Argos
Basiswet Kinderopvang
Het kabinet bespreekt volgende week de voorstellen van staatssecretaris Vliegenthart voor de nieuwe 'Basiswet Kinderopvang'. Hoofdinspecteur Monnée van de GGD Den Haag luidde begin maart in Argos de noodklok over de gebrekkige kwaliteit van de kinderopvang. Staatssecretaris Vliegenthart reageerde in de Tweede Kamer met haar overtuiging dat deze kritiek overdreven, verouderd en niet-exemplarisch voor heel Nederland was. Ze is ook niet van plan vóór het inwerking treden van de nieuwe wet iets te doen aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Argos onderzoekt wat de GGD's van de vier grote steden aan overtredingen constateren en of er wel kan worden gewacht met maatregelen.
---------
Argos over de kwaliteit van en misstanden in de kinderopvang in de regio's Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.
Dit naar aanleiding van de besprekingen door het kabinet van het wetsvoorstel Basisvoorziening Kinderopvang van Margo Vliegenthart, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Vraaggesprekken met:
- Ton van Dijk, directeur van de GG & GD in Den Haag (telefonisch);
- Nico Vlaar, technisch hygiënist van de GG & GD in Rotterdam (telefonisch);
- Wim Gorissen, adjunct-hoofd van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GG&GD in Utrecht en verantwoordelijk voor de inspecties naar de kwaliteit in de kinderopvang (telefonisch);
- Petra Cocu, hoofd relatiebeheer van het bemiddelingsbureau Bedrijfsgerichte Kinderopvang Amsterdam (BKA) (telefonisch);
- Gjelt Jellesma, voorzitter van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK).
- Ank Bijleveld, Kamerlid voor het CDA (telefonisch).
Onderwerpen van gesprek zijn: de uitspraken van hoofdinspecteur Monnée van de GG & GD in Den Haag in een eerdere uitzending van Argos [03-03-2000] over de geconstateerde misstanden in de Haagse kinderopvang; de situaties in de regio's Rotterdam en Utrecht, die vergelijkbaar zijn met die in Den Haag; het ontbreken van een systematische inspectie op landelijk niveau naar de kwaliteit van de kinderopvang; de gebrekkige controle op de kinderopvang in Amsterdam als gevolg van de onderbezetting van de inspectie; de verwachtingen van de nieuwe Wet Basisvoorziening Kinderopvang; de bagatelliserende reactie van staatssecretaris Vliegenthart in de Tweede Kamer op de eerdere uitzending van Argos.
Bevat verder:
- een fragment van het Radio 1-journaal, waarin een
(telefonisch) stemfragment van Kamerlid Lambrechts van D66 die naar aanleiding van de uitzending van Argos haar bezorgdheid uit over de misstanden in de kinderopvang, over het feit dat de kwaliteitstoezicht niet goed geregeld is en over de onduidelijkheid rond de afwikkeling van de aanbevelingen van de inspecties;
- een citaat van staatssecretaris Vliegenthart tijdens een vergadering van de Kamercommissie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn, waarin ze de uitspraken van inspecteur Monnée in de eerdere uitzending van Argos over de misstanden in de kinderopvang bagatelliseert;
- voorgelezen fragmenten van de inspectiegegevens van de GG&GD in Den Haag en van de GG & GD in de regio Rijnmond; geluidsfragmenten van de eerdere uitzending van Argos over problemen in de kinderopvang.
---------
Persbericht:
"Veel overtredingen geconstateerd door inspecties kinderopvang in grote steden, Ank Bijleveld (CDA): ‘Staatssecretaris Vliegenthart heeft Tweede Kamer niet juist ingelicht’"
Gebrekkige kwaliteit van de kinderopvang is geen specifiek Haags probleem. En geen probleem uit een verleden tijdperk, zoals PvdA-staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn en Sport begin mei stelde in de Tweede Kamer. Dit blijkt uit een onderzoek van het VPRO-radioprogramma Argos (radio 1, vrijdag 9 juni 2000) in de vier grote steden. Op 3 maart jongstleden trok hoofdinspecteur Monnée van de GGD Den Haag in Argos al aan de bel over ‘structurele misstanden’ in de kinderopvang, die volgens haar worden veroorzaakt door het groeiende tekort aan kindplaatsen en door de fixatie van het kabinet op een puur kwantitatieve uitbreiding. Staatssecretaris Vliegenthart wees de kritiek destijds van de hand.
