Samen met mijn tolk kom ik aan bij een gigantisch grote en kille flat, middenin een studentenwijk in Beijing. We nemen de trap naar de achtste verdieping. Het beetje licht dat langs de tralies van de ramen naar binnen schijnt, verlicht een stukje muur waar met rode verf het nummer op is geschilderd. We komen aan bij een klein kamertje met drie stapelbedden waartussen nog net genoeg ruimte is om je te kunnen bewegen. Op het bovenste bed zit iemand achter zijn laptop. Het is de huisgenoot van de jongens Wang Zhihui en Ma Xiajing. Wang wijst naar het onderste bed, rechts naast de deur: “Deze is van mij. Ik gebruik het niet alleen om in te slapen, maar mijn bed dient ook als studeerplek, eettafel, en de plek om te ontspannen met vrienden.” Een groot deel van Wangs leven speelt zich op dit moment af in dit eenpersoonsbed. En dat terwijl er in dit kamertje nog vijf anderen onder, boven en naast hem leven.
China heeft de afgelopen jaren een enorme economische groei doorgemaakt. Toch kunnen miljoenen afgestudeerde Chinezen geen baan vinden. Deze 'Chinese hoogopgeleide elite' zijn de vierde zwakste sociale groep in China. Zij worden ook wel ant tribes genoemd; een verwijzing naar hun enorme aantallen en de drukke buurten waarin ze zich begeven. Deze generatie, geboren in de jaren ‘80, hopen door middel van goede opleidingen een betere toekomst te creëren dan hun ouders. Dat is tot nu toe, tevergeefs. Door het toenemende aantal hoogopgeleiden is de concurrentie op de banenmarkt moordend, de kamernood torenhoog en het levensonderhoud onbetaalbaar. De ant tribes zijn ontevreden, maar laten uit angst voor de overheid hun stem niet horen. Om toch hun verhaal te vertellen, gaven Wang Zhihui en Ma Xiaojing mij een kijkje in hun leven.