Gerapt, gezongen en het soms uitschreeuwend, geeft de Franse rapper Abd Al Malik (44) in zijn meeslepende voorstelling Le Jeune Noir à l’épée (Jonge zwarte met zwaard) commentaar op het gelijknamige, beroemde schilderij van Pierre Puvis de Chavannes uit 1849 – een jaar na de afschaffing van de Franse slavernij.
Al Malik maakte de voorstelling op verzoek van Museé d’Orsay, vertelt hij daags na de première, begin april in Parijs. Voor het eerst is daar een, ook in Nederlandse kranten veelbesproken, expositie over het zwarte model in de Franse schilderkunst door de eeuwen heen. De voorstelling is daarop een reflectie in een afgewogen mix van rap, muziek en dans – de theatrale vorm doet fris aan. Op de achtergrond komen de schilderijen voorbij. De choreografie van Salia Sanou mengt geschoolde dans met streetdance – capoeira, breakdance, battles, freezes. Schilderijen worden soms letterlijk uitgebeeld, zoals in de reidans in een kring waarin we Figures Dancing van Matisse herkennen.
‘Ik wilde het zwarte lichaam gebruiken en een dialoog creëren tussen beeld, muziek en poëzie,’ zegt Al Malik, in het gesprek een bedachtzaam formulerende intellectueel die zich op het podium ontpopt tot een charismatische, innemende theaterpersoonlijkheid. Hij laat de dansers bewust halfnaakt optreden, als ongemakkelijke referentie aan de tijd waarin zwart naakt een attractie was voor een blank publiek.
Voor het eerst staan in een Frans museum de anonieme zwarte knecht, de dienstmeid en andere door kunsthistorici genegeerde zwarte bijfiguren centraal. Daarvoor moest het wel 2019 worden. Wat deed dat met hem, zelf een Fransman van Congolese afkomst? ‘Het raakte me enorm.’ Ook Al Malik weet wat het is genegeerd te worden, vertelt hij, en te worden geassocieerd met geweld zoals de jongen op het schilderij. En ook hij was voorbestemd een bijfiguur te worden in de Franse geschiedenis. Maar het liep anders.