Argos
Het wapenembargo tegen India en Pakistan na ’11 september’
Inleidende teksten:
Aankondiging Argos:
“Een brede alliantie tegen terrorisme zou aan de stopzetting van de productie van wapens en van de handel in wapens prioriteit moeten geven. Anders komt er weinig van terecht.” Dit bijna wanhopige pleidooi schreef een week geleden de emeritus hoogleraar internationale veiligheidsvraagstukken Hylke Tromp. De noodzaak een einde te maken aan de wapenhandel is volgens Tromp een vrijwel verzwegen element in alle analyses over de huidige oorlogsstrategie.
Die wapenhandel heeft er de afgelopen decennia voor gezorgd dat Afghanistan en ook de rest van de regio is overLADEN met wapens en wapensystemen die veelal afkomstig zijn uit het westen. Wapens, zoals de Stinger-raketten, die ooit door de Amerikanen aan het Afghaanse verzet werden geleverd, en die nu een bedreiging vormen van de Amerikaanse gevechtstoestellen. Of wapensystemen, zoals Nederlandse wapenelectronica, die van belang is voor de opbouw van het nucleaire arsenaal van Pakistan en India. De handel in die wapens kan alleen worden tegengegaan door een wapenembargo.
Luistert u naar Argos.
Tekst 1
Zowel Pakistan als India kregen deze week bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken Powell. Pakistan is voor de Verenigde Staten op dit moment cruciaal als bondgenoot in de oorlog tegen het Taliban-bewind in Afghanistan. Door die Amerikaanse toenadering zijn de spanningen tussen Pakistan en buurland en aartsrivaal India hoog opgelopen. Hoogoplopende spanningen tussen twee landen, die beide over kernwapens beschikken.Vanwége die kernwapens kondigde Washington in mei 1998 een wapenembargo af tegen Pakistan én India. Maar een maand geleden heeft president Bush - om bondgenoten te werven na de terroristische aanslagen in New York en Washington – dat wapenembargo opgeheven.
Nederland was naast de VS het enige land dat nog steeds een wapenembargo handhaafde tegen Pakistan en India. Argos onderzoekt vandaag dit Nederlandse wapenembargo. Wat blijft er na ’11 september’ van over? Is er een beleidswijziging op komst? En wat kunnen de consequenties van een veranderde opstelling van de Nederlandse regering zijn?
Tekst 2
Maar eerst terug naar de gebeurtenissen van deze week:
Tekst 3
De Pakistaanse president generaal Musjaraf afgelopen dinsdag na afloop van zijn gesprek met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell. Musjaraf bood zijn Indiase collega aan te zoeken naar een oplossing. Maar India wees vooralsnog elke tegemoetkoming van de hand. Terwijl Powell doorvloog naar de Indiase hoofdstad New Delhi, liet de Indiase regering zelfs weten dat bemiddeling door Amerika ongewenst was. De Amerikaanse minister moest dus uiterst behoedzaam manoeuvreren.
Tekst 4
Powell deed een beroep op India om als grootste democratie ter wereld nauw met de Amerikanen samen te werken in de strijd tegen het terrorisme. Afgelopen woensdag werd er een verdrag ondertekend om die samenwerking vast te leggen.
Door de oorlog in Afghanistan staat het spanningsgebied Pakistan-India plotseling weer bovenaan de internationale politieke agenda. En bestaat is er ineens weer volop belangstelling voor de lange voorgeschiedenis van het conflict tussen Pakistan en India.
Bijvoorbeeld in het NOS-Journaal van afgelopen woensdag:
Tekst 5
Vandaar dat de Amerikaanse minister Powell afgelopen week na Islamabad ook New Delhi aandeed, waar hij beide landen opriep de onderlinge spanningen te verminderen en te streven naar stabiliteit op het subcontinent.
Tekst 6
De toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo in mei 1998. India en Pakistan schokten de wereld toen met een reeks ondergrondse kernproeven. Daarmee maakten de twee rivalen aan elkaar en aan de rest van de internationale gemeenschap duidelijk dat ze beide in bezit waren van kernwapens.
