Argos
Kwaliteitscontrole veevoer
Ook de vis wordt nu duur betaald, na de kippen, de eieren, het zuivel en het vlees. En dat alles door dioxineaffaire die in België begon maar nu wereldwijd is uitgezwermd. In Nederland is deze week een nieuwe crisis in het Tweede paarse kabinet voorkomen. Want de bewindslieden minister Borst van Volksgezondheid en vooral staatssecretaris Faber van Landbouw hebben de affaire overleefd, voorlopig althans. Want er volgen onvermijdelijk nog meerdere rondes in het permanente gevecht tussen economisch gewin en verantwoorde voedselproductie.
-----
Samenvatting:
Argos over de controle op de voedselproductie en over de vraag of er een oplossing bestaat die het vertrouwen van de consument in het voedsel kan herstellen. Dit naar aanleiding van het recente dioxineschandaal in België.
Aan de orde komen: de recente vondst van dioxine in vet; de complexiteit en onoverzichtelijkheid van de voedselstromen; de besmetting van Nederlandse koeien met BSE; het falende controlesysteem; de toezegging van staatssecretaris Faber van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij dat er een bureau zal worden opgezet om te reageren op calamiteiten in de ingewikkelde voedselketen; het pleidooi voor de invoering van een keurmerk die de veiligheid van voedingsmiddelen garandeert.
De reportage bestaat grotendeels uit fragmenten van eerdere Argos-uitzendingen, aangevuld met vraaggesprekken
met:
- directeur Peter Bakker van het vetveredelingsbedrijf NOBA uit Lijnden;
- Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar rurale sociologie aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen;
- secretaris Wiegeraadt van de Federatie van Mengvoederbedrijven (telefonisch).
Geïllustreerd met geluidsfragmenten van een Kamerdebat over de dioxinekwestie met stemfragmenten van SP-lid Poppe en staatssecretaris Faber van Landbouw.
------------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Tekst 1
SP-Tweede Kamerlid Remy Poppe. Hij wil duidelijke antwoorden van minister Borst van Volksgezondheid en Staatssecretaris Faber van Landbouw, afgelopen woensdagochtend in het debat over de dioxine-kwestie.
Varkenspest, gekke-koeien-ziekte en nu weer giftige kippen. Een rij van schandalen waaruit blijkt hoe kwetsbaar onze ingewikkelde voedselketen tegenwoordig is. Nu zit er dioxine in vet afkomstig uit België of Nederland, vorig jaar zat er dioxine in citruspulp afkomstig uit Brazilië. De componenten van veevoer worden vanuit de hele wereld aangevoerd. En daardoor is het des te moeilijker om er controle op uit te oefenen. Het bedrijfsleven zelf is er te nauw bij betrokken en de overheid faalt keer op keer.
Argos vandaag over de controle op onze voedselproductie, over een overheid die permanent achter de feiten aanloopt, én over de vraag of er een oplossing bestaat die het vertrouwen van de consument in het voedsel kan hertstellen.
Tekst 2
Directeur Piet Bakker van vetsmelterij NOBA.
Één man was niet verrast door de voedselschandalen van het afgelopen jaar. Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar Rurale Sociologie aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Van der Ploeg houdt zich al meer dan tien jaar bezig met de steeds ingewikkelder wordende stroom van voedselcomponenten over de wereld.
Tekst 3
Professor Van der Ploeg voorspelt dat we in de toekomst nog meer voedselschandalen kunnen verwachten gezien de toenemende ingewikkeldheid van de voedselstromen én omdat een structurele aanpak van dit probleem bij de overheid niet bestaat. Maar de situatie is nog ernstiger. Bij de aanpak van de huidige dioxinecrisis bleek dat het ministeries van Landbouw en Volksgezondheid al eind april van de ernst van de situatie op de hoogte waren maar toch dagen wachtten voordat ze tot actie over gingen. En dat was niet de éérste keer dat de overheid zat te slapen. In Argos van maart vorig jaar berichtten we over problemen met afvalverbranders in België. Jarenlang werd melk met een te hoge dosis dioxine gewoon vermengd in de grote melkplas. Nederland importeerde die melk zonder op dioxine te controleren. Dat bevestigde Niels Lucas Luijckx van het ministerie van Volksgezondheid in de uitzending van Argos van maart vorig jaar.
