Argos
Het VMBO
Samenvatting:
Argos over de kans van slagen van het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO), een samenvoeging van het Voorbereidend Beroeps Onderwijs (VBO) en het Middelbaar Algemeen Voorbereidend Onderwijs (MAVO) dat per augustus 1999 van start gaat.
Centraal staat de vraag of deze onderwijsvernieuwing het negatieve imago van het beroepsonderwijs kan verbeteren of is deze vierde hervorming in tien jaar tijd binnen het lager beroepsonderwijs een doodgeboren kindje?
De reportage bevat vraaggesprekken hierover met:
- de rector van de VBO-afdeling van het Prisma College in Breda;
- de rector van de VBO-afdeling van het Montessori College in Nijmegen;
- de directeur van de Aloysius MAVO in Hilversum;
- de sector-manager van de Stichting Leerplan Ontwikkeling in Enschede;
- de directeur van een school voor voortgezet speciaal onderwijs in Utrecht;
- staatssecretaris Adelmund van Onderwijs.
Aan de orde komen: de lage status van het VBO; de vele veranderingen die het lagere beroepsonderwijs in de afgelopen tien jaar heeft ondergaan; de ingrijpende inhoudelijke veranderingen die het VMBO met zich meebrengt en die de aansluiting op het middelbaar beroepsonderwijs moet verbeteren; het slechte imago van het VBO; de weerstand van Mavoscholen tegen een samenvoeging met het VBO, omdat de verwachting bestaat dat leerlingen dan zullen uitwijken naar een categorale MAVO en MAVO-, HAVO-, VWO-scholen die alleen theorie zullen blijven onderwijzen; de opheffing in 2002 van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor kinderen met
leer- en opvoedingsproblemen; de verwachte problemen die deze opheffing met zich mee zal brengen; de extra begeleiding die nodig is voor de VSO-leerlingen die in 2002 instromen in het reguliere onderwijs; de verwachting dat Vmbo-scholen de probleemleerlingen uit het VSO zullen weren; de stelling van staatssecretaris Adelmund van Onderwijs dat het voortbestaan van categorale Mavo’s de VMBO-operatie niet zal ondergraven.
--------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Tekst 1
Karin Adelmund, staatssecretaris van Onderwijs, gisterenmiddag tijdens de presentatie van een rapport over de invoering van de VMBO. Die afkorting staat voor een belangrijke vernieuwing in het voortgezet onderwijs. Het Voorbereidend Beroepsonderwijs, waaronder bijvoorbeeld de vroegere LTS en huishoudschool vallen, en de MAVO gaan per 1 augustus van dit jaar samen in het nieuwe Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs, het VMBO.
Rond deze ingrijpende hervorming van het onderwijs is het opvallend stil. Toch krijgt meer dan de helft van alle leerlingen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar ermee te maken.
Hoe revolutionair zijn die veranderingen? Wordt het negatieve imago van het beroepsonderwijs ermee verbeterd? Of is deze vierde hervorming in tien jaar tijd in het lager beroepsonderwijs een doodgeboren kindje?
Argos, vandaag over de veranderingen in de laagste regionen van het voortgezet onderwijs.
Tekst 2
Rector Ben van der Hilst leidt ons rond op de VBO-afdeling van het Montessori College in Nijmegen. In een prachtig lokaal wordt gezaagd, getimmerd en gemetseld aan een huis in aanbouw. Maar dat gebeurt jammer genoeg maar door een handvol leerlingen.
Het gaat niet goed met het Voorbereidend Beroeps Onderwijs in Nederland. De praktijklokalen staan goeddeels leeg, omdat ouders en scholieren neerkijken op het VBO. Ze proberen het liever eerst maar eens op de Mavo. Het Voorbereidend Beroepsonderwijs is verworden tot rest-onderwijs.
Intussen zitten de MAVO-klassen vol met leerlingen die worstelen met theorievakken die ze te moeilijk vinden, of niet leuk. Dus ook met de Mavo gaat het niet goed. Steeds meer leerlingen doen eindexamen op C-niveau, het laagste niveau van de Mavo.
