Het recht op stilte moet opgenomen worden in de Grondwet, vindt de Amsterdamse kunstenares Sarah van Sonsbeeck. Na architectuur gestudeerd te hebben is Sarah in 2006 afgestudeerd aan de Rietveld Academie met het project ‘How my neighbours became buildings’, dat ze maakte naar aanleiding van de geluidsoverlast van haar bovenburen. Sindsdien stelt ze stilte in haar werk centraal.
“Het fascineert me vooral dat we het begrip zo vaak gebruiken, maar we eigenlijk helemaal niet weten wat het is.”
'........'
Als ik zeg stilte, dan zeg jij...?
‘In het begin van mijn werk associeerde ik stilte met mijn buren, want zij verstoorden de stilte immers in mijn huis. Ik heb ze toen een brief geschreven waarin ik ze vroeg om precies dát deel van mijn huur te betalen dat ze innamen met de geluidsoverlast. Na dit project ben ik stilte op meer manieren gaan onderzoeken en ik moet toegeven: hoe meer ik het ben gaan onderzoeken, hoe minder ik weet wat het eigenlijk is.’
Het recht op stilte in de Grondwet?
‘Klopt. Momenteel ben ik bezig met een project over datastilte. Ik geloof namelijk dat stilte steeds schaarser wordt. We zijn steeds meer bereikbaar per telefoon, er is steeds meer lawaai. Naast het recht op vrijheid van meningsuiting en recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zou je ook recht moeten hebben op stilte. Wat ik daarom heb bedacht als één manier om die stilte te bereiken, is de Faraday Bag. Dat is een tas van een verzilverde stof die ervoor zorgt dat zodra je je mobieltje er in doet, je niet meer gebeld kan worden.’