Qawwali-muziek is een van die opmerkelijke succesverhalen uit de wereldmuziek, vergelijkbaar met hoe voorheen voornamelijk binnenlands genoten genres zoals Cubaanse son en Portugese fado ineens een logische plek vonden op wereldwijde festivals en concertpodia. De naam die als eerste bij qawwali hoort is Nusrat Fateh Ali Khan (1948-1997), een Pakistaanse zanger die via het Womadfestival van Peter Gabriel vanaf 1985 uiteindelijk een wereldster werd. Popmarketeers hadden het vooraf niet zo wild kunnen bedenken: gezongen soefipoëzie van een monumentale man uit Pakistan, louter begeleid door harmonium en handgeklap. Qawwali, in essentie devotionele islamitische muziek, brak wereldwijd door dankzij deze ‘gentle mountain of a man,’ zoals hij onsterfelijk werd beschreven door een Britse journalist. Het Holland Festival voegt dit jaar met de Pakistaanse zangeres Abida Parveen (1954), die door Björk als grote inspiratiebron wordt genoemd, een waardig hoofdstuk toe aan zijn traditie van vocale niet-westerse sterren. Waarbij direct is opgemerkt dat Parveen onder Pakistanen ook geliefd is om andere genres dan qawwali, zoals ghazal (liefdespoëzie) en kafi (zachtmoediger variant van de nogal intense qawwali) – twee variaties van Pakistaanse folkloristische en klassieke muziek.
Haar présence in documentaires (zoals Sufi Soul – The Mystic Music of Islam van Simon Broughton uit 2008) is aangenaam androgyn: een stem die moeiteloos de diepte induikt en een fysieke verschijning die enige onzekerheid veroorzaakt of het hier mannelijk of vrouwelijk betreft. ‘I’m not a man or a woman, I’m a vehicle for passion,’ zei Parveen het zelf robuust in een interview met The Guardian vorig jaar. La Parveen manifesteert zich met een eindeloze stroom releases, waaronder ook prettig fout geproduceerde Bollywoodsoundtracks, en gastoptredens als jurylid van de talentenjacht tussen Pakistan en India Sur Kshestra, en dit alles op een manier die aangenaam vloekt met iedere notie van orthodoxie. Parveen ís leven en streven: bekijk het prachtig fragment op YouTube, waarin Parveen als jurylid van genoemde talentenjacht zichzelf niet kan inhouden als een jonge kandidaat een van haar nummers zingt: ze staat op en begint mee te zingen.
Het Holland Festival heeft dit jaar de legendarische Pakistaanse soefizangeres Abida Parveen kunnen boeken. ‘Haar muziek is betoverend. Ik versta er geen woord van, maar toch voel je iedere wending.’
zware stem
Parveen is geboren in Larkana in Sindh, een provincie in het zuiden van Pakistan. Haar vader Ghulam Haider was een klassiek getrainde zanger die – opmerkelijk – niet een van zijn twee zonen uitkoos voor een muzikale opvoeding, maar zijn dochter Abida, die zo vanaf haar derde al zag wat het effect van haar stem op een publiek was. Het was halverwege de jaren vijftig in Pakistan, net als nu, zeer ongebruikelijk dat een meisje dit repertoire zong. De vocale educatie kreeg Parveen van haar vader in dargahs, soefistische heiligdommen, veelal gebouwd op de graven van mystieke heiligen. In die leerschool bekwaamde de jonge Abida zich vooral in de zestiende-eeuwse lyriek van Shah Abdul Latif, een grootmeester van de kafi-traditie die ze vandaag de dag nog steeds graag zingt.
Ten burele van het Holland Festival kan ik via tolk Abid Ghaznavi even kort telefonisch spreken met Parveen. Helaas veel te kort – Parveen had last van haar stem. Vooraf corrigeert de tolk me als ik over Parveen als qawwali-zangeres spreek: hij heeft het liever over soefi qalam als aanduiding voor hetgeen Parveen bezingt.