In Den Haag inspecteert de GGD elk van de 330 kinderopvangcentra ongeveer eens per jaar. Daarbij zijn in 1999 honderden overtredingen geconstateerd, zo blijkt uit een door de GGD opgesteld jaaroverzicht. Het gaat om zaken als te veel kinderen op een groep (11 keer); leidsters met onvoldoende opleiding (17 keer); geen medewerker met EHBO-diploma aanwezig (20 keer); onvoldoende ventilatie (24 keer); onhygiënische koelkasten (25 keer); boilers met te lage (legionella) of te hoge temperatuur (25 keer); niet goed afgeschermde stopcontacten (11 keer); giftige planten (8 keer); tassen van leidsters met bijvoorbeeld medicijnen en sigaretten binnen bereik van kinderen (13 keer); kinderdagverblijf gestart zonder vergunning (5 keer); leidster met vervalst diploma aangetroffen (1 keer) enzovoorts.
In Rotterdam is de situatie vergelijkbaar, zo blijkt uit de rapportages die Argos van de verschillende deelgemeenten kreeg. Dit wordt ook bevestigt door Nico Vlaar, technisch hygiënist van de GGD Rotterdam en tevens lid van PICO, een landelijke vakgroep inspecteurs kinderopvang. Vlaar zegt in Argos in reactie op de Haagse situatie: “De situatie in Rotterdam komt in feite overeen. Die manco’s die u opnoemt zijn zeker herkenbaar.”
Wim Gorissen, adjunct-hoofd van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD Utrecht, zegt: “Ik heb niet zulke mooie gedetailleerde cijfers in Den Haag, maar het zijn wel dingen die wij hier ook tegenkomen. Ik denk niet dat de situatie in Den Haag slechter is dan elders.” Volgens Gorissen wordt in Den Haag en Utrecht streng gecontroleerd en worden daardoor juist ook veel overtredingen waargenomen. Maar, zo voegt hij toe, “er zijn ook regio’s in het land waar de inspectie minder goed geregeld is”. Als oorzaak noemt Gorissen bezuinigingen: ”Kleinere gemeenten hebben de afgelopen jaren vaak moeten bezuinigen. En dan is toezicht op kindercentra vaak niet het eerste waar men geld aan wil uitgeven.”
De gemeente Amsterdam kon Argos geen gegevens verstrekken over de kwaliteitscontrole op de kinderopvang. “Wij hebben geen totaaloverzicht. Ik geef toe dat dat niet fraai is en we werken er aan om dit in de toekomst wel te krijgen, maar op dit moment is het helaas niet anders.” Aldus woordvoerder Clyde Moerlie. Volgens Petra Cocu, hoofd relatiebeheer van het bemiddelingsbureau BKA (Bedrijfsgerichte Kinderopvang Amsterdam) schiet de kwaliteitscontrole in de hoofdstad ernstig tekort. Dit onder meer door een gebrek aan menskracht. Er zouden slechts vier part-time inspecteurs zijn voor heel Amsterdam en Hilversum, van wie er ook nog twee overspannen zijn. Hoofdinspecteur Monnée van de Haagse GGD vertelde aan
Argos dat in Amsterdam twee inspecteurs overspannen thuis zitten, omdat ze gefrustreerd zijn over het feit dat er niets gebeurt met misstanden die door hen in kinderopvangcentra worden geconstateerd. Ook hierop kon woordvoerder Moerlie van de gemeente Amsterdam geen reactie geven.
De commotie die na de Argos-uitzending van 3 maart ontstond werd door staatssecretaris Vliegenthart beantwoord met de stelling dat het geschetste beeld overdreven, verouderd en niet-exemplarisch zou zijn. In een algemeen overleg op 10 mei in de Tweede Kamer zei de staatssecretaris blijkens het officiële verslag: “Door het radioprogramma Argos is het beeld ontstaan alsof de kinderopvang overal in Nederland erg slecht zou zijn. Den Haag is juist een van de gemeenten in Nederland waar de kinderopvang het beste geregeld is. Zoals vaker gebeurt, is ook in het interview met de betreffende inspecteur geknipt. Hij (bedoeld wordt mevrouw Monnee – Argos) heeft gefilosofeerd over hoe het vroeger ging. Dat wordt als beeld geprojecteerd op hoe het nu allemaal zou zijn.”
