‘De oorlog gaat niet zoals Poetin wil’, zegt minister van Defensie Kajsa Ollongren. Toch geeft Rusland niet op: 'We moeten er rekening mee houden dat de oorlog voorlopig voortduurt. En Oekraïne moet kunnen volhouden doordat wij ze blijven steunen.’ Het moment dat de oorlog aan de onderhandelingstafel wordt beëindigd ziet Ollongren nog ‘helemaal niet gebeuren’: ‘Dan ga je onderhandelen met het mes op de keel. Het is een grootscheepse invasie van Oekraïne, ze hebben een deel van het land bezet. Zolang Oekraïne bezig is met die zelfverdediging is het aan hen om over mogelijke onderhandelingen te besluiten. Wij hebben onze onvoorwaardelijke steun aan Oekraïne al uitgesproken.’ Tot slot hoopt Ollongren dat de oorlog het belang van een goed leger heeft aangetoond: 'Die 2% NAVO-richtlijn is een helder richtsnoer, laat dat stabiel zijn en laat de politiek daarvan afblijven. Ik vind het belangrijk dat we langjarig kunnen rekenen op dat budget.’

Kunnen we nog loskomen van China? 'Nee, en dat moeten we ook niet willen. Negentig procent van de zeldzame aardmetalen die we nodig hebben voor de verduurzaming van onze economie komt uit of via China', zegt minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher. 'Het idee dat je nog helemaal los kunt komen van China is een illusie. We moeten de afhankelijkheid afbouwen, maar dat betekent niet dat we handelsrelatie met China op nul zetten.’ Ook de relatie met de Verenigde Staten is een balanceertruc voor Schreinemacher: ‘We hebben een wederzijdse afhankelijkheid. Wij hebben Amerika nodig, maar de Amerikanen hebben ons ook nodig.’ Om Nederland aantrekkelijk te houden voor bedrijven moet er voorzichtig worden omgesprongen met de initiatiefwet voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: ‘Het is belangrijk dat zo’n wet uitvoerbaar is, en dat het duidelijk is voor bedrijven waar ze zich aan moeten houden. In Brussel zijn ze ook met zo’n wet bezig, het is belangrijk dat we met zoveel mogelijk landen tegelijk het goede voorbeeld geven. Dat zorgt voor een level playing field.'  

Volgens voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Kim Putters is de polder springlevend, maar moet de polder wel op de schop: ‘Wat wij op dit moment in de polder en de politiek moeten doen is wat ik goed voorouderschap noem. We hebben niet alleen maar te zorgen voor het hier en nu, en dat het ons nu goed gaat. Wij zullen dat ook moeten verzekeren voor de toekomstige generaties.’ Hogere lonen zijn daar volgens Putters onderdeel van: ‘Maar ik probeer wel aan te geven: daar heb je elkaar bij nodig. Dus ook een goed vestigingsklimaat, goed onderwijs en dat perspectief op goed werk. Want uiteindelijk zijn dat communicerende vaten.’ Hij geeft zichzelf op de opdracht om de stille, hardwerkende Nederland luid te laten horen, want: ‘In de media gaat het vaak over uitersten. Terwijl er een grote groep tussenin zit die ook problemen hebben.’ Hij maakt zich ook zorgen om de Nederlanders die zich ongehoord voelen: ‘Die moeten we horen en betrekken. Maar in de kern gaat het erom dat ik betrouwbaar ben, dat het instituut betrouwbaar is en dat ook de politiek zijn afspraken nakomt.’