En zowel voor het VBO als voor de Mavo geldt dat ze niet voldoende opleiden voor het vervolgonderwijs. Bijna een kwart van de leerlingen met VBO- of Mavodiploma op zak mislukt in het Middelbaar Beroeps Onderwijs.
Daarom bedacht het ministerie van Onderwijs het VMBO, het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs, waarin MAVO en VBO dus worden samengevoegd. Het is niet de eerste keer dat het beroepsonderwijs op de schop gaat. Dat weet Koos Stigter als geen ander. Hij is rector van de VBO-afdeling van het Prisma College in Breda.
Tekst 3
Koos Stigter van het Prisma College in Breda. Honderd van de achthonderd leerlingen die op zijn school instromen in het voorbereidend beroepsonderwijs, zijn dus eerst mislukt op de MAVO. Met de komst van het VMBO zou dat niet meer hoeven gebeuren.
Dit nieuwe VMBO biedt vier leerwegen binnen één school: twee praktische – de een wat moeilijker dan de andere -, één theoretische leerweg en een gemengde leerweg met vijf theoretische vakken en één praktijkvak. Welke leerweg je ook kiest, in alle vakken speelt het aanleren van vaardigheden een grote rol: leerlingen moeten zelfstandiger werken en leren dan nu het geval is. Deze facelift van het voorbereidend beroepsonderwijs moet ouders verleiden hun kinderen naar zo’n VMBO-school te sturen.
Tekst 5
Ben van der Hilst, rector van het Montessori-college in Nijmegen. Zijn school heeft te lijden onder het slechte imago dat het voorbereidend beroepsonderwijs heeft, waardoor ouders hun kinderen als het maar even kan liever naar een MAVO sturen. En volgens Van der Hilst biedt ook de komst van het VMBO per 1 augustus geen soelaas. Want zelfs dan kunnen ouders dat blijven doen. Want naast de nieuwe VMBO-scholen, zoals die van rector Van der Hilst, blijven er ruim 200 aparte MAVO’s bestaan; als zelfstandige, zogenaamde ‘categorale’ MAVO, en als onderdeel van scholengemeenschappen met MAVO, HAVO en VWO.
Ook het ministerie zelf ziet dat probleem. Al in 1997 concludeerde het departement in een rapportage:
Tekst 6
Een school met zowel MAVO als VBO ligt minder goed in de markt dan een kleine categorale Mavo, zegt Mavo-directeur Vlaming. En daarom piekert hij er niet over een fusie aan te gaan met een VBO-school; zelfs al kan hij zijn leerlingen nu maar één van de vier leerwegen aanbieden. Daarmee is de school van Vlaming een rechtstreekse concurrent voor de nieuwe VMBO.
De vraag is nu wat de Aloysius-mavo van directeur Vlaming straks gaat doen met twijfelgevallen: leerlingen, die misschíen MAVO, maar in elk geval beroepsonderwijs aankunnen. Leerlingen, waarvoor het VMBO dus speciaal bedoeld is. Zijn die leerlingen nog wel welkom op de Aloysius-MAVO?
Tekst 7
Een vak als koken blijft ook in het nieuwe systeem voorbehouden aan echte VMBO-scholen. Categorale Mavo’s en mavo-havo-vwo-scholen zullen alleen theorie blijven doceren en onttrekken zich daarmee aan de bedoeling van het VMBO-onderwijs. Dit tot groot verdriet van Wim Jellema. Jellema werkt als sectormanager bij de Stichting Leerplanontwikkeling in Enschede. Hij maakt in opdracht van het ministerie de examenprogramma’s voor het nieuwe VMBO en bepaalt daarmee wat een toekomstige VMBO-leerling moet kunnen en kennen om zijn diploma te halen. Jellema vindt het niet goed dat scholen als de Aloysius-Mavo, door zelfstandig te blijven, drie van de vier leerwegen buiten de deur houden.