Ank Bijleveld, Tweede Kamerlid voor het CDA, noemt - in reactie op het nieuwe Argos-onderzoek - de situatie in de kinderopvang “zorgelijk”. Ook zegt ze: “Als ik dit zo hoor, zijn de gegevens die de staatssecretaris aan ons heeft gegeven niet in overeenstemming met de werkelijkheid en dat kan natuurlijk niet. Ze heeft ons niet juist ingelicht. Ze heeft de gegevens gebagatelliseerd en gezegd dat ze verouderd zijn. Dat vind ik fout. Ik ga dat aan de orde stellen.”
-----------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Kinderopvang is een van de paradepaardjes van het tweede paarse kabinet. Iedereen moet immers zoveel mogelijk de arbeidsmarkt op. Dus dan moet je er wel voor zorgen dat er goede opvang voor de kinderen is geregeld. Als er weer een groep wordt aangesproken om aan het arbeidsproces te gaan deelnemen, zoals bijvoorbeeld de bijstandsmoeders, geeft het kabinet daarom steevast de trotse garantie dat de kinderopvang prima is geregeld.
Maar wat is die garantie in de praktijk waard?
Tekst 1
Als laatste hoorde u Margot Vliegenthart, PvdA-staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het kabinet bespreekt volgende week haar voorstellen voor de nieuwe ‘Basiswet Kinderopvang’. Begin maart werd in Argos de noodklok geluid over de kwaliteit van de kinderopvang en over de gebrekkige controle daarop. Staatssecretaris Vliegenthart reageerde in de Tweede Kamer dat die kritiek overdreven, verouderd en niet-exemplarisch voor heel Nederland zou zijn. Ze is ook niet van plan vóór het inwerking treden van de nieuwe wet iets te doen aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Maar kan er zo lang worden gewacht. Zijn de geconstateerde gebreken alleen een Haags probleem. Argos onderzoekt vandaag hoe vaak en welke overtredingen de GGD’s van de vier grote steden constateren; veel van die gegevens waren in maart nog onduidelijk of zelfs geheim.
Tekst 1-b
Is de kritiek uit maart inderdaad onterecht, zoals de staatssecretaris beweert.
Tekst 2
Een fragment uit onze uitzending van 3 maart.
De kinderopvang is een snel groeiende sector. In de ruim drieduizend kinderdagverblijven die er in Nederland zijn, worden meer dan 100.000 kinderen opgevangen. En als het aan het aan het kabinet ligt, komen er in deze kabinetsperiode nog 71.000 plaatsen bij. Desondanks is de kinderopvang ook een sector, die onder druk staat. Want ook al groeien middelen en capaciteit, die blijven toch ver achter bij de grote behoefte aan nieuwe plaatsen. Een belangrijke conclusie uit de uitzending van maart was dat door die situatie de kwaliteit in de kinderopvang in gevaar komt. Dat werd met name verwoord door jeugdarts Mariet Monnée, hoofdinspecteur Kinderopvang bij de GGD in Den Haag.
Tekst 3
‘Structurele misstanden’, aldus Marriet Monnée van de Haagse GGD. Directeur Sjef van Gennip van de VOG, de overkoepelende organisatie van werkgevers in de kinderopvang, vond deze ernstige beschuldiging in de uitzending van maart overdreven.
Tekst 4
Ook staatssecretaris Vliegenthart reageerde in de uitzending:
Tekst 5
Juist dat toezicht, de controle op de kinderdagverblijven, baarde Marriet Monnée van de Haagse GGD begin maart grote zorgen. Dat toezicht is in handen van de gemeentes; dezelfde gemeentes, die sinds 1996 ook verantwoordelijk zijn voor de besteding van de gelden die het rijk voor de kinderopvang uittrekt.
Tekst 6
Ank Bijleveld, Tweede Kamerlid voor het CDA, reageerde in onze uitzending van drie maanden geleden verontrust op de bevindingen van Monnëe.
Tekst 7
Ursie Lambrechts van D66 sprak haar zorgen uit in het Radio 1-Journaal.
Tekst 8
Het CDA stelde Kamervragen, maar de antwoorden kwamen neer op wat Vliegenthart al in onze uitzending had gezegd: in de nieuwe wet wordt alles geregeld, zo liet ze weten, en tot dan toe zag de staatssecretaris geen aanleiding om actie te ondernemen. En op 12 april, tijdens een algemeen overleg met de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, herhaalde ze dat opnieuw. Maar de Staatssecretaris zei toen nog meer:
Tekst 9
De staatssecretaris bagatelliseert dus de conclusies van de Haagse GGD-inspecteur Monnée. Het zou om verouderd materiaal gaan. En de staatssecretaris suggereert zelfs dat het interview met Monnée bewust is verknipt.
