Argos
Het bloedbad van Racak
De VS hebben een té dominante rol gespeeld in de oorlog om Kosovo, vindt het Nederlandse kabinet. Maar welke rol hebben de VS gespeeld in de aanloop naar de NAVO-luchtoorlog tegen Milosevic, die vandaag (vrijdag) precies een jaar geleden begon. Bijvoorbeeld bij het 'bloedbad van Racak', medio januari 1999. Daarbij ging het volgens het hoofd van de OVSE-missie in Kosovo, de Amerikaanse diplomaat William Walker, om een massaslachting waarbij 45 ongewapende Albanese burgers werden vermoord door de Serviërs. De autopsie-rapporten die meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen, zijn tot nu toe geheim gehouden.
Argos kreeg, in samenwerking met een Duitse krant, de beschikking over deze geheime rapporten. Bevestigen zij de versie van Walker? 'Racak' was een cruciaal moment in de aanloop naar de NAVO-operatie 'Allied Force'. Voor verschillende Westerse politici betekende 'Racak' de omslag om te kiezen voor een gewapend ingrijpen in het Kosovo-conflict
---------
Argos over de ware toedracht van het bloedbad bij het Kosovaarse dorp Racak waar op 16 januari 1999 vijfenveertig lijken werden gevonden, een gebeurtenis die een cruciale rol heeft gespeeld in de aanloop naar de NAVO-bombardementen tegen de Joegoslavische president Milosevic.
Vraaggesprekken met forensisch patholoog Voortman, voormalig directeur van het laboratorium voor gerechtelijke pathologie in Rijswijk, en de Duitse CDU-politicus en ex-staatssecretaris van Defensie, Wimmer (telefonisch, met vertaling).
Onderwerpen van gesprek zijn: de vraag of de bewering van de Amerikaanse diplomaat William Walker, destijds hoofd van de OVSE-missie in Kosovo, juist was dat het bloedbad bij Racak ging om een Servische massa-executie van ongewapende Albanese burgers; de inhoud van de geheime autopsierapporten waarover Argos in samenwerking met een Duitse krant de beschikking heeft gekregen en die duidelijkheid kunnen verschaffen over de ware toedracht van het bloedbad; de conclusie van Voortman dat de autopsierapporten de door de OVSE beweerde massa-executie niet bevestigen.
Geïllustreerd met historische geluidsfragmenten en citaten (in het Nederlands) uit een brief van EU-voorzitter Fischer aan de Joegoslavische president Milosevic en uit een boek van een militaire adviseur van de OVSE.
-----------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Tekst 1-A
“Je eigen bevolking erop voorbereiden dat je oorlog gaat voeren,” zegt defensiedeskundige professor Rob de Wijk van het Instituut Clingendael over de gang van zaken rond het ‘Racak-incident’. In het Kosovaarse dorp Racak werden op 16 januari 1999 45 lijken gevonden. Racak speelde een cruciale rol in de aanloop naar de NAVO-bombardementen tegen Milosevic, die vandaag precies een jaar geleden begonnen. Racak betekende voor de NAVO de omslag om te kiezen voor gewapend ingrijpen; oftewel in de woorden van NAVO-opperbevelhebber Clark “uitzonderlijke maatregelen”:
Tijdens de NAVO-luchtoorlog hebben de Verenigde Staten een té dominante rol gespeeld. Dat is de belangrijkste conclusie uit de evaluatie over de Kosovo-oorlog, die het Nederlandse kabinet eerder deze week openbaar maakte.
Maar welke rol hebben de Verenigde Staten gespeeld in de áánloop naar die oorlog. Bijvoorbeeld bij dat ‘bloedbad van Racak’. Volgens de Amerikaanse diplomaat William Walker, destijds hoofd van de OVSE-missie in Kosovo, was dit een massa-executie van 45 ongewapende Albanese burgers door de Serviërs. De autopsierapporten, die meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen over de toedracht, zijn tot nu toe geheim gehouden. Dat ondervond ook Rob de Wijk, toen hij research deed voor zijn boek over de Kosovo-oorlog, dat vorige week verscheen.
Tekst 1-C
De autopsierapporten van Racak zijn een jaar na dato nog steeds niet openbaar. Tot vandaag. Wij kregen in samenwerking met journalisten van de Duitse krant ‘Berliner Zeitung’, de beschikking over deze geheime rapporten.
In Argos vandaag: de geheime autopsierapporten van Racak. Bevestigen zij de versie van OVSE-diplomaat Walker? Waren de doden inderdaad ongewapende burgers. Waren zij het slachtoffer van een bewuste massa-executie? Of kwamen zij om bij gevechten tussen het UCK en Servische troepen?
