Argos
Het gat van Ritzen
In Argos een onderzoek naar het zgn. 'Gat van minister Ritzen'. In de recente reorganisatie van het beroepsonderwijs is een groep van tienduizenden, deels leerplichtige, jongeren over het hoofd gezien. Zij volgen noodgedwongen niet erkende opleidingen, vervelen zich thuis of hangen rond op straat.
---------
Argos over de gevolgen van de reorganisatie van het beroepsonderwijs (de wet Educatie en Beroepsonderwijs), waarbij een groep jongeren over het hoofd werd gezien. Deze jongeren komen niet voor het reguliere onderwijs in aanmerking omdat ze het niveau ervan niet aankunnen door taal- of gedragsproblemen. Velen volgen daarom noodgedwongen niet-erkende opleidingen, vervelen zich thuis of hangen rond op straat. Het Albeda-college in Rotterdam is een van de weinige Regionale Opleidingscentra die de probleemjongeren nog toelaat. Het probleem, dat jongeren min of meer dwingt tot spijbelen, wordt het 'Gat van Ritzen' genoemd.
De reportage bevat vraaggesprekken hierover met:
- projectleidster Maya Vos van het Regionaal Opleidingscentrum Haaglanden;
- Ron Schouten (?), een jongere die noodgedwongen thuiszit;
- de moeder van Ron;
- interim-directeur Ton Sipkens van de Stichting SVSD (Stichting en Vorming Specifieke Doelgroepen) die onderzoek deed naar de gevolgen van de reorganisatie van het beroepsonderwijs;
- directeur Hans van Nieuwkerk van het Regionaal Opleidingscentrum Tinbergen, bedenker van het nieuwe systeem;
- adjunct-directeur Fred Bastemeyer van het Albeda-college Rotterdam;
- D66-Kamerlid Stefanie van Vliet die het probleem onder de aandacht van minister Ritzen bracht (telefonisch).
--------
Inleidende teksten, niet volledig:
Tekst 1
Maya Vos van Regionaal opleidingscentrum Haaglanden, een school voor beroepsonderwijs in Den Haag. De 16-jarige Ron Schouten kan niet op haar school niet terecht. Het is de zoveelste teleurstelling voor Ron en zijn moeder. Want Ron kan nergens terecht, ook al is hij nog leerplichtig.
Argos onderzoekt vandaag het ‘gat van Ritzen’, het gat waar ook Ron Schouten in terecht is gekomen.
Deze leerplichtige jongeren volgen noodgedwongen niet-erkende opleidingen, vervelen zich thuis, hangen rond op straat, raken aan het zwerven of vervallen in crimineel gedrag. En dat in een tijd waarin een soort morele paniek lijkt te zijn ontstaan over de losgeslagen jeugd. Een paniek, die na de rellen in de Oosterparkwijk in elke maandagochtendkrant een nieuw verhaal oplevert over kapotgeslagen disco’s, door jongeren op de vlucht gedreven politieagenten en over een tekort aan blauw op straat. Een paniek over probleemjongeren, die onbereikbaar zouden zijn geworden voor de rest van de samenleving.
Argos vandaag over een overheid, die jongeren dwingt tot spijbelen.
Tekst 2
Ron Schouten. Een blonde kleine jongen. Hij ziet er veel jonger uit dan zijn zestien jaar. Hij vult zijn dagen met computeren samen met vriendjes van dezelfde leeftijd die ook niet meer naar school gaan. De weee lucht van joints vult zijn slaapkamer. Aan de muur een poster van Bob Marley. Ronnies moeder weet niet hoe het nu verder moet.
Tekst 3
Ron vond een tijdje terug een stageplek bij een aannemersbedrijf. Maar omdat hij nog deels leerplichtig is, stelde het bedrijf een voorwaarde. Hij moest twee dagen in de week naar school en dan kon hij drie dagen komen werken. Maar tot nu toe wil geen school hem hebben. Dus gaat ook de baan, waar hij zo’n zin in had niet door.
Ron probeerde het nog een keer. Bij het Regionaal Opleidingscentrum Haaglanden wilde hij de cursus autotechniek volgen. Maar na een week te zijn getest, assessment heet dat tegenwoordig, kwam coördinator Maya Vos van het opleidingscentrum vorige week met de uitslag: helaas is er geen plaats voor Ron.
Tekst 4
Ron moet wel naar school, zegt coördinator Maja Vos. Maar waar? Rons moeder geeft niet op. Ze belt stad en land af: er moet toch ergens een plek zijn voor haar zoon. Ze heeft er bijna een dagtaak aan.