De Verenigde Staten reageerden in mei 1998 onmiddellijk met het instellen van een wapenembargo tegen beide landen. In navolging daarvan kondigde ook Nederland zo’n embargo af, hier ‘vergunningenstop’ geheten.
In het geval van Nederland was dat zeker geen loos gebaar, want Pakistan en India behoorden tot de top-tien van afnemers van wapens uit Nederland. Zo vertelt Martin Broek. Hij is onderzoeker op het gebied van wapenproductie en wapenexport en auteur van een boek over de Nederlandse wapenhandel.
Tekst 7
Maar niet alleen de Nederlandse overheid, ook particuliere ondernemers uit Nederland waren erg geïnteresseerd in Pakistan als afzetmarkt voor Nederlandse wapens. Zelfs na de afkondiging van het wapenembargo vanwege de kernproeven. Zo dook in februari 1999 het Hengelose wapenbedrijf Hollandse Signaal Apparaten - tegenwoordig Thales geheten – in Pakistan op. Zo vertelde onderzoeker Martin Broek in onze uitzending in mei 1999.
Tekst 8
India was in mei 1998, toen het wapenembargo van kracht werd, een nog grotere afnemer van Nederlandse wapens dan Pakistan, vertelt Frank Slijper. Hij is eveneens onderzoeker op het gebied van wapenproductie en wapenexport en daarnaast India-kenner.
Tekst 9
Pas vanaf mei 1999 mocht er dus ook werkelijk geen énkele Nederlandse wapenleverantie meer naar India. En ook niet naar Pakistan.
Nadat het wapenembargo tegen India en Pakistan in mei 1998 was ingesteld, wilde de Nederlandse regering in november ’98 er al weer van af. De redenen daarvoor bleven schimmig, vertelt wapenhandel-onderzoeker Martin Broek.
Tekst 10
Een meerderheid in de Tweede Kamer was niet zo gecharmeerd van het idee van de regering om het embargo na een half jaar al weer op te heffen. Het embargo bleef daarom van kracht. Ook moest de regering de toezegging doen dat bij eventuele wijzigingen de Kamer eerst zou worden geconsulteerd.
Tekst 11
Het conflict tussen India en Pakistan om Kasjmir laaide in mei 1999 weer op. Ook toen al kwam de nauwe band tussen Pakistan en Afghanistan in beeld. Want volgens India zou Pakistan gebruik maken van Afghaanse huurlingen. Op het nippertje werd in dat voorjaar voorkomen dat er een totale oorlog uitbrak tussen de twee landen.
Deze nieuwe crisis rond Kasjmir maakte opnieuw duidelijk dat een wapenembargo tegen India en Pakistan zeker niet onzinnig was. Dat vond toen ook het Tweede Kamerlid Koenders van de Partij van de Arbeid:
Tekst 12
Partij van de Arbeid-Kamerlid Koenders in mei 1999.
Het duurde vervolgens anderhalf jaar, voordat de regering opnieuw met het voorstel kwam om de vergunningenstop tegen Pakistan en India op te heffen.
Wapenhandel-onderzoeker Frank Slijper schetste in januari van dit jaar waar dat regeringsvoornemen in de praktijk toe zou kunnen leiden. Hij deed dat aan de hand van het voorbeeld van Hollandse Signaal Apparaten – tegenwoordig Thales geheten - dat nauw samenwerkt met het Indiase bedrijf B.E.L., Barat Electronics Limited.
Tekst 13
De Tweede Kamer debatteerde op 17 januari 2001 met staatssecretaris Ybema van Economische Zaken en minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken over het regeringsvoorstel om het wapenembargo op te heffen. In dit debat ging het in eerste instantie om de vraag of naleveringen en reparatieleveringen, die onderdeel zijn van eerder gesloten contracten, mochten worden uitgevoerd. Met dit punt ging de Kamer akkoord. Dit vooral om schadeclaims tegen Nederlandse bedrijven te voorkomen. Maar de Kamer hield de poot stijf wat nieuwe wapenleveranties betreft. Dit werd vastgelegd in een motie van PvdA-woordvoerder Apostolou. Een motie, die mede werd ingediend door D66 en CDA, en die werd aangenomen door een Kamermeerderheid.
