Argos
Kindermishandeling tussen gerucht en feit
De afgelopen jaren is er terecht steeds meer aandacht voor kindermishandeling in Nederland. Alles staat op scherp om kindermishandeling te voorkomen of te stoppen. Iedereen kan er (anoniem) melding van doen. Maar een vermoeden van kindermishandeling kan eenmaal in handen van de instanties uitgroeien tot een onuitwisbaar brandmerk of een zichzelf repeterende waarheid. De gevolgen van verkeerde diagnostiek zijn groot, daders gaan vrijuit en anderen worden onterecht beschuldigd van kindermishandeling. Argos over hoe jeugdzorg en justitie regelmatig grote fouten maken bij onderzoek naar geruchten over kindermishandeling. Minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin reageert in de uitzending.
Jaarlijks worden tussen de 100.000 tot 160.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling. Daarvan hebben rond de 20.000 te maken met fysiek geweld en rond de 5000 met seksueel misbruik. In de overige gevallen betreft het veelal emotionele verwaarlozing. Door de oprichting van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kan ieder vermoeden van kindermishandeling worden gemeld. Een signalering van kindermishandeling kan door verkeerde diagnostiek ertoe leiden dat ouders onterecht beschuldigd worden of vrijuit gaan terwijl zij wel schuldig zijn.
Verslag (12:15 uur) met interviews met:
- arts Rob Bilo van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), die zegt dat in de helft van de zaken die het NFI onderzoekt verkeerd is gediagnosticeerd. Huisartsen, maatschappelijk werkers en medewerkers bij politie en justitie zijn niet deskundig genoeg;
- hoogleraar kindermishandeling Francien Lamers-Winkelman, oprichtster van het kinder en jeugd traumacentrum in Haarlem, die zegt dat niet alleen de medische maar ook de gedrags-wetenschappelijke diagnostiek "om te huilen is". Meer dan 50 procent van de mishandelde kinderen heeft adhd-verschijnselen waarvoor het wordt behandeld. De mishandeling wordt over het hoofd gezien. Volgens Lamers hebben de meeste hulpverleners te weinig kennis en ervaring om kindermishandeling te signaleren. Zij pleit bij elk vermoeden van mishandeling voor een volledig onderzoek van het kind door een arts;
- kinderarts Noor Landsmeer, die zegt dat huisartsen vaak op hun intuïtie afgaan en zich laten leiden door het verhaal van de ouders;
- manager Paul Baten van het AMK Haaglanden, die zegt dat AMK-hulpverleners geen lichamelijk onderzoek doen bij kinderen (telefonisch);
- officier van justitie Eva Kwakman, die zegt dat hulpverleners soms te snel melding maken van kindermishandeling (telefonisch);
- hoofd beleid van de Raad voor de Kinderbescherming Paul van der Donk (telefonisch);
- demissionair minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin, die zegt dat de beroepsgroep zelf de professionaliteit moet verbeteren. Volgens de in 2008 landelijk ingevoerde RAAK-methode wordt kindermishandeling gecoördineerd aangepakt en is daardoor effectief. Rouvoet raakt geïrriteerd en beëindigt het gesprek (12:45 uur)
Presentatie: Max van Weezel