Tekst 4
Op 17 april vorig jaar besteedden we in Argos aandacht aan een ander dioxineprobleem. Begin 1998 werd in de Duitse deelstaat Baden Würtenberg plotseling een lichte maar onverwachte verhoging van het dioxinegehalte in de melk geconstateerd. Het ministerie van Volksgezondheid van Baden Würtenberg begon een speurtocht naar de bron van die vervuiling. Na onderzoek van een groot aantal monsters stuitte men op één boerderij op melk met een zodanig dioxinegehalte dat die melk als chemisch afval moest worden behandeld. Op die boerderij ontdekte men dat de bron van de dioxine-vervuiling in het veevoer zat. Het bleek te gaan om citruspulp uit Brazilië. De vervuilde partij citruspulp was met enorme containers via de Amsterdamse haven in Europa aangekomen. En het grootste deel van die partij was waarschijnlijk in Nederland terechtgekomen. Eind maart belde de Duitsers hun bevindingen door naar het Nederlandse ministerie van Landbouw en daar bleek men nog helemaal van niets te weten. In de uitzending van april vorig jaar spraken we daarover met Gert de Peuter van ministerie van Landbouw.
Tekst 6
Gijs Kleter van Volksgezondheid. Hij ontkende in april vorig jaar nog dat het zeker was dat er ook dioxine via het veevoer in de Nederlandse melk was gekomen. In Nederland had men die dioxine-verhoging in de melk namelijk nog helemaal niet geconstateerd. Dat is ook niet zo verwonderlijk want sinds de Lickebaert-affaire in 1989, waarbij dioxine werd aangetroffen in de melk van koeien in de Lickebaert-polder, waren er in Nederland maatregelen genomen tegen de uitstoot van afvalverbrandingsovens. Het probleem was onder controle. Er moest een nieuwe calamiteit plaatsvinden om Nederlandse ambtenaren wakker te schudden. De enige die wel af en toe melkmonsters onderzocht bleek de industrie zelf te zijn. U hoort de heer Brouwer van de Nederlandse Zuivel Organisatie in Argos van april vorig jaar.
Tekst 7
Brouwer van het NZO geeft schoorvoetend toe dat de zuivelbranche wel melkmonsters onderzocht, maar niet op dioxine. Als de Duitse overheid begin vorig jaar niet zo alert was geweest zouden we tot op de dag van vandaag misschien niets weten over het bestaan van met dioxine vervuilde citruspulp. Deze week belden met het ministerie van Volksgezondheid. De woordvoerder liet ons weten dat er aan de controle op Nederlandse melk sinds vorig jaar, ondanks de dioxineaffaire helemaal niets veranderd is. Wel is er sinds de affaire vorig jaar een norm vastgesteld voor de hoeveelheid dioxine die citruspulp mag bevatten.
Tekst 8
Minister van Aartsen op 21 maart 1997. Van Aartsen, die toen nog minister van Landbouw was, moest ruim een jaar na het uitbreken van de BSE-crisis in Engeland het eerste geval van gekke-koeien-ziekte in Nederland bekend maken. Er zouden nog vijf meldingen volgen, het laatste, zesde geval, werd woensdag 17 maart van dit jaar bekend gemaakt. Elke keer liet het ministerie van Landbouw een onderzoek verrichten naar de bron van die besmettingen. Maar die onderzoeken hebben tot op de dag van vandaag de oorzaak niet opgehelderd.
Er zijn twee mogelijke oorzaken voor een BSE-besmetting. De eerste is via overerving. Daarvoor is een systeem van gele oormerken ingevoerd. Daarmee zou van elke koe in Nederland te achterhalen zijn wie haar voorouders zijn.