Tekst 8
Behalve alle leerwegen in één school en een grotere nadruk op zelfstandig werken, vindt er met de invoering van het nieuwe VMBO nóg een ingrijpende verandering plaats. Het beroepsonderwijs krijgt er namelijk een nieuw type leerling bij: leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Tot nu toe zaten die op aparte scholen voor Speciaal Onderwijs. Het ministerie vindt dat niet meer van deze tijd. Het werkt stigmatiserend om leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden naar aparte scholen te sturen. Bovendien hebben leerlingen daar minder keuzemogelijkheden, omdat het speciaal onderwijs maar een beperkt aantal vakken kan aanbieden. Alle scholen krijgen tot 2002 - dus nog drie jaar - de tijd om zich voor te bereiden op de komst van die probleem-leerlingen.
Wat zijn dat voor leerlingen, vragen we aan Nico Rosenbaum. Rosenbaum is directeur van de Wim Sonneveldschool, een klein schooltje met 110 leerlingen, midden in de sjieke Utrechtse wijk Oog in Al. De Wim Sonneveldschool is één van de 100 scholen voor speciaal voortgezet onderwijs die in 2002 worden opgeheven.
Tekst 9
Op de Wim Sonneveldschool wordt lesgegeven in kleine groepjes. Als directeur van zo’n school voor speciaal onderwijs weet Nico Rosenbaum uit eigen ervaring wat het betekent voor docenten en medeleerlingen om leerlingen in de klas te hebben die bijvoorbeeld hyperactief zijn. Rosenbaum voorziet grote moeilijkheden als de leerlingen uit het speciaal onderwijs moeten instromen in de VMBO-scholen.
Tekst 10
Docenten en directeuren uit het speciaal onderwijs hebben in 1994 de toenmalige staatssecretaris van onderwijs Netelenbos al laten weten weinig te voelen voor de opheffing van hun scholen. Maar Netelenbos hield voet bij stuk. Het is goed als het reguliere onderwijs speciale zorg kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben, vond ze. Scholen moeten daarom op regionaal niveau samenwerkingsverbanden aan gaan. En vervolgens moeten zij onderling afspreken, hóe die extra zorg aangeboden gaat worden.
Dat klinkt mooi, maar tegelijkertijd worden individuele scholen niet verplícht om die probleemleerlingen aan te nemen. En dat heeft in de praktijk verstrekkende consequenties. Het Prisma College in Breda bijvoorbeeld, waar het VMBO per augustus ingaat, heeft er helemaal geen belang bij om moeilijk opvoedbare leerlingen aan te nemen, zegt rector Stigter. Leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden moeten maar naar een andere school gaan, vindt hij.
Tekst 11
Koos Stigter, directeur van het Prismacollege in Breda. Zoals categorale mavo’s de betere VMBO-leerlingen proberen binnen halen, zo proberen VMBO-scholen de probleemleerlingen van het speciaal onderwijs weg te houden van hun scholen. En daarmee wordt weer een poot onder de stoel van het nieuwe VMBO weggezaagd. Nico Rosenbaum, directeur van een school voor speciaal onderwijs in Utrecht wordt niet vrolijk van dergelijke berichten.
Tekst 12
We vroegen gisterenmiddag een reactie aan staatssecretaris Adelmund van Onderwijs. Wat vindt zij ervan dat er aparte Mavo’s blijven bestaan. Ondergraaft dat niet de hele VMBO-operatie?
Tekst 13
Het zijn allemaal overgangsproblemen, zegt staatssecretaris Adelmund.
Hoe zit het dan met de opheffing van het speciale onderwijs, dat moet opgaan in het VMBO, willen we weten. Wie heeft daar baat bij.
TEKST BREAK
U luistert naar radio 1, de VPRO, het programma Argos. Vandaag over de veranderingen in de laagste regionen van het voortgezet onderwijs. De MAVO en het VBO, het Voorbereidend Beroepsonderwijs, worden per 1 augustus samengevoegd in het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs, het VMBO.
Wordt het negatieve imago van het beroepsonderwijs daarmee verbeterd? Of is deze onderwijshervorming een doodgeboren kindje?