Veel jonge kunstenaars maken zich dan ook zorgen over hun toekomst. Kunstenaar Bas van Stippenhout (28) echter niet. Het subsidie trekken is er bij hem met de paplepel ingegoten. ‘Mijn vader heeft mij de fijne kneepjes van het vak geleerd’, aldus van Stippenhout. VPRO Dorst stelde hem een aantal vragen.
Door uw verslaggever
Ruben Jacobs
Uw vader heeft zijn hele werkende leven subsidie ontvangen. Wat deed hij precies?
Hij was ook kunstenaar. Autonoom.
Kunt u daar iets meer over vertellen?
Nou ja, dat is een beetje moeilijk uit te leggen. Zijn werk was nogal abstract. Wat ik in ieder geval wel kan zeggen is dat hij er altijd goed in slaagde om bij diverse fondsen geld los te peuteren. Hij kon goed lullen.
U heeft het dus niet van een vreemde?
Nee, klopt. Maar er is één groot verschil: waar mijn vader het subsidie trekken als noodzaak zag om zijn kunstenaarsleven te bekostigen, daar heb ik het subsidie trekken tot kunst verheven. Mijn kunst is het leven van de overheid, het subsidie trekken. Begrijp je?
Nee, eerlijk gezegd niet helemaal. Kunt u wat specifieker zijn?
Nou het is heel simpel. Het gaat mij helemaal niet om het maken van een schilderij of een dansvoorstelling. Dat is kunst zoals iedereen die kent. Mijn kunstvorm is echter het subsidie ronselen, het leven van andermans geld. Dat vergt enorme creativiteit. En wat dat betreft is deze tijd voor mij dus een godsgeschenk; het is nog nooit zó moeilijk geweest. En hoe moeilijker het wordt, des te interessanter mijn kunst.
Als ik u dus goed begrijp licht u de boel gewoon op?
Het is maar hoe je er naar kijkt. In mijn filosofie is de mens een manipulatief wezen die dag in dag uit liegt en bedriegt. Ik verhef dit gegeven enkel en alleen tot kunst om zodoende deze mechanismen bloot te leggen. En om van te leven natuurlijk.
Maar u heeft zo meteen geen WWIK meer? Hoe gaat u dat dan doen? Wat is het plan?
Oh nou, er is nog genoeg. WW, WAO, WIJ. Maar ik begin eerst maar eens met een Bijstandsuitkering. Daar is voor iemand met mijn ervaring makkelijk aan te komen.
En als u straks nou een keer wordt gepakt. Wat dan?
Dan is er ook geen man over boord. In het ergste geval ga ik op straat rondscharrelen en leef ik alsnog via de opvangtehuizen van de overheid. Kijk, u moet begrijpen: de overheid komt nooit van mij af. Ik ben en blijf een subsidietrekker tot in de den dood. Wist u dat crematoria ook subsidie krijgen?
De naam in dit artikel is om veiligheidsredenen gefingeerd.