Staatssecretaris Ybema maakte tijdens het debat duidelijk dat Nederlandse bedrijven niet alleen in hun maag zaten met naleveranties en mogelijke schadeclaims, maar ook stonden te trappelen om nieuwe wapens te leveren aan India en Pakistan. Letterlijk zei Ybema:
Tekst 14
Het had er in januari van dit jaar dus alle schijn van dat de Nederlandse regering onder druk stond van het bedrijfsleven. Maar een Kamermeerderheid stond een opheffing van het embargo in de weg. Nederland handhaafde het wapenembargo tegen Pakistan en India. Als enige land binnen de Europese Unie, maar wél nog steeds in navolging van de Verenigde Staten. Want ook het Amerikaanse embargo bleef van kracht.
Totdat de aanslagen van 11 september ook hierin een aardverschuiving teweeg brachten. Op 22 september hief de Amerikaanse president Bush het wapenembargo tegen Pakistan op. Het land moest als nieuwe bondgenoot worden binnengehaald, ondanks de nauwe relaties van Pakistan met het Talibanbewind in Afghanistan. En om onrust te voorkomen werd ook het Amerikaanse embargo tegen Pakistans aartsrivaal India opgeheven.
Tekst 15
Dus kernwapens of niet, gevechten in Kasjmir of niet, de aanslagen van 11 september hebben er voor gezorgd dat na een jarenlange boycot Pakistan en India door de Verenigde Staten uit hun isolement zijn gehaald. Terwijl juist het bezit van die kernwapens in combinatie met het slepende conflict in Kasjmir én de nauwe banden tussen Pakistan en het Taliban-bewind zorgen voor een explosieve mix, zegt Dick Leurdijk van het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.
Tekst 16
De grote vraag is nu wat de Néderlandse regering doet met het Néderlandse wapenembargo tegen Pakistan en India.
Uit vertrouwelijk bron op een van de betrokken ministeries kregen we deze week te horen dat er op dit moment een beleidswijziging in voorbereiding is. De Nederlandse vergunningenstop gaat van tafel. Nederland neemt met zijn embargo binnen de Europese Unie al jarenlang een uitzonderingspositie. En nu zelfs ook Amerika is afgehaakt, kan Nederland niet achterblijven, zo wordt ons verteld. Het instellen van het wapenembargo na de kernproeven in mei 1998 was een negatief politiek signaal naar Pakistan en India toe. De 11de september vraagt nu om een positief politiek signaal, zo krijgen wij op hoog ambtelijk niveau te horen. Het is wel de bedoeling dat deze koerswijziging eerst nog wordt voorgelegd aan de Tweede Kamer.
We leggen het beleidsvoornemen nu alvast aan een aantal Kamerleden voor. Op de eerste plaats aan woordvoerder Apostolou van de fractie van de Partij van de Arbeid.
Tekst 17
Woordvoerder Apostolou van de Partij van de Arbeid ziet dus niets in het opheffen van het Nederlandse wapenembargo tegen India en Pakistan
Woordvoerder Verhagen van de CDA-fractie houdt wat meer slagen om de arm:
Tekst 18
Ook D66-Kamerlid Hoekema weet net zoals zijn twee collega’s nog niets van de beleidswijziging die op komst is. Zo vertelt hij als we hem onze informatie voorleggen.
AFKONDIGING ARGOS
Argos werd deze week gemaakt door Annemiek van der Laan, Kees van den Bosch, Huub Jaspers, Stephan Heijdendael, Rinse Brandsma, Willem Muller, Sanne Boer en Gerard Legebeke.