Het leven van de Cambodjaanse filmmaker en Idfa-gast van het jaar Rithy Panh is gekerfd door wat hem in zijn jeugd overspoelde. Hij overleefde, dus moet hij erover vertellen.

Rithy panh was elf toen Pol Pot in zijn geboorteland Cambodja aan de macht kwam en iedereen gesommeerd werd hoofdstad Phnom Penh te verlaten om zich te vestigen op het platteland. De door de Rode Khmer opgelegde gedachte grote sprong voorwaarts naar een modelmaatschappij zonder sociale klassen duurde van 1975 tot 1979 en kostte naar schatting twee miljoen Cambodjanen het leven; zo’n kwart van de totale bevolking. Panh kwam met zijn familie in een werkkamp terecht, waar iedereen behalve hij stierf.

Toen Vietnam in 1979 een einde maakte aan het bewind van Pot, vluchtte de vijftienjarige Panh naar een vluchtelingenkamp in Thailand, waarna hij in Parijs terechtkwam. Tijdens zijn opleiding tot timmerman daar kreeg Panh op een feestje een videocamera in zijn handen geduwd. Een gebeurtenis die hem deze editie van Idfa naar Nederland brengt als gast van het jaar. Want na dat moment ging Panh naar de filmschool en debuteerde hij in 1989 als regisseur met Site 2, waarin hij het Thaise kamp bezoekt dat hij tien jaar eerder verliet. Zijn grote doorbraak kwam in 2003 met S21, The Khmer Rouge Killing Machine. Behalve een retrospectief van Panhs werk is op dit Idfa de door hem samengestelde Top 10 te zien.

Rithy Panh

poppetjes

Panh heeft zowel documentaires als fictiefilms als docudrama’s gemaakt. Nooit is daarin dat wat zijn jeugd en verdere leven bepaalde, ver weg. Of zoals hij het in zijn meest recente, in
Cannes bekroonde film en inzending voor de Oscars The Missing Picture zegt: ‘Er zijn veel dingen die een mens beter niet kan zien. Je kunt beter dood zijn dan daarvan te weten. Maar wan- neer dat toch gebeurt en je overleeft het, moet je erover vertellen.’

Panh vertelt zijn verhaal in The Missing Picture aan de hand van poppetjes van klei, gelardeerd met een paar van de weinige archiefbeelden die er zijn. Want de misdaden onder Pot sloegen in het toch al geteisterde Cambodja een gigantisch gat in ieder mogelijk opzicht: cultureel, intellectueel, economisch, sociologisch.

spoken

Behalve tot een cinematografische geschiedschrijving heeft Panhs lot geleid tot de oprichting van Bophana, een audiovisueel documentatiecentrum in Phnom Penh waar zoveel mogelijk van het beeld- en geluidsmateriaal, dat overal in het land lag te verstoffen en belaagd werd door hitte en vocht, wordt verzameld en toegankelijk gemaakt. Een poging iets van het Cambodja van toen, van de stemmen die nooit meer zullen spreken, te bewaren.

De beelden in Panh zelf, die hij zo lang hij leeft bij zich draagt, bestaan uit zowel de gekoesterde zoete herinneringen aan zijn vroegste jaren als de nachtmerrie van dictatuur, honger en sterven die daarop volgde. Zijn manier van leven met en na de dood bestaat uit delen. Het delen van wat was, van wat hem overspoelde toen hij een kind was, en van de spoken waarmee hij nu als bijna vijftigjarige man nog altijd worstelt. En vele landgenoten met hem.

retrospectief

The Burnt Theatre   
Duch, Master of the Forges of Hell
The Land of the Wandering Souls
The Missing Picture   
Paper Cannot Wrap Up Embers
S21, The Khmer Rouge Killing Machine

CAM/F, Rithy Panh