Argos
Dragan Opacic alias "getuige L"
Argos over het lot van de Bosnische Serviër Dragan Opacic, die in 1996 als kroongetuige optrad in het proces van het VN-tribunaal voor Joegoslavië tegen de van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische Serviër Tadic, en die, toen zijn verklaringen vals bleken te zijn, werd uitgeleverd aan de Bosnische autoriteiten en zich nu in Bosnisch-Servische gevangenschap bevindt.
Bevat vraaggesprekken met:
- verslaggever Goran Trkulja, die Opacic onlangs heeft bezocht in de Bosnisch-Servische gevangenis, en ingaat op: de uitlevering van Opacic door de Bosnische autoriteiten aan de Bosnische Serviërs; de bezwaren die Opacic eerder tegen een mogelijke uitlevering aan de Bosnische Serviërs uitte, omdat hij bang was als een verrader te worden gezien; en de mogelijke redenen van Opacic' uitlevering;
- Dragan Opacic (met vertaling) over: zijn verblijf in de Bosnisch-Servische gevangenis dat hij als een opluchting ervaart na zijn gevangenschap in het door moslims bestuurde deel van Bosnië; zijn tegenstrijdige verklaringen vanuit de moslimgevangenis, die volgens hem werden ingegeven door zijn angst om te worden vermoord door zijn medegevangenen; zijn wens om zijn proces te heropenen, zodat zijn naam kan worden gezuiverd; zijn vrees om na zijn vrijlating te worden vermoord.
Het programma bevat verder Historische geluidsfragmenten van eerdere uitzendingen van Argos over het lot van Dragan Opacic.
--------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Elke dag berichten de kranten erover: het lot van de vier Nederlanders die in Servië achter de tralies zijn verdwenen. Maar geen enkele belangstelling is er voor een ander persoon die – óók vanuit Nederland – eveneens onlangs in een Servische gevangenis is beland: Dragan Opacic. Al bijna twee jaar volgen wij het spoor van deze Bosnisch-Servische jongeman.
Luistert u naar een nieuwe episode van dit bizarre vervolgverhaal.
Tekst 1
Dragan Opacic, een jongeman van vooraan in de twintig, een Bosnische Serviër die nu al zes gevangen zit op basis van beschuldigingen die nooit bewezen zijn. In 1996 werd Opacic bekend als de getuige ‘L’, de man die de belangrijkste getuige, de króóngetuige, had moeten zijn voor de aanklagers van het Joegoslavië Tribunaal in het proces-Tadic. Dat was het eerste grote proces tegen oorlogsmisdadigers uit het voormalig Joegoslavië voor het VN-tribunaal in Den Haag. Maar getuige L. viel op 25 oktober 1996 door de mand. Hij had gelogen en zijn getuigenis werd daarmee waardeloos. Een blamage voor het Joegoslavië Tribunaal én voor de Bosnische regering, die L. aan het Tribunaal had uitgeleend. In Bosnie zat hij namelijk een gevangenisstraf van tien jaar uit.
Driekwart jaar later, in juni 1997, werd getuige L. Nederland uitgezet. In het geniep, buiten medeweten van zijn advocaten, werd hij weer overgedragen aan de Bosnische autoriteiten.
In onze uitzending van november 1998 reconstrueerden we het opmerkelijke verhaal van deze afgedankte kroongetuige. We vonden Opacic, die voor zijn Nederlandse advocaten spoorloos verdwenen was, in een Bosnische gevangenis. Na lang aandringen kregen we Opacic een jaar later in die gevangenis zelf te spreken.
Het verhaal van Dragan Opacic is het tragische verhaal van een man die op het verkeerde moment op de verkeerde plek was, maar het is ook het verhaal van een man die het slachtoffer lijkt van vreemde juridische praktijken en van de grillige wendingen in de internationale politiek.
Twee weken geleden kreeg het verhaal een nieuwe opmerkelijke wending. Daarom vandaag in Argos opnieuw aandacht voor Dragan Opacic.
We beginnen in Parijs. Samen met advocate Isailovic bekijken we een opname van de getuigenis van Opacic voor het Joegoslavië-tribunaal in 1996.
