Argos
Arie van der Zwan over industriebeleid.
Interview met Arie van der Zwan over industriebeleid.
"We kunnen beter afzien van grootschalige industrie en ons toeleggen op de dingen waar we wel goed in zijn." Die opmerkelijke uitspraak doet de goeroe van het industriebeleid, prof. Arie van der Zwan in Argos.
Van der Zwan staat uitgebreid stil bij de problemen waarin bedrijven als Fokker en DAF verzeild zijn geraakt. Hij spaart de regering, maar ook de bankiers en de directies van die ondernemingen zijn kritiek niet.
De hoogleraar (die vroeger onder meer president-directeur van de Nationale Investeringsbank was) vindt dat DAF zijn faillissement aan zichzelf te wijten heeft. Het bedrijf had eerder op zoek moeten gaan naar een partner in het buitenland. Maar het sloeg adviezen in die richting consequent in de wind. "DAF", concludeert hij, "heeft zichzelf in de problemen gebracht".
Over Fokker merkt hij op dat het ministerie van Economische Zaken en de directie van dat bedrijf elkaar voortdurend voor de voeten hebben gelopen. Zowel minister Andriessen als zijn voorganger De Korte hebben zich daar schuldig aan gemaakt. Andriessen heeft volgens Van der Zwan een dubbele fout gemaakt: hij bemoeide zich te laat met Fokker, maar toen hij het deed ging hij te veel op de stoel van de directie zitten.
Als hij zelf minister was, zou Van der Zwan geen grootschalige steun meer aan de zware industrie geven. Nederland kan zich beter richten op de dienstverlenende sector en de lichte industrie.
Samenvatting:
Vraaggesprek met de econoom van der Zwan over de verslechterde situatie van de Nederlandse industrie sinds de jaren zeventig, de moeizame samenwerking tussen de overheid, de industrie, en de banken. Als voorbeeld noemt Van der Zwan de ontslagen bij DAF en Fokker: "Onze overheid is benauwd voor het maken van keuzes." Van der Zwan verwacht dat 'opportunistisch' handelen in de industriële wereld tot het verleden zal gaan behoren.
Het ideale industriebeleid bevat, volgens hem, meer spiritualiteit en moet meer nadruk leggen op de lichte en de dienstverlenende industrie. Van der Zwan is teleurgesteld in de afkalving van het socialistisch gedachtegoed van de PvdA, dat naar zijn mening is verworden tot: "Een verzamelbak van uitkeringsgerechtigden".
Geïllustreerd met een fragment, waarin Fokker-topman Nederkoorn op een persconferentie, die tijdens de uitzending plaatsvond, de fusie tussen Fokker en DASA verdedigt.
Uitgebreide beschrijving, achtereenvolgens:
- Inleiding van het programma. Fragment van de persconferentie bij Fokker.
- Van der Zwan over het Nederlands industriebeleid. Overzicht van Van der Zwan's loopbaan.
- VdZ over zijn interesse voor het industriebeleid en zijn loopbaan van ondernemer tot politiek adviseur. Pres over de moeite die het heeft gekost om VdZ te kunnen interviewen. VdZ over de Nederlandse journalistiek.
- VdZ over de PvdA. VdZ over de slechte situatie van de Nederlandse industrie en DAF.
- VdZ over de slechte situatie by Fokker.
- VdZ over de rol van bankiers en geldverstrekkers. VdZ over de veranderingen die moeten plaatsvinden in het industrieel
denken.
- VdZ over de dieptepunten van de Nederlandse industrie van de afgelopen vijftien jaar.
- VdZ over het 'ideale' industriebeleid.
- Int. rondt het gesprek af. Muziek.
Inleidende teksten:
tekst 1.
Duizenden werknemers van verschillende grote industriële ondernemingen vechten op dit moment voor het behoud van hun baan en hun bedrijf.
We kunnen beter afzien van grootschalige industrie en ons toeleggen op de dingen waar we wel goed in zijn, dat zegt de econoom en oud-ondernemer Arie van der Zwan, in een lang gesprek vanmiddag in Argos.
tekst 2.
Een opmerkelijke conclusie want Van der Zwan wordt wel gezien als de goeroe van het industriebeleid, in de meeste belangrijke advieskommissies op dit gebied voerde zijn mening de afgelopen twintig jaar de boventoon. Zo schreef hij, begin jaren tachtig het rapport plaats en toekomst van de Nederlandse industrie als lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Daarnaast zat hij in de kommissie Wagner, die Nederland een nieuw industrieel elan moest bezorgen. Van der Zwan deinst er niet voor terug om de regering te bekritiseren maar ook de ondernemers krijgen regelmatig van hem te horen dat ze slechte managers zijn. Nu de malaise in de industrie als een besmettelijke ziekte om zich heen grijpt en kroonjuwelen als Fokker en DAF al hun glans verliezen komen zijn bangste vermoedens uit. Voor het eerst spreekt van der Zwan hardop uit dat Nederland er niet meer in zal slagen een grote industrie van enige betekenis overeind te houden. Het lijkt erop dat van der Zwan de hoop heeft opgegeven, een uitspraak waarmee hij in elk geval een taboe doorbreekt want iedereen is vandaag de dag immers opeens voorstander van het behoud van onze industrie. Maar taboes heeft hij vaker doorbroken. Zijn loopbaan getuigt daarvan. Begin jaren zestig was van der Zwan actiecommandant van de Socialistiese jeugd. Halverwege de jaren tachtig was hij president-directeur van de Nationale investeringsbank om vervolgens de kroonprins van Anton Dreesman te worden. Maar dat liep mis en nu voorziet hij in zijn levensonderhoud doormiddel van twee hoogleraarschappen, diverse commissariaten en is hij strategisch bedrijfsadviseur. En ook zit hij sinds kort nog in de klankbordgroep van de Binnenlandse Veiligheidsdienst.
