In Hoofd van mijn dromen roept Maarten van Buuren een Nederland op dat niet meer bestaat: dat van de jaren vijftig. Aan de hand van meticuleuze beschrijvingen van de middenstand in de Maassluisse havenwijk 't Hoofd wordt een voorbije tijd voor het geestesoog van de lezer getoverd. Maar wie een geromantiseerde kroniek verwacht, komt bedrogen uit: achter de brave etalageruiten gaan fikse familiedrama's schuil.
Boeken
Maarten van Buuren & Maarten 't Hart
In 'Hoofd van mijn dromen' roept Maarten van Buuren een Nederland op dat niet meer bestaat: dat van de jaren vijftig in de Maassluisse havenwijk 't Hoofd. Zijn vriend en collega Maarten 't Hart schreef 'Verlovingstijd', dat zich ook in Maassluis afspeelt.
Wie was Jan Hillenaar? Gewoon een gedreven elektriciën, zo op het eerste gezicht, met een eigen zaak aan de Burgemeester de Jonghkade in Maassluis. Hij was evengoed fotograaf, groentehandelaar, kraandrijver en timmerman. Maar, zo leren we, boven alles was Jan een briljant en rusteloos uitvinder, die dag en nacht ideeën uitwerkte in een kriebelig handschrift op slordige vellen papier. Hij verzon verduisteringslampen, hypercomplexe rekeninstrumenten, en de Zonnekalender. Allemaal even ingenieuze als onpraktische uitvindingen, die nooit resulteerden in een daadwerkelijk produkt. Continue golven van inspiratie leidden uiteindelijk tot slapeloosheid en gekte. Zijn dood in 1973 betekent het einde van een leven vol nooit ingeloste verwachtingen, het einde van een stuurloos genie.
Het is een klein drama dat zich voor het oog van de lezer onttrekt, en Hoofd van mijn dromen staat er vol mee. Want Jan Hillenaar is beslist niet het enige personage dat gekenmerkt wordt door tragiek. Zo is er bakkerszoon Boon, die uiteindelijk gedwongen wordt zijn eigen vader uit de zaak te kopen. Of Henk Fortuin, zoon van de drukker en een getalenteerd kunstschilder, die desondanks niet in staat is het leven succesvol vorm te geven en uiteindelijk eindigt in een kast onder een trap met slechts een tafel, bed en televisie.
Van Buuren: "Ik schrijf over zaken die me echt bezighouden. Maar ik wilde niet direct in het huis van mijn eigen jeugd stappen. Omdat de middenstand in die tijd het knooppunt was van een buurt, kon ik de buurt van mijn eigen jeugd vatten door dat netwerk van middenstanders te beschrijven. Tot in detail."
'Detail' is hier het sleutelwoord. Want de beschrijvingen zijn gedetailleerd tot in het extreme, soms tegen de rand van het waanzinnige aanschurend. Van Buuren sprak -voor zover nog in leven- met alle middenstanders, met hun kinderen, kleinkinderen, vrienden en buren. Hij bestudeerde hun administratie, hun werkwijze, hun dagboeken, fotoalbums en correspondentie. Hij beschrijft de inrichting van hun huiskamers, de inboedel van hun winkels, soms zelfs specifieke ingrediënten voor bepaalde producten. Zelfs de complete menukaart van de snackbar van Leo van Velzen wordt niet overgeslagen. Alles lijkt belangrijk.
Van Buuren: "Door die gedetailleerde beschrijvingen komt een wereld naar voren die nu niet meer bestaat, en krijg je een idee van wat voor wereld dat nu eigenlijk was. Uiteindelijk gaat het ook helemaal niet meer alleen maar over Maassluis: wat ik beschrijf kan in feite voor elke buurt in het Nederland van de jaren vijftig gelden. Een claustrofobisch geheel met veel bescherming en sociale controle. Maar: ik beschrijf het slechts. Ik breng er geen valse romantiek in. Ik wil de lezer gewoon door het wereldje van de jaren vijftig leiden."
Daarmee is Van Buuren bescheidener dan zou moeten. De personages in Hoofd van mijn dromen gaan voor de lezer uiteindelijk leven als ware het romanpersonages. Wie naast Jan Hillenaar vooral bijblijft, is kappersdochter Els Borst: een verlegen, licht-epileptisch meisje dat gaandeweg het verhaal blijkt te lijden onder de kille, afstandelijke behandeling van haar ouders. De uiteindelijke onthulling dat deze niet haar echte ouders zijn, tekent het meisje voor het leven.
Van Buuren: "Zo gauw je je gaat verdiepen in die mensen komen er steeds meer verhalen naar buiten. Els Borst bleek niet alleen geadopteerd, maar bij nadere inspectie bleek haar biologische vader ook nog eens een extreem foute NSB'er te zijn. Het geeft aan dat zo'n wijk vol zit met geheimen waar je in eerste instantie niets vanaf weet. Het zijn volstrekt onverwachte verhalen die je aantreft, die alles enorm veel diepte en achtergrond geven. Op die manier ontstaat een microscopisch portret van Nederland."
Dat het Nederland zoals beschreven door van Buuren is verdwenen en ook nooit meer terugkomt, is volgens de schrijver zelf niet iets om sentimenteel over te doen. Maar met het gedichtje voorin het boek, toont van Buuren aan dat er van een mespuntje melancholie nog nooit iemand is gestorven:
Hoofd van Maassluis
Hoofd van mijn dromen
Daar wil ik wonen
Daar ben ik thuis