Argos
De beinvloeding van huisartsen en specialisten door de farmaceutische industrie
‘Ook toezicht op beïnvloeding van medisch specialisten
door farmaceutische industrie moet worden verbeterd’
De wettelijk verplichte nascholing van huisartsen wordt wel degelijk op grote schaal door de farmaceutische industrie gebruikt als marketinginstrument. Dit geven de visitatierapporten van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) aan, die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deze week op basis van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB), na wekenlang juridisch getouwtrek, verstrekte aan het VPRO-radioprogramma Argos (radio 1, vrijdag 26 januari 2001, 11.00 – 12.00 uur). Ook moet er beter toezicht komen op de beïnvloeding van medisch specialisten door de farmaceutische industrie. Dit zeggen zowel voorzitter Hagenouw van de overkoepelende artsenorganisatie KNMG als internist Muller, de toekomstige voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten.
Uit de rapporten blijkt dat de inspecteur die de afgelopen drie jaar namens de LHV door de farmaceutische industrie georganiseerde nascholingscursussen voor huisartsen bezocht en beoordeelde steeds weer stuitte op ongeoorloofde reclamepraktijken. Tijdens de cursussen werden eenzijdig bepaalde producten aangeprezen, vaak in strijd met officiële voorschrijfrichtlijnen en wetenschappelijke inzichten. Ook de onderwerp- en sprekerskeuze van de cursussen had volgens de voormalige LHV-inspecteur H. van der Linde vaak vooral te maken met commerciële belangen. Vaak bleek de opzet van de cursussen, die door de LHV geaccrediteerd moeten worden, in de praktijk ineens ingrijpend gewijzigd en was de onderwijskundige of inhoudelijke kwaliteit beneden peil.
Van der Linde sprak over dit probleem tijdens een debat voor de VPRO-radio op 17 november 2000. Na deze uitzending deden zowel de redactie van Argos als dagblad Trouw een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) om de visitatierapporten, die Van der Linde had opgesteld en die inmiddels waren gevorderd door de Inspectie voor de Volksgezondheid, in handen te krijgen. Farmaconcern GlaxoWellcome probeerde de vrijgave van de rapporten te voorkomen en stapte naar de rechter. Dagblad Trouw publiceerde reeds vóór de officiële vrijgave van de rapporten passages eruit onder de kop ‘Cursus arts stelselmatig misbruikt – farmaceutische industrie stopt verplichte nascholing vol promotie’. Vervolgens werd door vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie gesuggereerd dat dit zwaar overdreven en een onjuiste weergave van de feiten zou zijn. Er zou niets mis zijn met de door de industrie georganiseerde nascholing. Een woordvoerder van GlaxoWellcome beschuldigde het ministerie van VWS zelfs ervan de farma-industrie zwart te willen maken.
In Argos spreken verschillende hoogleraren, daaronder epidemioloog prof. Rosendaal (Universiteit Leiden), medicijnenkenner prof. Wolffers (VU Amsterdam) en voormalig nierspecialist prof. Dorhout Mees (emeritus hoogleraar Universiteit Utrecht), hun bezorgdheid uit over de commerciële beïnvloeding van een andere groep artsen, de medisch specialisten. Zij staan, zo zegt prof. Wolffers, bovenaan in de medische hiërarchie. De beïnvloeding van hun opvattingen en voorschrijfgedrag is volgens hem dan ook zeer lucratief voor de industrie. Deze beïnvloeding vindt op verschillende manieren plaats, bijvoorbeeld via internationale congressen “die bijna altijd door de industrie gesponsord worden en waar specialisten massaal naartoe gaan”.
Beïnvloeding vindt ook plaats doordat medisch specialisten voor grote geldbedragen door de industrie worden ingehuurd voor wetenschappelijk onderzoek, consultancywerk of het houden van spreekbeurten. “De bedragen die je als specialist hiermee kunt verdienen zijn niet gering”, zegt Wolffers. “Dat kan oplopen tot driehonderdduizend gulden per jaar, naast wat je al verdient als arts.” De Amerikaanse hoogleraar Psaty (Universiteit van Washington) vertelt in Argos hoe wetenschappers die - met voor de farma-industrie - ongunstige onderzoeks-resultaten naar buiten durven te komen soms bestookt, geïntimideerd en zwartgemaakt worden door die industrie. Tegenonderzoek dat vervolgens door de industrie wordt opgezet heeft volgens Psaty vaak “niets te maken met wetenschap, maar met marketing”.
Anders dan bij de huisartsen worden nascholingscursussen voor medisch specialisten lang niet altijd geaccrediteerd en zelfs helemaal niet achteraf gecontroleerd en gevisiteerd. Internist Muller, voormalig hoofd van de Nederlandse Internisten Vereniging en toekomstig voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten, zegt zélf niet zo te geloven in de commerciële beïnvloeding van zijn beroepsgroep. Toch vindt hij dat er – gezien de discussie over de nascholing van huisartsen – ook over de nascholing van medisch specialisten “centrale afspraken” moeten komen. “Misschien moeten we niet alleen op papier accrediteren, maar ook achteraf congressen gaan controleren”, aldus Muller.
Ook voorzitter Hagenouw van de overkoepelende artsenorganisatie KNMG vindt dat de accreditatie en controle van de nascholing van medisch specialisten verbeterd moeten worden. “Na- en bijscholing wordt steeds belangrijker en dus ook de kwaliteit daarvan”, zegt hij. “Het vak verandert veel sneller dan vroeger. Toen was je arts voor het leven. Tegenwoordig moet je om de zoveel jaren voldoen aan een aantal criteria. Een van die criteria is dat je voldoende bij- en nascholing moet hebben gehad bij officieel erkende cursussen. Die nascholing wordt dus belangrijker en daarom moet je ook heel zorgvuldig van tevoren de eisen afspreken waaraan zowel het aanbod als de vraag naar dit soort cursussen moeten voldoen.”
Telefoon redactie Argos: 035 67 12 360 (eventueel VoiceMail inspreken)