Yoann Lemoine is een grootdenker. Inderdaad, geen groot denker, maar een grootdenker. Zijn muziek moet zo imposant zijn als een wolkenkrabber, beweerde hij eens. De wolkenkrabbers die letterlijk oprijzen in de video van ‘Run Boy Run’, een van de twee nummers waarmee hij onder de naam Woodkid een internetfenomeen werd. ‘Er was niet echt een plan. We hadden een liedje en een video, waar ik veel geld en tijd in heb geïnvesteerd. Ik heb volledig vertrouwd op de kwaliteit van mijn werk en bewust geen pr-offensief gestart, geen single geplugd bij de radio. We hebben enkel de single online gezet. Zo ging het ook met de tweede single, “Run Boy Run”. Het was puur internet. Ik was trots op mijn video, maar dat het zo’n vlucht zou nemen had ik absoluut niet verwacht.’
‘Mijn video,’ ja. Lemoine is bepaald niet alleen muzikant. Hij maakte videoclips voor onder andere Lana del Rey, John Legend en Katy Perry, grote mainstream artiesten. Door hen wordt hij gevraagd als de ambities groot zijn. Lana del Rey bijvoorbeeld plaatste hij in een grotesk, decadent paleis. En met rapper/zanger/producer Pharrell Williams werkte hij aan misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende project van het afgelopen jaar: een 24 uur durende video bij diens nummer ‘Happy’. Maar de afgelopen drie jaar lag zijn focus toch vooral op Woodkid, zijn eigen project. Ongeveer een jaar geleden verscheen The Golden Age, zijn debuutalbum. In Nederland deed de plaat niet heel veel – wij houden niet zo van bombast? – maar in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en het Franstalige deel van België is Woodkid een fenomeen dat volstrekt serieus genomen wordt. Hij wordt gevraagd aan te schuiven naast Philip Glass op een conferentie over minimalistische muziek (hoe maximaal zijn eigen muziek ook is), en het Montreux Jazz Festival vroeg hem hun poster te ontwerpen, een eer die in het verleden onder anderen Keith Haring, Jean Tinguely, Bernhard Luginbühl en David Bowie ten deel viel.
Het Holland Festival is voor popmuzikanten het ideale podium om eens extra uit te pakken. Woodkid is een eigenwijze Fransman, die in Amsterdam met het Metropole Orkest zal aantreden.
metropolis
Beeld en geluid gaan hand in hand, zowel in zijn video’s als op het podium. Soms denk je haast dat Woodkid alleen al de grootste trom op het podium wil, omdat het er goed uit ziet bij de gigantische visuals. Zijn videoclips zijn altijd in zwart-wit, laten heldhaftige taferelen zien en combineren stilstand en beweging. ‘Dat laatste doe ik in bijna al mijn werk. Ik zoek naar beelden die ogen als schilderijen. Er is niets spontaan aan mijn werk. Ik kijk zorgvuldig naar de art direction, naar het licht, naar symmetrie. Zo kan ik bewegende beelden maken met een hoge symbolische waarde. Ik ben meer geïnspireerd door schilders en regisseurs dan door muzikanten.’
Een van de meest opvallende beelden is een gigantische stad in ‘Run Boy Run’, een bewuste knipoog naar Fritz Langs filmklassieker Metropolis. ‘Zeker. Er is altijd een combinatie van toekomst en verleden in mijn beelden. Je kunt nooit precies zeggen waar of wanneer iets plaatsvindt. De jongen in de video rent naar de stad toe, een futuristische skyline, die tegelijk doet denken aan de Sovjet-architectuur uit de jaren veertig. Soms ga ik zelfs verder terug, tot de Middeleeuwen aan toe. Zo wil ik iets universeels uitbeelden. Een song over een jongen die opgroeit bijvoorbeeld.’
Je refereert net aan Sovjet-architectuur. Oost-Europa speelt een opvallende rol.
‘Mijn moeders familie komt uit Polen, mijn vader is Frans. We gingen vaak in de zomer naar Polen, een land vol van oude drama’s. Mijn familie kent veel oorlogstrauma’s, die ik mee heb gekregen in de manier waarop ik opgevoed ben, in de verhalen die ik hoorde. Als kind in Polen voelde ik dat er iets vreselijks gebeurd was. Mijn familie is van Joodse afkomst. In de oorlog hebben ze hun naam veranderd. Mijn opa was een gevangene. Hij ontmoette mijn oma, die zuster was. Maar ze was Joods en werkte onder een valse naam. Toen dat ontdekt werd, vluchtten ze naar Frankrijk.’
Je bent van de derde generatie.
‘Klopt, maar ik ben opgegroeid met mijn ouders en grootouders, die er alles over weten. Ik heb me verdiept in de psychoanalyse, met name in het begrip “intergenerational transmission”. Dat gaat over hoe verhalen, trauma’s en zelfs dromen van generatie op generatie doorgegeven worden. Het kan zomaar dat je dingen droomt die over je grootouders gaan, dankzij verhalen die je van achter de deur of heel vroeger gehoord hebt. Mijn werk is een soort psychoanalyse op zichzelf. Mensen denken dat ik weet wat ik doe, maar vaak is dat helemaal niet zo.’
In ‘Run Boy Run’ wordt een jongen achtervolgd door een monster. Halverwege de clip zit een cruciaal moment. Het monster haalt de jongen in, maar blijkt ineens geen vijand, maar een vriend te zijn.
‘De video gaat over een jongen die opgroeit en in aanraking komt met de grote stad, de volwassenheid. Ik heb er bewust voor gekozen het eerste deel van de clip, met het monster, zo organisch mogelijk te maken, met miniaturen. De stad is volledig digitaal, futuristisch. Dat monster is ook bewust zo’n beest waar kleine kinderen over fantaseren en bang voor zijn. Maar als je opgroeit, blijkt je grootste angst een van je belangrijkste eigenschappen. Iets dat je moet omarmen.’
Stadsschouwburg Rabozaal
Woodkid & Metropole Orkest
23 juni, 21.00 uur