Tekst 2
Forensisch patholoog Voortman beoordeelt voor ons de autopsierapporten van Racak die wij een week geleden in handen kregen. De documenten, waarover wij beschikken, zijn echt. Dat bevestigde gisteren het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken in Berlijn. Daar ligt sinds maart vorig jaar het exemplaar, dat Duitsland toen als voorzitter van de Europese Unie in ontvangst nam. Een maand geleden nog verklaarde een woordvoerder van het Duitse ministerie tegenover Argos dat de documenten, veilig opgeborgen in het archief, zeker dertig jaar geheim blijven.
Alvorens de autopsierapporten nader te bekijken, nu eerst terug naar januari 1999.
Tekst 4
Van Aartsens collega, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer, schrijft op 20 januari als voorzitter van de Europese Unie in een brief aan de Joegoslavische president Milosevic over een “execútie van 45 ongewapende personen”:
“Zeer geëerde Meneer de President,
Ik weet dat uw regering zich erop beroept dat de slachtoffers van Racak leden van het UCK zouden zijn geweest. Dit is echter in tegenspraak met het merendeel van de berichten die wij van OVSE-waarnemers hebben gekregen. Overigens rechtvaardigt uw argument in geen geval de executie door uw veiligheidstroepen van 45 ongewapende personen, onder wie vrouwen en kinderen.”
Tekst 5
Ook nu, een jaar na dato, is het rapport van het Finse forensische team nog steeds geheim. En dat is één van de redenen waarom Clingendael-onderzoeker Rob de Wijk zich in onze uitzending van 25 februari afvroeg wat er nu werkelijk is gebeurd in Racak. De Wijk sprak hierover met verschillende bronnen; aan westerse zijde, maar óók aan Sérvische zijde.
Tekst 6
Wij spraken in onze uitzending van een maand geleden ook met Helena Ranta van de universiteit van Helsinki. Ranta was het hoofd van Finse team van pathologen, dat in opdracht van de Europese Unie vorig jaar het forensische onderzoek naar het Racak-incident uitvoerde.
Tekst 7
De Finse pathologe Ranta is afgelopen november opnieuw in Kosovo geweest om bepaalde delen van het onderzoek ter plaatse af te ronden. Ze kon voor het eerst getuigen van de gebeurtenissen in Racak spreken. Ze zal de resultaten van het onderzoek ter beschikking stellen aan het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag. Toen we Ranta een maand geleden vroegen of ze door dit vervolgonderzoek wél aanwijzingen gevonden heeft over de daders, antwoordde ze:
Tekst 8 = BREAK TEKST
U luistert naar Radio 1, de VPRO, het programma Argos. Vandaag in het Argos: de geheime autopsierapporten van Racak. In het Kosovaarse dorp Racak werden op 16 januari 1999 45 lijken gevonden. De doden van Racak zorgden voor een ommekeer in de aanloop naar de NAVO-bombardementen tegen Milosevic, die vandaag een jaar geleden begonnen. Maar was Racak wel een doelbewuste massa-executie door de Serviërs, zoals het vorig jaar werd voorgesteld. Of was het de ‘trigger’, die de NAVO nodig had, zoals u net de Nederlandse defensiedeskundige Rob de Wijk hoorde zeggen. Net zo kritisch als De Wijk is de Duitse politicus Wimmer, Bondsdaglid voor de CDU, ex-staatssecretaris van Defensie en vicepresident van de Parlementaire Assemblee van de OVSE.
Vertaling: “Alle informatie die ik tot nu toe heb laat de vraag open of het hier gaat om een enscenering. Er zijn grote vraagtekens en als je dan ook nog de grote vertraging ziet in het vrijgeven van het onderzoek van mevrouw Ranta dan worden die vraagtekens niet kleiner. Ik geloof dat het voor iedereen beter zou zijn als we in verband met Racak nu eindelijk eens duidelijkheid zouden krijgen en dat de indruk zou verdwijnen dat Racak in scène gezet is.”
Tekst 9
Dat autopsierapport van mevrouw Ranta hebben wij nu in handen gekregen. We hebben onmiddellijk opnieuw contact gezocht met Helena Ranta, maar zij wilde geen enkel commentaar geven. De Nederlandse forensisch patholoog Voortman, ex-directeur van het Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie in Rijswijk, bekijkt voor ons het werk van zijn Finse collega.
Tekst 10
Volgens patholoog Voortman staat op grond van de autopsierapporten dus absoluut niet vast dat de doden van Racak gelijktijdig zijn omgebracht, wat wel het geval zou moeten zijn als het een massa-executie is geweest.