De inspectiegegevens van de GGD-Den Haag zouden meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Maar die verslagen zijn geheim. Totdat wij deze week uit betrouwbare bron de beschikking kregen over de gegevens uit 1999. Heel recent materiaal dus. We laten een selectie van de geconstateerde feiten horen.
Tekst 10
We leggen deze gegevens voor aan Ton van Dijk. Hij is directeur Volksgezondheid in Den Haag en tevens directeur van de Haagse GGD. Van Dijk bevestigt dat dit de Haagse inspectiegegevens uit 1999 zijn.
Tekst 11
Kinderdagverblijf Villa Kakelbont in Den Haag.
De vraag is of de gebreken die de GGD in Den Haag in 1999 constateerde, een specifiek Haags probleem is.
Nico Vlaar is technisch hygiënist en in dienst van de GGD in Rotterdam. Hij houdt een overzicht bij van de geconstateerde overtredingen in de regio Rijnmond. Vlaar is ook lid van PICO, een landelijke vakgroep van inspecteurs in de kinderopvang en heeft dus regelmatig contact met controleurs uit het hele land. Wij leggen hem het overzicht van de geconstateerde overtredingen in 1999 door de GGD-Den Haag voor.
Tekst 12
Desgevraagd geeft Vlaar ons een deel van de inspectierapporten uit de regio-Rijnmond.
Tekst 13
Wim Gorissen is adjunct-hoofd van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD-Utrecht. Hij is voor de stad Utrecht verantwoordelijk voor de inspectie op de kinderdagverblijven.
Tekst 14
Volgens Gorissen zijn de problemen zeker geen exclusieve kwestie van de regio Den Haag, zoals na de uitspraken van Monnée in maart is gesuggereerd.
Tekst 15
De inspecteurs Gorissen en Vlaar bevestigen dus voor Utrecht en Rotterdam/Rijnmond de conclusies die Monnée, hoofdinspecteur van de GGD in Den Haag, afgelopen maart trok.
BANDBREAKMUZIEK
Tekst 16 = BREAKTEKST
U luistert naar radio 1, de VPRO, het programma Argos. Vandaag over de kinderopvang. In onze uitzending van 3 maart sloeg hoofdinspecteur Monnée van de GGD-Den Haag alarm over ‘structurele misstanden’ in de kinderopvang. Staatssecretaris Vliegenthart wees de kritiek van de hand. Maar inspecteurs uit Utrecht en Amsterdam maakten in de uitzending van vandaag duidelijk dat er zich in die regio’s dezelfde problemen voordoen.
We proberen ook gegevens te krijgen over de kwaliteitscontrole in Amsterdam. De gemeente Amsterdam kan ons geen gegevens verstrekken. “Wij hebben geen totaaloverzicht”, aldus woordvoerder Clyde Moerlie. “Ik geef toe dat dat niet fraai is en we werken eraan om dit in de toekomst wel te krijgen, maar op dit moment is het helaas niet anders.”
Meer informatie over de situatie in Amsterdam krijgen we wel van Petra Cocu. Zij is hoofd relatiebeheer van BKA (Bedrijfsgerichte Kinderopvang Amsterdam), een bemiddelingsbureau tussen bedrijfsleven en kinderopvang.
Zij vertelt dat er in Amsterdam een schreeuwend tekort aan kinderdagverblijven is. 80 tot 90 procent van de aanvragen kunnen niet meteen worden gehonoreerd en belanden op een wachtlijst. In Amsterdam zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor de kinderdagverblijven. Zij geven vergunningen af en zij huren de gemeentelijke inspectiedienst in voor het controleren van de dagverblijven. Maar die inspectie is op dit moment zwaar onderbezet, vertelt Petra Cocu.
Tekst 17
Naast de gebrekkige controle zijn er volgens Petra Cocu van het bemiddelingsbureau BKA in Amsterdam veel andere zaken mis.
Tekst 18
Gjald Jellesma is voorzitter van Boink, de landelijke vereniging van ouders in de kinderopvang. We leggen hem onze bevindingen voor.
Tekst 19
Tenslotte vragen wij ook een reactie aan Tweede Kamerlid Ank Bijleveld van het CDA, die eerder Kamervragen stelde aan staatssecretaris Vliegenthart.
Afkondiging Argos 9 Juni 2000
Wij hebben ook geprobeerd een reactie te krijgen van staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Maar het ministerie wenste niet te reageren.