tekst 3.
Het kostte moeite, heel veel moeite om van der Zwan voor onze microfoon te krijgen. In september schreven we de eerste brief. Van der Zwan heeft het niet zo op journalisten en het gehalte van de Nederlandse journalistiek.
tekst 4.
Van der Zwan beschouwt zichzelf nog steeds als een socialist. Wat ook gebleven is is zijn ambivalentie tegenover de PvdA.
De PvdA heeft een kans gemist, aldus van der Zwan. Toen Den Uyl het politieke toneel verliet en Kok kwam hadden de sociaaldemocraten nog veel radicaler het roer om moeten gooien.
tekst 5.
Van der Zwan over het afkalven van de PvdA maar we praten vooral met hem over het afkalven van iets anders. De Nederlandse Industrie. Philips, Fokker, Hoogovens en DAF, overal dreigen op dit moment massaontslagen.
tekst 6.
Het verbaast Van der Zwan niet dat een bedrijf als DAF aan de grond is geraakt. Hij heeft het zien aankomen. Hij kon het ook zien aankomen. Hij zat er met zijn neus bovenop. Als president-directeur van de Nationale Investeringsbank in de jaren tachtig klopte DAF al bij hem aan voor steun. Hij had inzage in alle dossiers van de vrachtwagenfabriek. Hij adviseerde DAF toen al om tijdig naar een buitenlandse partner te zoeken. Het bedrijf moest niet proberen boven zijn stand te leven. Maar de directie van DAF sloeg zijn raadgevingen in de wind. Het wilde zijn eigen baas blijven. Pas vorige week ontdekte DAF de harde werkelijkheid. Van der Zwan over de adviezen die hij het bedrijf destijds heeft gegeven:
tekst 7.
Fokker was ook een van de vaste klanten van de Nationale Investeringsbank toen Arie van der Zwan daar de scepter zwaaide. Ook de vliegtuigfabriek, die nu in grote moeilijkheden verkeert, kwam toen al regelmatig langs voor geld en goede raad. Ook Fokker kreeg van Van der Zwan te horen dat het bedrijf er beter aan deed naar een fusiepartner op zoek te gaan. Anders dan DAF volgde de vliegtuigfabriek dat advies wel op. Maar toch liep het mis. Van der Zwan wijt dat vooral aan de toenmalige minister van Economische Zaken, de VVD-er Rudolf de Korte. Die schreeuwde van de daken dat Fokker te koop was - wat volgens Van der Zwan binnenskamers had moeten blijven. Fokker voelde zich in zijn eer aangetast. Het zaad van het wantrouwen tussen de vliegtuigfabriek en de overheid was vanaf dat moment gezaaid. Dat is zich tot op de dag van vandaag blijven wreken. Van der Zwan over de ongelukkige ontboezemingen van Rudolf de Korte:
tekst 8.
Dat is de ziekte van het Nederlandse industriebeleid: de ondernemers en de overheid werken niet samen. Ze schaken tegen elkaar in plaats van tegen het buitenland. Maar er is nog een derde groep die volgens Van der Zwan blaam treft: de bankiers, de verzekeringsmaatschappijen, de beleggingsfondsen - kortom: de kapitaalverschaffers. In landen als Frankrijk en de Bondsrepubliek steunen die actief de nationale industrie. In Nederland stellen ze zich - vindt Van der Zwan - veel te afzijdig op. Een recent voorbeeld: het was een bankconsortium onder leiding van ABN/AMRO dat vorige week DAF de nekslag uitdeelde. Achter die terughoudendheid van de banken tegenover het bedrijfsleven gaat zelfs een soort filosofie schuil. Het past niet in de Nederlandse bancaire traditie om als verschaffer van vermogen een rol te spelen bij het beschermen van de nationale industrie, zei ABN/AMRO-topman Hazelhoff dit najaar. Van der Zwan daarover:
tekst 9.
Van der Zwans naam werd in 1989 genoemd als kandidaat-minister van economische zaken voor de PvdA. Hij werd het niet. Partijleider Kok zou hem te lastig hebben gevonden. Uiteindelijk kwam de CDA-er en oud-ondernemer Andriessen op die post. Maar stel dat Arie van der Zwan in de toekomst nog eens de verantwoordelijke minister voor het industriebeleid wordt, hoe zal zijn beleid er dan uitzien?
AFKONDIGING.