Iedere ochtend werd ik al vroeg gewekt door een Duitse herder die onder mijn raam stond te blaffen, zijn tong hing naar buiten en deed mij denken aan de schoenlepel die oma altijd gebruikte om haar opgezwollen enkels in haar zondagse schoenen te krijgen, in haar laatste dagen draaide ze er omeletten mee om in de koekenpan. Na het schrijven ging ik naar buiten waar ik steeds rechtdoor liep zodat ik de weg makkelijker terug zou kunnen vinden. De grote gebouwen deden mij denken aan de hoge meneren uit de kerkbanken, zo grauw en torsend maar toch ook beschermend. Steeds herhaalde ik in mezelf dat ik minder beduusd in het rond moest kijken, mijn ogen dimmen als de grote lichten van een huurauto om onopgemerkt te blijven. Toen ik thuis kwam besefte ik me dat er zoveel plaatsen zijn waar je kon verblijven, slapen, een maaltijd bereiden, verliefd worden, dat het me even bang maakte. Ik had heimwee naar mijn kamer 655 kilometer verderop waar ik het een paar dagen geleden nog niet meer uithield, het bos en naar vader en moeder op de boerderij maar nog het meest naar mezelf. Want wie was ik in deze grote stad waar niemand naar me omkeek? Misschien, bedacht ik me, hoefde ik niet te zoeken naar een plek om me voor eeuwig vast te leggen om alleen dan de rust te kunnen vinden en gelukkig te worden. Misschien zat het hem in het weggaan om uiteindelijk weer terug te keren naar het vertrouwde of om meerdere plekken te bewonen zodat je altijd onderweg kunt blijven, aan de eenzaamheid mag ontsnappen, te zien dat deze ergens anders net zo huist.
De avonden waren doodstil. Alleen dan kraakten de planken onder mijn voeten alsof een woning zich ook ongemakkelijk voelde als er niet werd gepraat, geschreeuwd of gezongen. De meeste tijd bracht ik door in bad met Chopin uit mijn mobiel, droog gehouden in een washandje. Daarna de zoveelste aflevering van Theo & Thea. Aan het eind van de week belde mijn moeder. ‘Ja’, zei ze wijs en hard de hoorn in, ‘meerdere huizen hebben kan geen kwaad, zoals een koe met zeven magen zich toch ook niet vaker verslikt’.