De eerste brief
Op een vroege ochtend plofte er een lichtblauwe enveloppe op de deurmat van cardioloog, onderzoeker en schrijver meneer van Lommel. Hij liep ernaar toe, nam de enveloppe in zijn handen, keek ernaar en maakte hem open. Er kwam een evenzo blauw vel briefpapier tevoorschijn.
Beste meneer van Lommel,
Ik bewonder uw werk enorm en vind het mooi dat een hartchirurg, een vakman die zijn kennis normaliter puur uit de wetenschappelijke hoek haalt, zo open minded is en al jaren fanatiek onderzoek doet naar bijna-doodervaringen en het hiernamaals.
Nu heb ik daar een aantal vragen over.
De meeste mensen nemen tijdens een bijna-doodervaring (BDE) een stralend wit licht waar, horen hemelse muziek en zien overleden familieleden en geliefden terug.
Mijn eerste vraag betreft die laatste categorie. Ik ben elf jaar getrouwd geweest met Evelien, van wie ik nog steeds zielsveel houd. Ze is zes jaar geleden omgekomen bij een tragisch busongeluk in de Franse Alpen. Drie jaar geleden ben ik voor de tweede keer getrouwd met Willie, een welbespraakte, keurige dame die tien jaar ouder is dan ikzelf. De kans dat zij eerder sterft dan ik is dus vrij groot. Ook van haar houd ik best veel.
Mijn vraag is nu: wie zal ik zien als ik een keer een BDE zal hebben, of sterker nog, erin zal blijven? Zal Evelien aan de Hemelpoort staan, of Willie? Of staan ze er allebei? Als ze er allebei staan, zullen ze dan tot in de Eeuwigheid bekvechten over wie mijn ware Ware is, of zullen ze juist van elkaar houden, zoveel dat ze mij bij binnenkomst niet eens zullen opmerken?
Daarnaast heb ik nog een vraag over het familiegedeelte. Ik hoop mijn Opa en Oma terug te zien, aangezien ik erg dol op ze was. Maar ik heb een enorme hekel aan mijn pas overleden neef Peter, dus hem hoef ik eigenlijk niet te zien. Kan ik bepaalde mensen ook weren uit mijn BDE, dus vooraf een bepaalde selectie maken van wenselijke oude bekenden? En zo ja, waar vindt dat proces plaats en hoe kom ik daar?
Ik hoop dat u een antwoord heeft op deze prangende vragen.
Met vriendelijke groet,
G. te Z. (volledige naam en adres zijn te vinden op de achterkant van de enveloppe)
Meneer van Lommel liep met de brief in de hand de serre in, ging in zijn zwarte fauteuil zitten, fronste zijn wenkbrauwen en nam een slokje van zijn koffie.
De tweede brief
De volgende ochtend plofte er een tweede lichtblauwe enveloppe op de deurmat van meneer van Lommel, welke ook een evenzo blauw vel briefpapier bevatte.
Beste meneer van Lommel,
U heeft gisteren j.l. een brief van mij ontvangen met daarin een aantal vragen met betrekking tot de BDE, het hiernamaals en mijn geliefden. Ik heb eigenlijk nog een aantal vragen over de BDE, vandaar dat ik u opnieuw een brief stuur.
Men heeft het altijd over het uittreden uit het eigen lichaam en soms worden er vormeloze, onmenselijke wezens gesignaleerd tijdens een BDE. Nu vraag ik mij af: hoe neem je iets waar dat geen vorm heeft? Is het stiekem toch een bepaalde vorm, bijvoorbeeld een ovaal, zij het dan misschien niet heel netjes en precies, gevuld met een niet te definiëren materie, of is het alleen maar het onderbuikgevoel dat er een onmenselijk vormeloos wezen aanwezig zou kunnen zijn? Of bestaat zo’n wezen misschien uit een nieuwe vorm die we nog niet kennen? Als dat zo is, dan kunnen we er misschien achter komen wat voor vorm het is en dan zouden we die nieuwe vorm een naam kunnen geven, zoals Zessel, wat voor ‘Zeshoekcirkel’ zou kunnen staan. Dit is natuurlijk maar een voorbeeld en dit voorbeeld zou alleen gelden als die waar te nemen vorm ook daadwerkelijk overeenkomt met de vorm die ik zojuist omschreef.
Ik heb ook een manier bedacht om alle vormeloze wezens te categoriseren. We kunnen de mensen met een BDE waarin desbetreffende wezens voorkomen achteraf vragen om ze te tekenen. We geven alle vormen een naam. Als er dan toch nog weer een nieuwe vorm opduikt bij iemand, kunnen we de procedure gewoon herhalen, net zolang tot we alle vormen van de wezens benoemd hebben dan zou niemand meer van vormeloze wezens kunnen spreken.
Wat ik mij ook afvraag: hoe zie je er zelf uit nadat je bent uitgetreden? Word je een transparante versie van jezelf of word je ook een soort vormeloos wezen? Zou het dan ook kunnen dat je achteraf door iemand getekend wordt als je gelijktijdig een BDE hebt? En is het mogelijk om je eigen vorm te beïnvloeden? Ik zou graag een appetijtelijke vorm aannemen, met het oog op deze nieuwe registratiemethode. En als je inderdaad je eigen vorm kan beïnvloeden, heb je daar dan bepaalde gereedschappen voor nodig en kun je ergens lessen volgen in hoe je dat het beste kunt doen?
Met vriendelijke groet,
G. te Z. (volledige naam en adres zijn te vinden op de achterkant van de enveloppe)
Meneer van Lommel liep met de brief in de hand de serre in, ging in zijn zwarte fauteuil zitten, fronste zijn wenkbrauwen en nam een slokje van zijn koffie.