Het was een hete zomer in de landelijke politiek: het kabinet viel en veel prominente Kamerleden maakten bekend dat ze ermee stoppen: de exodus uit Den Haag is compleet. Daarnaast werd deze week bekend dat demissionair minister Hoekstra Den Haag mogelijk inruilt voor Brussel om Timmermans op te volgen als Eurocommissaris en Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt zorgt voor een politieke aardverschuiving zo blijkt uit de nieuwste peilingen.
‘Het volksvertegenwoordigerschap is een ambacht, het is een enorme eer om het te doen. Je kunt echt een deel van je idealen bereiken in de Kamer en ik hoop dat de goede mensen dat willen doen, maar ik maak me wel bezorgd’, zegt vertrekkend PvdA Tweede Kamerlid Henk Nijboer. ‘Vanwege de bedreigingen, maar ook omdat er steeds meer neergekeken wordt op het parlement. Door de media, maar ook door wetenschappers, collega-Kamerleden en oud-bewindslieden. Het is erg als iedereen denkt: ze zitten daar maar wat te rommelen. Dat is niet mijn ervaring. Er zijn 150 Kamerleden, waarvan verreweg de meesten proberen de wereld een beetje beter te maken.’
Hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans signaleert ook dat het Kamerlidmaatschap minder aantrekkelijk wordt. ‘Je ziet het aan het aantal ervaringsjaren van Kamerleden. Tot 1989 was dat gemiddeld zeven jaar, nu is dat naar vijf jaar gegaan.’ Volgens hem staan daarmee de tegenmacht en controlerende functie van de Kamer onder druk: ‘Allemaal vers bloed, maar veel onervarenheid. Dat zorgt ervoor dat de Kamer niet krachtig is.’
Parlementair verslaggever Frank Hendrickx is het daar niet geheel mee eens. ‘De focus is lange tijd gericht geweest op bestuurders, op ministers. De Jonge en Hoekstra wilden bijvoorbeeld niet in de Kamer. Het Kamerlidmaatschap was een beetje de troostprijs voor een politicus. Omtzigt doet nu juist het omgekeerde en Van der Plas zegt ook: wij willen in de Kamer blijven. Je zou kunnen zeggen dat de status van het Kamerlidmaatschap weer wat verhoogd wordt.’