Tekst 2
Opacic zou in 1992 werkzaam zijn geweest in het doorgangskamp in Trnopolje. Het waren de beelden van uitgemergelde gevangenen achter prikkeldraad uit dat kamp die de wereld schokten omdat ze herinneringen opriepen aan de concentratiekampen uit de Tweede wereldoorlog. Bosnische moslims zouden in Trnopolje het slachtoffer zijn geweest van gruwelijke martelingen en verkrachtingen onder leiding van Dusko Tadic. Dat verklaarde Dragan Opacic voor het Joegoslavië-tribunaal. Die verklaring van Opacic ligt voor ons op het buro van zijn Parijse advocate Isailovic.
Tekst 3
Een fragment uit het nieuwsoverzicht van 25 oktober 1996. De ontmaskering van Opacic was het werk van de advocaat Wladimiroff, de advocaat van Tadic voor het Joegoslavië-tribunaal. Hij twijfelde vanaf het begin aan de geloofwaardigheid van Opacic en ging zelf op onderzoek uit in Bosnië. Wladimiroff slaagde erin Opacic met zoveel ongerijmdheden in zijn verhaal te confronteren dat deze tenslotte toegaf alles te hebben verzonnen. De Bosnische autoriteiten zouden hem daartoe hebben gedwongen. Dezelfde autoriteiten die hem als gevangene aan het tribunaal hadden uitgeleend.
Tekst 4
Daarmee was de ideale kroongetuige ineens waardeloos geworden voor de aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal. Erger nog, ze zaten plotseling erg met Opacic in hun maag. Ondanks een opdracht van de rechters van het Tribunaal om Opacic voor meineed te vervolgen zagen de aanklagers daar van af. Opacic moest zo snel mogelijk verdwijnen. Op 27 mei 1997, ruim een half jaar na zijn ontmaskering dus, besloot rechter Kirk MacDonald van het Joegoslavië-tribunaal dat Dragan Opacic teruggestuurd kon worden naar Bosnië. Met de Republiek Bosnië-Herzegovina hadd het VN-tribunaal vooraf de afspraak gemaakt dat Opacic ná zijn getuigenis weer terug moest naar Bosnië om daar zijn gevangenisstraf van tien jaar verder uit te zitten. Een straf die hij in 1995 opgelegd had gekregen door het gerechtshof in Sarajevo vanwege oorlogsmisdaden.
Maar Opacic wilde niet terug. Hij zei bang te zijn voor de toorn van de Bosnische autoriteiten, omdat hij het had verknald als getuige in de Tadic-zaak. Hij vreesde vermoord te worden.
Opacic spande een kort geding aan tegen zijn uitzetting maar dat werd door de rechter in mei 1997 afgewezen. Advocaat Sjöcrona vertelde in onze uitzending van november 1998 welke argumenten de rechter daarvoor aanvoerde.
Tekst 5
"Opacic is flitsend het land uitgewerkt", aldus advocaat Sjöcrona. Hij verwees ons naar advocatenkantoor Everaert. Everaert heeft namelijk dezelfde middag dat Sjöcrona het kort geding verloor, namens Opacic een asielverzoek ingediend bij de Nederlandse staat.
Dat asielverzoek is in juni vorig jaar níet in behandeling genomen door Nederland, vertelde advocaat Reurs van het kantoor Everaert in november ’98.
Tekst 6
Het Joegoslaviëtribunaal wilde van Opacic af en de Nederlandse overheid wenste het Joegoslavië-tribunaal niet voor de voeten te lopen. Daarom werd Opacic zo snel mogelijk en zonder medeweten van zijn advocaten het land uitgewerkt.
Advocaat Reurs kwam op 12 juni 1997, twee weken nadat hij het asielverzoek had ingediend, erachter dat Opacic niet meer in de Scheveningse gevangenis zat. Van het Tribunaal kreeg hij te horen dat Opacic "al getransporteerd" was. Maar waarheen, dat weigerde men te vertellen.
Ze hebben hem stiekem verwijderd, is de conclusie van Reurs.
Tekst 7
Advocate Isailovic werd pas raadsvrouwe van Opacic in januari 1997, toen hij al ontmaskerd was als valse getuige. Het viel haar op dat het Tribunaal niet echt moeite deed om erachter te komen waarom Opacic meineed zou hebben gepleegd. Daarom ging ze zelf op onderzoek uit. Ze wilde meer weten over het proces in Sarajevo waarbij Opacic, voor dat hij naar Den Haag werd gehaald, tot tien jaar cel werd veroordeeld; veroordeeld vanwege oorlogsmisdaden die hij zou hebben begaan in het kamp Trnopolje.