Parveen: ‘Soefi qalam is “praten met God”, dus voor dit genre heb je een zware stem nodig. Het gevoel komt op die manier direct in het hart van de luisteraar terecht. De teksten zijn humanistisch: hoe kun je met God praten, hoe kun je goede dingen doen, hoe laat je mensen met rust. Deze traditie is zeker niet orthodox, maar stamt uit de humanistische traditie binnen de islam. Qalam betekent letterlijk tekst. Het zijn veelal oproepen tot medemenselijkheid. Een bekende gedachte die erin wordt geformuleerd is deze: als je iets tegen God doet, zal God je vergiffenis schenken, maar als je iets tegen een ander persoon doet, dan zal God je nooit vergeven.’
vocale oerkracht
Programmeur Jochem Valkenburg van het Holland Festival zag Parveen vorig jaar in Manchester optreden en was direct verkocht: ‘Zelfs zonder enig officieel bericht wist de Pakistaanse gemeenschap in Engeland al dat ze zou komen: het vliegveld van Manchester stond stampvol fans. In Nederland wonen zo’n 40.000 Pakistanen, en ze zijn ook hier goed georganiseerd. Voor de research ben ik in een partycentrum in Osdorp gaan kijken, daar was werkelijk iedereen – van piloot tot ambassadeur, de hele beau monde van de Pakistaanse diaspora was present, in prachtige kleding. Die wereld wist al ruim voor onze persconferentie dat Parveen zou komen. We hebben een aparte poster laten ontwerpen die meer voldoet aan de esthetische verlangens van een Pakistaans publiek. Via de ambassade, via culturele verenigingen, maar ook bijvoorbeeld de cricketclub van Pakistanen in Den Haag zoekt het Holland Festival zo het publiek op.’
Valkenburg benadrukt de artistieke merites van Parveen – het Holland Festival houdt zich niet bezig met etnisch programmeren omdat het zou moeten vanuit een of andere beleidslijn. Een divers publiek is natuurlijk het streven, maar uiteindelijk telt vooral de artistieke kwaliteit. ‘Haar muziek is betoverend. Ik versta er geen woord van, maar toch voel je iedere wending. Ik ben altijd sceptisch als mensen stellen dat muziek een universele taal zou zijn, maar als je Parveen ziet en hoort zingen dan geloof ik dat direct. Overal in de zaal in Manchester zag ik mensen, Pakistaans en Brits, er helemaal in opgaan.’
Het verhaal doet denken aan een uniek qawwali-concert dat in november 2006 plaatsvond in het Muziekgebouw aan ’t IJ tijdens de Flamenco Biënnale. Een spraakmakend project: de flamencozanger Duquende uit Barcelona in één programma met Faiz Ali Faiz, qawwali-zanger uit Lahore, Pakistan. Faiz Ali Faiz bezong op deze spectaculaire avond zó intens, ja ronduit seksueel geladen zijn liefde voor God – eerder als Ray Charles of James Brown dan iets uit een humorloze religieuze orthodoxie. Duquende, de sterzanger van de flamenco, leek zelfs overrompeld door zoveel wulpse vocale oerkracht, uit deze kleine, sexy man, die nota bene op het podium in kleermakerszit zat (naar goed qawwali-gebruik). Qawwali live meemaken is aan den lijve ondervinden dat die typisch westerse, seculiere neiging om alles wat devotioneel en niet-westers is te wantrouwen eigenlijk een hoogst curieuze reflex is, die niets met de werkelijkheid van doen heeft. Muziek als een wenk van de hemel, zo luidt de titel van de nieuwe Bach-biografie die de Britse dirigent John Eliot Gardiner onlangs publiceerde. Het zou zo maar toepasbaar kunnen zijn op de muziek van Abida Parveen.
Nationale Opera & Ballet
Abida Parveen
6 juni, 20.30 uur