Argos
Gevangen in Tunesië (Ammar Messaoudi)
Argos over de wijze waarop Nederlandse ambassades zich bekommeren om Nederlandse staatsburgers die in het buitenland gevangen zitten. Centraal staat de zaak van de Tunesische Nederlander Ammar Messaoudi, die al drie jaar gevangen zit in een Tunesische gevangenis en beschuldigd wordt van deelname aan de verboden fundamentalistische islamitische organisatie Al-Nahda. Zijn familie en vrienden zijn van mening dat Ammar onschuldig is en een slachtoffer is van het Tunesische rechtssysteem, waarover in het jaarboek van Amnesty International zeer veel aanklachten zijn opgenomen. Naar aanleiding van een uitzending van het Tv-programma 'Zembla' in maart 1998 beloofde de toenmalige minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken zich actief te bemoeien met het lot van de gevangene, maar een half jaar later blijkt de situatie onveranderd.
Het programma bevat vraaggesprekken hierover met:
- Yvette Kinwel, de vriendin van Ammar, die vertelt wat voor een man Ammar is, ingaat op haar ervaringen met de Nederlandse ambassade in Tunesië en vertelt hoe zij contact met Ammar heeft;
- de broer van Ammar (Tunesisch, met vertaling);
- de moeder van Ammar (Tunesisch, met vertaling);
- Katja Andringa, politieagente en een vriendin van Ammar en Yvette (telefonisch);
- advocaat Rammelt, die veel ervaring heeft met cliënten met een dubbele nationaliteit (telefonisch), die stelt dat de Nederlandse regering eerder dan die van andere landen haar handen aftrekt van rechtszaken rond personen met twee nationaliteiten;
- CDA-buitenlandwoordvoerder Jacques de Milliano (telefonisch).
De verslaggevers brengen met de vriendin van Ammar een bezoek aan Sousse, het ouderlijk huis van Ammar in El Allah en aan de gevangenis waarin Ammar gedetineerd is.
Bevat een fragment uit een toeristische video over Tunesië, een nagespeeld gesprek met de advocaat van Ammar (die zich ontpopt als een verdediger van het Tunesische rechtssysteem) een samenvatting van het gesprek met een kroongetuige die onder druk een voor Ammar belastende verklaring aflegde en een nagespeeld gesprek met een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.