Spaanse tomaten met een luchtje
Veel tomaten die in de supermarkt te koop zijn, komen uit de provincie Almería in Zuid-Spanje. Daar ligt een gigantisch kassengebied, zes keer zo groot als alle kassen bij elkaar in het Westland. Almería wordt dan ook ‘de groentetuin van Europa’ genoemd. Er werken tienduizenden Afrikaanse migranten. Maar de omstandigheden zijn er bar.
Samen met ‘Lost in Europe’-collega’s van de RBB, de publieke omroep in Berlijn, deed Argos onderzoek naar de werk- en leefomstandigheden van deze migranten. Tomatenplukkers en vakbondsbestuurders vertellen dat ze zeventig uur in de week moeten werken, voor vier euro per uur, soms in gevaarlijke omstandigheden. Ongeveer vijfduizend van de arbeidsmigranten leven in sloppenwijken, in van afvalhout en plastic in elkaar getimmerde hutjes, zonder stromend water en aansluiting op het elektriciteitsnet.
Welke Nederlandse supermarkten verkopen deze tomaten uit Almería? Voelen deze supermarkten zich verantwoordelijk voor de werk- en leefomstandigheden van de arbeidsmigranten? Hoe transparant zijn ze daarover? En gaat de Europese initiatiefwet, die Europarlementariër Lara Wolters in Brussel heeft ingediend, de problemen oplossen?