Isailovic vroeg bij het VN-Tribunaal het dossier van de rechtsgang in Bosnië op. Maar het Tribunaal weigerde. De advocate reisde vervolgens in februari 1997 zelf naar Bosnië. Daar ontdekte ze dat Opacic, nadat hij in oktober 1994 krijgsgevangen was gemaakt, 77 dagen was vastgehouden door de Bosnische politie, zonder dat hem iets ten laste was gelegd. Volgens de Bosnische wet mag dat hooguit drie dagen. Ook kreeg advocate Isailovic het vonnis onder ogen, waarop Opacic op 16 mei 1995 door het gerechtshof in Sarajevo werd veroordeeld. En ze deed een opmerkelijke ontdekking.
Tekst 8
Opacic is in Sarajevo dus tot tien jaar veroordeeld, alleen op grond van zijn eigen verklaring, zonder dat iemand hem ooit in het kamp Trnopolje heeft gezien.
Wij kregen ook de beschikking over het vonnis. We hebben het 12 pagina’s tellende stuk laten vertalen. En inderdaad, alles wat advocaat Isailovic zegt, wordt daarin bevestigd. In het vonnis vertellen getuigen over de erbarmelijke toestanden in het kamp. Een citaat: “de bovengenoemde getuigen waren in het kamp gedetineerd in de zomermaanden, in de periode toen de minderjarige Opacic er niet was”.
De verklaringen die Opacic voor het VN-Tribunaal heeft afgelegd, daar gelooft nu niemand meer in. Maar het absurde aan de zaak is dat Opacic in de gevangenis in Bosnië tien jaar gevangenisstraf uitzit op grond van een vonnis dat helemaal op diezelfde verklaring stoelt.
In november 1998 legden we onze bevindingen voor aan advocaat Wladimiroff, de advocaat van Tadic die Opacic voor het Joegoslavië-tribunaal ontmaskerde. Wladimiroff reageerde verbijsterd.
Tekst 9
De grote vraag is nu of het Tribunaal, of liever gezegd de aanklagers bij het Tribunaal, inderdaad wísten dat die verklaring niet deugde. En of zij Opacic inderdaad willens en wetens hebben teruggestuurd. Zo nee, kenden zij het vonnis uit Sarajevo dan niet? En waarom kon een advocaat de kroongetuige wel ontmaskeren en konden zij dat niet?
Tekst 10
Het Tribunaal weigerde de Nederlandse advocaten te vertellen waar Opacic heen gestuurd was. In november 1998 ontdekten we dat Opacic in een gevangenis in Zenica zat, in het moslim-Kroatische deel van de Bosnische federatie. In september vorig jaar lukte het onze verslaggever Goran Trkulja om hem daar te bezoeken.
Tekst 11
“Ik wil liever in de moslim-Kroatische federatie blijven”, zei Opacic vorig jaar.
Om begrijpelijke redenen wilde Opacic niet in Servische handen vallen. Maar twee weken geleden blijkt dat toch gebeurd te zijn. De onderminister van justitie van Republica Serpska, de heer Stahinja Curkovic vertelde tien dagen geleden tegen Argos-verslaggever Goran Trkulja dat Opacic sinds 4 augustus in de gevangenis Kula zit, in het Servische gedeelte van Sarajevo. Precies de plaats dus waar Opacic uitdrukkelijk van gezegd had dat hij daar niet naartoe wilde.
Tekst 12
De afgelopen dagen hebben we onze bevindingen voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap in Bosnië. “Wij weten niets van een overeenkomst over een gevangenenruil”, zei woordvoerder Duck Hofman van de VN missie in Bosnië. Hij vond het bericht over de overdracht van Opacic opmerkelijk en beloofde ons uit te zoeken wat er aan de hand is. Ook de woordvoerder van de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië, de Oostenrijkse topdiplomaat Wolfgang Petritsch, wist van niets. Ook het ministerie van justitie van Republika Serpska kon het bericht over de gevangenenruil deze week niet bevestigen.
Tekst 13
De verklaring van Opacic was voor het Joegoslavië-tribunaal aanleiding om hem als een onbetrouwbare getuige weg te sturen, voor de Bosnische autoriteiten zit hij voor datzelfde verhaal een straf uit van tien jaar. En sinds twee weken zit hij dus in het Servische deel van Bosnië. Vorige week kreeg Goran Trkulja toestemming om hem daar te bezoeken. En voor de zoveelste keer lijkt Opacic zich te schikken naar de nieuwe omstandigheden.