Sandy (33) is maker/schrijver/host/coach en werkzaam bij De Alliantie en de Poetry Circle.
Hoe identificeer jij jezelf?
Dat is echt een ding. Er werd me vandaag letterlijk gevraagd waar ik vandaan kom. Wat bedoel je nou? Wat wil je precies weten? Ik ben in Amsterdam geboren. Mijn moeder is Ghanees en mijn vader Nederlands, net als Roziena maar dan andersom. Puur toeval trouwens. Onze ouders kennen elkaar niet. Ik blijf mij daarover verbazen. Dat mensen van die follow up questions vragen als ik zeg dat ik uit Amsterdam kom. Dat beantwoordt hun vraag blijkbaar niet. Ik zou zeggen als vrouw, moeder, wel als Ghanees. Ik voel mij daar toch trots op. Zo ben ik opgevoed. Een stukje cultuur, of mijn cultuur dan. Alsjeblieft eerst als mens. De rest moet je voorbij kijken.
In welke hokjes pas jij allemaal niet?
Dit vind ik heel lastig. Ik denk liever in helemaal geen hokjes. Er zijn wel hokjes waar ik in zou kunnen passen, maar liever niet. Ook in mijn creativiteit niet. Schrijver, woordartiest, theatermaker, allemaal het liefst. Het ergste hokje vind ik tienermoeder. Ik was 19 toen ik mijn zoontje kreeg. Nu ben ik 33. Toen wilde ik daar absoluut niet in geplaatst worden. Omdat ik net zo een goede moeder ben als iemand die ouder is. De maatschappij zegt alleen iets anders. Er zitten veel angsten aan verbonden, ook omdat het misschien veiliger is om eerst een carrière op te bouwen.
Struggle jij met je identiteit?
Nee, absoluut niet. Ik voel mij heel comfortabel. Ik weet wie ik ben. Misschien als je het mij had gevraagd toen ik puber was had ik anders geantwoord. Ik vind het prettig dat ik gemengd ben. Ik vind het prettig dat ik beide culturen heb meegekregen. Het blijft me wel echt verbazen hoe anderen mij zien. Identiteiten in mij denken te zien, aan mij willen geven, aan mij willen plakken. Gelukkig weet ik zelf wie ik ben en ben ik mondig. Ik ben maker dus misschien wel gezegend omdat ik weer terug kan geven hoe ik mezelf zie op een podium. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om te vertellen wie ze zijn. Hoe mensen dat interpreteren is dan weer het volgende. Maar ik hoop dat ik binnenkom.
Ik hoop ook dat ik dat zo overbreng op mijn kinderen. We zijn gewoon. Daarna komt de rest. Ik hoop dat ze dat meekrijgen. Misschien stel ik ze deze vragen wel als ze 18 zijn.