De Italiaanse componist Luigi Nono (1924-1990) kon buitengemeen lieve briefjes schrijven. Het schijnt dat zijn vrouw de enige was die zijn handschrift helemaal kon ontcijferen, maar ook voor anderen waren zijn goede bedoelingen overduidelijk. Eind jaren tachtig schreef hij zo’n lief briefje aan Carla Henius, een Duitse zangeres met wie hij in de jaren zestig grootse werken had verricht. Henius was inmiddels de leider van een gezelschap in Gelsenkirchen en Nono had gehoord hoe lastig het was om experimenteel muziektheater aan de man te brengen in deze stad van stoere arbeiders die ter ontspanning bier per liter drinken en de spitsen van Schalke 04 toeschreeuwen. Nono schreef haar op een frommelpapiertje:
Lieve Carla
werk – verzin
zoek steeds verder
ondanks alles!!!!
zeer zeer lieve groeten
sehr herzlichst
als altijd
van je Gigi
Nono hield van hard werken en nieuwe dingen verzinnen, al was het maar bij het verhaspelen van de Duitse taal. Hij was een perfectionist, maar het ging hem als componist minder om de volmaakt vastgelegde noot dan om de volmaakte uitdrukking en de volmaakte beleving. In het dagboek dat Henius in 1964 bijhield tijdens het ontstaansproces van La fabricca illuminata valt te lezen hoe Nono werkte, zocht en verzon, en hoe hij muzikanten in zijn ontdekkingstocht betrok.
Henius werd met een lief briefje naar twee piepkleine donkere kamertjes van de Studio di fonologica in Milaan gelokt. In het ene zaten Nono en een technicus verstopt tussen enorme hopen afgekeurde geluidsband, in het andere werkte Henius zich het apezuur. Eerst moest ze een tekst als een brave nieuwslezer uitspreken, daarna vroeg Nono haar beminnelijk om de rode woorden anders voor te dragen dan de zwarte. Fluisteren en zingen, hoog of laag, schreeuwend, morrend, mompelend, ze mocht zelf de verschillen kiezen. Zo werd Henius stapje voor stapje geleid naar een voordracht waarin zij als een muzikaal slangenmens voor iedere lettergreep een andere techniek moest aanwenden. Probeer ‘Luigi Nono’ maar eens als volgt te zingen en u begrijpt wat ze zichzelf aandeed: zing ‘Lu’, schreeuw ‘i’, fluister ‘gi’, zeg ‘No’ en brul de tweede ‘no’ als Lee Towers in de badkamer. Henius vond het uitputtend en haast onmogelijk werk, maar ze was door Nono medeverantwoordelijk gemaakt, dus ze zeurde niet.