannen Abbey Road-politie in zijn nek. Hij durfde het gewoon niet.’

Arjen van de Schoot aan het werk

Kogels

De échte heilige graal, de galm der galmen is die van de Taj Mahall. The sound of infinity. Een geluid sterft pas na 28 seconden weg, zodat geluiden lang in de lucht blijven hangen. De zachtste geluiden blijven daar rondgalmen. Van der Schoot: ‘Ik heb een fixer, die houdt me een beetje aan het lijntje. Die krijgt het vroeg of laat wel voor elkaar.’
De laatste tijd zijn de mannen van Audio Ease opvallend veel buiten te vinden. Bij bosrandjes, verlaten muren, rijen van bomen. De reden hiervoor is de film American Sniper van Clint Eastwood. In deze film is veel aandacht gegeven aan het geluid van de kogels. De regisseur wilde dat die realistisch waren. Ze moesten klinken zoals kogels in het echt klinken. Geen Hollywoodkogels. Dé specialiteit van Altiverb, zou je zeggen. Maar uitgerekend bij deze film werd nog oude echo-apparatuur de studio binnengedragen. ‘Als er een paar gebouwen staan, dan moet dat schot kataa doen. De ghoooee die erachteraan komt is uit Altiverb. Die kataa is met een delay gedaan,’ zegt Van der Schoot vol afgrijzen. ‘Wat nou delay!’

De woonkamer van mijn ouders zit in bijna elke Hollywoodfilm.

Aram Verwoest

Rode kamer

Vandaar dat de mannen van Altiverb tegenwoordig met windstil weer buiten te vinden zijn, in bossen, bij bosranden en eenzame gebouwen, zoals bij de Biesbos. Tientallen opnamen hebben ze, maar nog steeds zijn ze niet helemaal tevreden.
Is het allemaal wel de moeite waard?
‘Sommige dingen willen we niet weten,’ zegt Van der Schoot. ‘Ik ben pas geleden in Manhattan gaan praten met die post-productiejongens, zoals de man die altijd het geluid van Francis Ford Coppola doet. Hij zei: Ik gebruik altijd de “rode kamer”. Altijd. Overal!’
De ‘rode kamer’ is de kamer van de ouders van Verwoest. Hij deed er ooit een opname, toen hij als stagiair bij Audio Ease begon: ‘De woonkamer van mijn ouders zit in bijna elke Hollywoodfilm. Soms vragen we een sessie van iemand die zegt: Hij doet het niet. Dan zeg ik: Stuur je sessie eens op, dan kunnen we het zelf even kijken. Dan kan ik zien wat er geladen is, en dat is heel vaak hetzelfde rondje: De blauwe bus uit 2003, de rode woonkamer uit 2003, die ene muur in Culemborg uit 2004. Dan krijg je wel het gevoel dat we al twaalf jaar voor niks al die extra echo’s aan het opnemen zijn.’
Van der Schoot: ‘We hebben er dikke lol aan om naar ruimtes te gaan die wij graag willen hebben, ongeacht of we weten of gebruikers die wel gaan gebruiken. Als wij erachter komen dat iedereen steeds opnieuw de rode kamer gebruikt, dan is dat gewoon niet leuk om te weten.’