Heinz Loquai is een Duitse generaal die als militair adviseur in dienst is bij de OVSE. Hij publiceerde deze week een boek over de Kosovo-oorlog. En daarin reconstrueert Loquai zeer gedetailleerd de rol die zijn organisatie, de OVSE, heeft gespeeld bij het Racak-incident. Hij eindigt met een lijstje open vragen:
-De OVSE-waarnemers kwamen al op 15 januari ’s middags in Racak aan, maar ontdekten kennelijk niet de omvang van het bloedbad. Hoe is dat mogelijk? De doden werden de volgende dag allemaal in het dorp zelf of in de directe omgeving gevonden.
-De Servische veiligheidstroepen hebben zich op 15 januari ’s middags teruggetrokken uit Racak. Hebben zij toen niets ondernomen om de massaslachting die zij zouden hebben aangericht te verbergen?
-Welke partij had eigenlijk een motief om een bloedbad aan te richten of om het gebeurde op een bloedbad te laten lijken?
-Hoe kan het dat nog steeds verschillende aantallen doden worden genoemd?
-Wie waren de dodelijke slachtoffers die voor aankomst van de OVSE werden weggehaald?
Tekst 11
Ook het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag houdt zich met de doden van Racak bezig. In de aanklacht die het Tribunaal op 22 mei 1999 uitbracht tegen de Joegoslavische president Milosevic, staat een lijst met 45 namen van dodelijke slachtoffers van Racak. Het UCK publiceerde meteen op 16 januari 1999 een dodenlijst met 40 namen. Ook het team van de Finse pathologe Ranta heeft overigens maar 40 lijken onderzocht. Vreemd genoeg staan van die 40 doden op de UCK-lijst er maar 22 ook op de lijst van het Joegoslavië Tribunaal.
Het verhaal wordt nog ingewikkelder. Want bij Racak werden in een greppel naast elkaar 22 doden gevonden. Volgens het UCK waren dat mensen die door de Servische politie uit hun huizen in Racak waren gehaald en vervolgens geëxecuteerd. Ook van deze mensen publiceerde het UCK een namenlijst. Slechts elf van hen zijn terug te vinden op de lijst van het Joegoslavië-Tribunaal. Waar zijn dan die andere elf gebleven?
De vraag is dus een jaar na dato nog steeds, zoals ook de Duitse generaal Loquai constateert: wie zijn de doden van Racak? Is er met namen en aantallen gemanipuleerd? En zo ja, door wie?
Als we bij het Tribunaal navraag doen, wil men geen commentaar geven.
De Duitse CDU-politicus Wimmer, ex-staatssecretaris van Defensie, vraagt zich af of het Joegoslavië Tribunaal op dit moment wel in staat is om de zaak-Racak op een adequate manier te onderzoeken. Het Tribunaal staat volgens hem onder zware druk.
“ Ich kann in zusammenhang…
Over het Joegoslavië Tribunaal heb ik uit Duitse regeringskringen signalen ontvangen die me niet positief stemmen. Ik heb begrepen dat het Tribunaal op dit moment grote problemen heeft omdat van Amerikaanse zijde druk wordt uitgeoefend onder geen beding zaken te beginnen die nadelig zijn voor de NAVO. Als het Tribunaal wel dergelijke onderzoeken start dan zou de toekomst van het hele Joegoslavië Tribunaal ernstig in gevaar komen. “
Tekst 12
Forensisch patholoog Voortman zoekt verder in de autopsierapporten van Racak. Hij buigt zich over de schotwonden.
Tekst 13
Op grond van de autopsierapporten concludeert patholoog Voortman dus dat in veel gevallen de dodelijke schoten niet van dichtbij zijn afgevuurd. En ook valt volgens hem niet vast te stellen of de slachtoffers van Racak burgers dan wel strijders waren. Dat wijkt duidelijk af van de conclusies die vorig jaar maart na de persconferentie van Ranta over de autopsie door OVSE, Europese Unie en vervolgens een groot deel van de media werden getrokken, namelijk dat de doden zeker burgers zouden zijn geweest.
Onderzoek bij de doden naar kruitsporen op hun handen zou enig aanwijzing kunnen geven voor het al dan niet strijder zijn. Maar dat onderzoek is niet gedaan.
Volgens Voortman is het heel moeilijk om op grond van de autopsieverslagen een algemeen beeld te schetsen van wat er in Racak is gebeurd. Bijvoorbeeld of alle slachtoffers in dezelfde situatie zijn neergeschoten.