P.F. Thomése schreef het libretto voor de opera Laika van Martijn Padding. 'We houden allebei van een beetje vloeken in de kerk.'

Een succesvol romanschrijver die een operalibretto voor zijn rekening neemt, is ‘eigenlijk best zeldzaam,’ beaamt Frans Thomése (1958), librettist van de opera Laika – genoemd naar het Sovjet-hondje dat een van de eerste dieren in de ruimte was. Toen componist Martijn Padding hem vroeg, was hij meteen enthousiast. Niet alleen is hij een auteur die uiteenlopende genres beoefent, hij is ‘erg van de muziek’ én een operaliefhebber. Maar anders dan Padding loopt hij weg met Wagner en Strauss. Uiteindelijk kwamen ze samen op Mozart uit als geschikt referentiekader. Dat het thema hedendaags moest zijn, leed geen twijfel.
Thomése: ‘Operateksten zijn vaak van die opgepoetste encyclopedieteksten. Die gaan over Spinoza, de ontdekking van penicilline of iets anders uit de historische canon. En dat wordt dan met veel eerbiedwaardigheid en monumentaliteit gebracht. We houden allebei van een beetje vloeken in de kerk.’

Een talkshowhost die uiteindelijk de ruimte verkiest boven de televisiestudio, is inderdaad andere koek.
‘Martijn haalde Nixon in China van John Adams als geslaagd voorbeeld aan. De hyperrealiteit daarvan is in feite een televisierealiteit. Zo kwam ik op het idee van de setting van een talkshow. Zo’n talkshow lijkt bovendien op een hof. De host is een soort zonnekoning en daaromheen heb je de lakeien en de hovelingen met alle bijbehorende intriges. Wat dat betreft is de keuze van Pierre Audi voor Aernout Mik voor decor en regie een gouden greep. Het thema past erg bij zijn videokunst.’

Waaraan moet een libretto voldoen?
‘De dramatiek van de handeling en de personages is belangrijker dan de tekst zelf. Ook als je er niks van verstaat, moet het meeslepend en begrijpelijk zijn.’

De rol van librettist is een beetje ondankbaar?
‘Ondergeschikt, maar wel belangrijk. Het is toegepaste kunst, je bent dienstbaar; misschien dat daarom zo weinig schrijvers zich eraan wagen. Ik heb ook tegen Martijn gezegd: gooi vooral weg wat je niet kunt gebruiken. Andersom gaat het van: ik heb eigenlijk nog een duet nodig, of: kun je de televisiekok wat meer tekst geven? Dan schrijf je braaf een duet. Dat is ook het leuke; zo’n opera is een organisch iets, het komt niet uit één hoofd’.

In welk opzicht is Laika te vergelijken met een Mozartopera?
‘Er zit een kijkcijferaria in het eerste bedrijf. Die is geschreven met een knipoog naar de catalogusaria uit Don Giovanni, waarin de knecht Leporello de veroveringen van Don Giovanni uit de doeken doet aan Donna Elvira. Bij ons zijn het trouwens geen liefdesaffaires maar voetbaluitslagen. Meer in het algemeen zijn de dynamiek en de lichtvoetigheid vergelijkbaar. Het verspringen van ernst naar luim, vaak ook binnen een personage, is Mozartesk. En het verschuiven in idioom, waar Martijn ook goed in is.’

De televisiewereld was ook al een thema in uw roman Vladiwostok!
‘Daar zit zeker een link. Voor veel mensen is dat scherm een constante in hun leven. Maar door mijn werk ken ik ook de andere kant. Het blijft een wonderlijk circus. Je wordt met een taxi van huis gehaald. De Knevels, Pauwen en Van Nieuwkerken omhelzen je alsof je hun beste vriend bent. Iedereen buigt als knipmessen en als het klaar is, zien ze je niet meer staan.’

Stadsschouwburg Rabozaal
Laika
3, 5, 6 en 7 juni, 20.00 uur en 8 juni, 13.30 en 19.00 uur
Radio 4
Opera live, 7 juni, 19.30-23.00 our