Dit is de eerste keer dat Van Hove een gemengde cast koos van Nederlandse en Britse acteurs. En dan meteen Jude Law. Hoe spannend was dat voor jullie, de acteurs?
‘Het haalt je wel uit je comfortzone en dat is goed. Maar verder… Voor mij is Jude Law gewoon een goede acteur. Net zoals Hans Kesting. Hij is ook niet iemand die zijn sterrenstatus meeneemt naar de repetitie, integendeel, hij stelde zich vanaf het begin kwetsbaar op. Dat hij kiest om met ons in zee te gaan, zegt veel over hem. Hij kan makkelijk in het West End Macbeth gaan spelen, maar dat doet hij niet, hij kiest voor een kunstzinnige voorstelling met ons.’
Jij speelt Johnny, een kleine, maar absoluut cruciale rol in het stuk. Je bent Gino’s tegenhanger, die staat voor abstracte waarden, zoals vrijheid en vrijgevochten mannelijkheid. Hoe speel je dat?
‘Johnny is eigenlijk wat Gino zelf zou willen zijn. Hij zegt: laat los, laat maar waaien, kijk wat de dag je brengt. Dit is zijn geloof, Johnny hangt de vrijheid aan als een nieuwe religie. Heel aantrekkelijk. Iedereen wil weleens Johnny zijn, denk ik.’
Van Hove baseerde het stuk op Luchino Visconti’s speelfilm Ossessione. Daarin heeft de relatie tussen Jonny en Gino een homoseksuele lading.
‘Toen de fascistische Italiaanse regering in 1943 de film zag, moest dat er meteen uit. Vond ik fascinerend. Homoseksualiteit bestond helemaal niet in hun ogen en dus kon dat ook niet verfilmd worden. In onze versie gaat het veel meer over zielsverwantschap.’
De lichaamstaal van Johnny is opvallend. Veel breed staan, de benen wijd, de John Wayne-pose. Sowieso is de speelstijl in Obsession opvallend fysiek.
‘Dat heeft te maken met het gigantische toneel van The Barbican, en nu ook weer in Carré. Als je in die zee van ruimte te los beweegt, verlies je aan kracht. Je moet fysiek sterke beelden creëren en gebaren maken die overkomen. Een beetje zoals een zanger een aria aflevert in een opera.’
Over opera gesproken: er klinken meerdere aria’s. Maar ook Bruce Springsteen en Verdi’s Requiem.
‘Obsession is echt totaaltheater: je wordt meegenomen door de tekst, én de videobeelden én de muziek. De muziek legt echt een tweede laag; als je alle muziek achter elkaar afspeelt, heb je in essentie het hele verhaal gehoord.’