Tekst 9
Bij het derde en vierde geval van BSE-besmetting bleken een aantal familieleden van de koe onvindbaar. Vorig jaar (?) werd duidelijk hoe dat kwam: het registratiesysteem is bij lange na niet sluitend en staatssecretaris Faber heeft dat zelfs een tijdje verborgen proberen te houden, zo onthulde het actualiteitenprogramma NOVA.
Tekst 10
Een fragment uit Argos van 19 maart jongstleden. De tweede mogelijke bron van BSE-besmetting is het veevoer, dat kan verontreinigd zijn met diermeelresten. Het ministerie gaf het AID opdracht om precies in kaart te brengen bij welke bedrijven de boer zijn rundervoer heeft gekocht, om dan, via de administratie van het voederbedrijf te achterhalen wat de samenstelling van die runderbrokken is geweest. Vanwege de lange incubatietijd van BSE kan de ziekte veroorzaakt zijn door voer van vijf jaar geleden. De AID moest dus ver terug zoeken in de bedrijfsgegevens. En dat valt niet mee, weet AID-controleur Jos Hooglucht uit ervaring. Bij vier van de zes BSE-gevallen moest híj namelijk het voer onderzoeken.
Tekst 11
Jos Hooglucht, van de AID, in Argos van 19 maart van dit jaar. Hij kan zijn werk niet goed doen Want zijn naspeuringen lopen steeds vast op de onnauwkeurige administratie bij de mengvoederbedrijven. Een pijnlijke ontdekking voor het ministerie van Landbouw. We legden onze bevindingen in die uitzending van maart voor aan staatssecretaris Faber.
Tekst 12
Gisteren hoorden we van het ministerie van landbouw dat producenten van herkauwersvoer sinds 22 mei, dat is dus sinds twee weken geleden, verplicht zijn hun administratie zeven jaar te bewaren. Vanwege de lange incubatietijd van BSE kan de ziekte veroorzaakt zijn door voer van vijf jaar geleden. Dat betekent dat bij eventuele BSE-gevallen die de komende jaren zullen worden ontdekt het ministerie niet met zekerheid kan zeggen of het veevoer de bron van de besmetting is.
Tekst 13
Staatssecretaris Faber eergisteren in de Tweede kamer. ‘Sorry, we hadden sneller moeten reageren’, daar komen haar woorden op neer.
Intussen blijkt dat er voor de vetsmelterijen, waar voorlopig de bron van de huidige dioxinecrisis gezocht wordt, jarenlang ongecontroleerd konden werken. Directeur Bakker van vetsmelterij NOBA in Lijnden, bij Amsterdam.
Tekst 14
Behalve haar excuses had staatsecretaris Faber eergisteren de Tweede kamer nog iets ánders te melden.
Tekst 15
Een bureau. Een groep ambtenaren die gaat reageren op calamiteiten in de ingewikkelde voedselketen. Van Der Ploeg, de hoogleraar Rurale Sociologie aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen, vindt dat er veel meer moet gebeuren. Van der Ploeg is ook lid van de Raad voor het Landelijk Gebied, een adviesorgaan van de overheid. En die Raad overhandigde juli vorig jaar een rapport aan staatssecretaris Faber en toenmalig minister van Landbouw Apotheker. Van der Ploeg leidde de werkgroep die dat rapport schreef. In dat rapport, ‘Zorg en vertrouwen: de basis voor de voedselproductie in de 21e eeuw’, pleit Van der Ploeg voor een structurele aanpak.
Tekst 16
We leggen de suggestie van Van der ploeg en de Raad voor het landelijk gebied voor aan de secretaris van de federatie van mengvoederbedrijven, de heer Wiegeraadt.
Tekst 17
We willen graag van het ministerie van Landbouw weten wat er met het rapport van de Raad voor het Landelijk Gebied is gebeurd. Staatssecretaris Faber was in juli enthousiast toen Van Der Ploeg haar het rapport overhandigde. Gisteren kon een woordvoerder van het ministerie van landbouw ons echter niet vertellen wat er met het rapport op het ministerie is gebeurd. Professor Van der Ploeg: