Themaprogramma Emerging Voices from Southeast Asia is een rijke verzameling documentaires van jonge filmmakers, die de tegenstellingen in Zuidoost-Azië – tussen religies, arm en rijk, man en vrouw – in beeld brengt.

Het moet wel een van de meest aangrijpende scènes van de Idfa-selectie van dit jaar zijn, afkomstig uit het Cambodjaanse Where I Go: een achttienjarige jongen belt naar het plaatselijke vn-kantoor, op zoek naar zijn Kameroense vader die als onderdeel van vredesmacht Untac begin jaren negentig in het land gestationeerd was. Maar alle archieven zijn al lang geleden gesloten.

‘Ik word gediscrimineerd. Kan de vn mij helpen?’, vraagt hij een laatste keer wanhopig. Moederziel alleen voelt hij zich, al heeft hij nog een jonger zusje. Zijn drugsverslaafde moeder woont op straat nabij een vuilnisbelt. Zijn oma heeft het gehele familiefortuin vergokt. Hij wordt voor aap en nikker uitgemaakt door de jonge kinderen die net als hij in de fanfare spelen. Ze willen hem niet aanraken, vanwege zijn huidskleur die net iets donkerder is dan de rest.

In het eveneens Cambodjaanse Two Girls against the Rain krijgen we juist een vrolijker beeld van de emancipatie in het land te zien. Een lesbische vrouw op leeftijd vertelt hoe ze tijdens het regime van de Rode Khmer van haar geliefde werd gescheiden, maar nu al jaren dolgelukkig met haar samen leeft. Onbegrip is er nog altijd, maar de commune waarin ze woont, telt inmiddels maar liefst zeven stellen van het gelijke geslacht.

Het contrast tussen de twee films is verwarrend en intrigerend, maar bovenal zijn het beide prachtige documenten van een land waar het afgrijselijke verleden steeds meer naar de achtergrond verdwijnt, maar toch nog altijd een rol blijft spelen.

enorme energie

Zowel Where I Go als Two Girls against the Rain zijn opgenomen in het Idfa-themaprogramma Emerging Voices from Southeast Asia, bestaande uit een veertiental korte en lange documentaires van jonge filmmakers. Een rijke, gevarieerde verzameling is het geworden die, zoals het festival in zijn aankondiging schrijft, ‘via kleine dagelijkse observaties het leven in landen in transitie toont, waarin nieuwe grenzen en onderlinge verhoudingen worden verkend’.

Aanleiding voor Idfa om dit jaar zijn licht op Zuidoost-Azië te schijnen was volgens samensteller Raul Niño Zambrano onder meer het succes van de speelfilms uit de regio, zoals de Thaise Gouden Palm-winnaar Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives of het werk van Filipijnse regisseurs als Khavn de la Cruz en Brillante Mendoza.

Zambrano: ‘Onze ervaring, vooral in ontwikkelingslanden, is dat als de fictiefilm het goed doet, de creatieve documentaire ook meer kansen krijgt.’ Dat dit ook in delen van Zuidoost-Azië het geval is, ondervond Idfa-directeur Ally Derks verleden jaar al toen ze een seminar in Thailand bezocht en daar talloze jonge makers ontmoette. De enorme energie die ze daar voelde, gevoed door de razendsnelle maatschappelijke en technologische veranderingen en de nieuwe rijkdom in Maleisië en Singapore, deed haar beseffen dat Idfa voor de aankomende editie ook echt in de regio aanwezig moest zijn, omdat over vijf jaar daar de nieuwe meesterwerken vandaan zullen komen.

Gezamenlijk maakten Derks en Zambrano begin dit jaar een studiereis van twee weken naar onder meer Thailand, Maleisië en Birma. Vooral het bezoek aan de filmacademie van Birma, dat sinds de vrijlating van Nobelprijswinnaar en activiste Aung San Suu Kyi in 2010 iets opener is geworden, maakte veel indruk op Zambrano: ‘Jongens van achttien kwamen daar naar ons toe en stelden zich voor als documentaire- maker. Heel jonge mensen, maar heel trots. We konden de hele avond met ze over alleen maar film praten.’ Slechts vijf jaar bestaat de school pas, gehuisvest in een woonhuis in de voormalige hoofdstad Rangoon. Maar als de producties die in het themaprogramma zijn opgenomen representatief zijn, dan is er inderdaad een fraaie toekomst weggelegd voor een aantal van de studenten.

Tyres

prachtig monument

De film die het meest in het oog springt is zonder twijfel Tyres, simpelweg omdat het zo betoverend mooi gefilmd is. Een klassieke documentaire die doet denken aan de films die in Nederland ten tijde van de wederopbouw werden gemaakt vanwege de trage, observerende wijze waarop een groep arbeiders wordt gevolgd, die voor hun werk banden uit elkaar halen. ‘Een cadeautje,’ zo noemt Zambrano de film. En bovendien een uitstekend voorbeeld van hoe je heden ten dage met weinig middelen en een goedkope camera toch een visueel verbluffende film kan maken.

Een van de andere parels binnen het programma, Behind the Screen, is eveneens afkomstig uit de filmschool van Rangoon. In 35 minuten brengt regisseur Aung Nwai Htway een
ode aan zijn moeder, een beroemde actrice die in haar meer dan veertig jaar durende carrière in zo’n 75 films speelde. Via archiefbeelden doet hij de tragische liefdesgeschiedenis uit de doeken tussen haar en zijn vader, een eveneens beroemde acteur – met een kwade dronk. En met behulp van de voice-over van de regisseur groeien de krakerige zwart-witbeelden uit talloze Birmese romantische niemendalletjes uit tot een prachtig monument voor de vrouw die zich na haar scheiding volledig voor hem opofferde.

Behind the screen

nieuwe generatie

Perfecte films zijn het overigens niet, zo geeft ook Zambrano toe, maar door hun vorm en inhoud verdienen ze toch een plek op het festival. Zoals het Thaise Consider, dat misschien wat onevenwichtig is, maar door het verhaal dat het vertelt – een jonge transgender doet een zelfmoordpoging en een oudere transgender werkt als lerares op school – toch ontroert, en bovendien de beeldvorming rond transseksualiteit in Thailand op zijn kop zet.

Vrijwel het gehele programma blinkt uit in hoe het de tegenstellingen in de regio – tussen religies, tussen arm en rijk of tussen man en vrouw – in beeld brengt, zonder dat er een duidelijk oordeel wordt geveld. Kalme films zijn het, waarin de tijd genomen wordt voor observatie. Politiek worden ze zelden, het zijn vooral kleine, individuele verhalen die de jonge makers willen vertellen: soms komisch, soms droevig en aangrijpend.

Maar als Emerging Voices from Southeast Asia echt iets toont, dan is het vooral dat Ally Derks met haar voorspelling voor over vijf jaar wel eens gelijk zou kunnen krijgen. Want het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat een nieuwe, in eigen land op- geleide generatie van jonge makers uit Zuidoost-Azië met een reeks volwaardige documentaires Idfa verovert.

Where I Go
CAM/F, Kavich Neang

Two Girls against the Rain
CAM, Sopheak Sao

Tyres
BIR/D, Kyaw Myo Lwin

Behind the Screen
BIR/T, Aung Nwai Htway

Consider
T, Panu Saeng-Xuto

Idfa-gast van het jaar is de Cambodjaanse regisseur Rithy Panh, zie Leven met de dood