Het eerste mailtje van Wim, een dag voor de uitzending van Bureau Buitenland waarin hij het prachtige en veel geprezen boek van de Algerijnse schrijver Kamel Daoud, ‘Moussa of de dood van een Arabier’ zou komen bespreken, was slechts een onschuldige opmaat. Waar hij zich moet melden bij de NOS en hoe laat. Wim loopt al dertig jaar rond in Hilversum en weet dondersgoed waar onze radio-uitzending vandaan komt. Eerder was al contact geweest met onze redactie over plek en tijdstip en voor een voorgesprek. Wim antwoorde kortweg: “Ik doe niet aan voorgesprekken.”
Om 9.47 uur de volgende dag een smsje van Wim: “Dag Rik, ik zal vanavond omstreeks half negen aanwezig zijn. Mag ik aan het begin in pakweg drie minuten uitleggen waarom dit boek om drie redenen een meesterwerk is? Kunnen we het daarna uitdiepen. Vrgr Wim”
Even negeren. Tegen beter weten in. Geen voorgesprek maar wel de regie van het interview in handen nemen. Wim kennende zal dit niet de laatste poging zijn vandaag. In de middag opnieuw een bericht, nu via de mail. Met de vraag of het bericht wel naar het juiste telefoonnummer is verzonden en of ik akkoord ben met zijn voorstel. Wim weet donders goed dat dit het goede nummer is. Beter even bellen. Ja, het bericht is ontvangen en hij mag uitleggen waarom het een meesterwerk is, maar niet in een monoloog, dit is een vraaggesprek.
Wim arriveert niet om half negen, een half uur voor de uitzending, maar ruim voor achten, hij wil graag nog even bespreken hoe we een en ander gaan doen en hij wil heel graag in de eerste drie minuten uitleggen waarom dit boek een meesterwerk is.
Rik Delhaas