Tekst 5
De afgelopen drie jaar zat Ron de meeste tijd thuis en de sfeer is er in de kleine benedenwoning niet beter op geworden.
Tekst 6
Terug naar het Regionaal Opleidingscentrum Haaglanden waar Ron onlangs werd afgewezen. Moeder Schouten krijgt van coördinator Maya Vos te horen dat Ron slachtoffer is geworden van een nieuwe wet, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Onder de oude wet kon Ron nog wel in het onderwijs terecht, in een vorm van onderwijs, speciaal voor probleemjongeren: het vormingswerk. Onder de nieuwe wet is dat niet meer mogelijk, legt Maya Vos aan Ron en zijn moeder uit.
Tekst 7
Het ‘gat van Ritzen’. Ron en met hem vele duizenden jongeren vallen tussen wal en schip. Het speciale onderwijs dat er voor hen was is vorig jaar afgeschaft en het alternatief moet nog ontwikkeld worden. Op de nieuw gevormde Regionale Opleidingscentra, de ROC’s , kunnen ze door de hoge toelatingscriteria niet terecht.
Ton Sipkens is interim-directeur van de stichting SVSD in Den Haag, de stichting Scholing en Vorming Specifieke Doelgroepen. Een stichting , die een deel van de jongeren opvangt, die nu nergens terecht kunnen. Sipkens onderzocht de gevolgen van de nieuwe wet, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Volgende week verschijnt zijn rapport.
Tekst 8
Bij de reorganisatie van het beroepsonderwijs is een groep over het hoofd gezien, namelijk de jongeren die het niveau van de nieuwe opleidingen niet kunnen bijbenen. Omdat ze niet goed Nederlands spreken, gedragsproblemen hebben of niet gemotiveerd zijn voor een fulltime opleiding. Tot vorig jaar kon deze groep nog in de zogenaamde schakelklassen terecht. Daar waren de eisen niet zo hoog. Maar die schakelklassen waren volgens onderwijsmensen te vrijblijvend. Ze hielden de jongeren wel van de straat maar leidden niet tot een diploma. En daarom moesten de schakelklassen bij de invoering van de nieuwe wet verdwijnen.
Ton Sipkens:
Tekst 9
Ton Sipkens van de Haagse Stichting SVBD. Hij deed onderzoek naar de gevolgen van de reorganisatie van het beroepsonderwijs.
Hans van Nieuwkerk, directeur van het Regionaal Opleidingscentrum Tinbergen in Den Haag, is een van de bedenkers van de nieuwe wet. Dat maakt hem medeverantwoordelijk voor de problemen die nu zijn ontstaan. Van Nieuwkerk moet toegeven dat in het nieuwe stelsel van beroepsonderwijs een groep buiten de boot valt. Maar, zo verdedigt Van Nieuwkerk zich: op papier zag het er allemaal zo mooi en sluitend uit.
Tekst 10
Hans van Nieuwkerk, een van de bedenkers van de nieuwe wet, geeft toe dat er fouten zijn gemaakt, zij het schoorvoetend. Er is dus wel degelijk een ‘gat van Ritzen’, maar voorlopig gebeurt er niet veel om dat gat te dichten. Maya Vos van het Regionaal opleidingscentrum, ROC, Haaglanden zag de problemen al lang van te voren aankomen.
Tekst 11
De nieuwe regionale opleidingscentra reageren heel verschillend op de problemen. Sommige sturen probleemjongeren gewoon weg, omdat ze niet meer in de programma’s passen, en anderen wringen zich in allerlei bochten om ze toch nog van de straat te houden. Dat laatste wordt wel steeds moeilijker want over 2 jaar krijgen de opleidingscentra alleen nog maar geld voor leerlingen die een diploma halen. Voortijdige schoolverlaters worden dan een groot risico voor de scholen. Als er voor die tijd niets verandert wordt de groep leerlingen die buiten de boot valt, steeds groter.
Het Albedacollege in Rotterdam, ook een Regionaal Opleidingscentrum, gaat wel heel creatief met de wet om. Wat op andere centra niet lukt, kan hier wel: de school laat nog steeds een grote groep probleemjongeren toe.
Tekst 12
Fred Bastemeyer, adjunct-directeur bij het Albedacollege in Rotterdam.
In de Maasstad vinden ze het niet aanvaardbaar om jongeren zoals Ron uit Den Haag de straat weer op te sturen. Dat betekent wel dat ze noodgedwongen de wet overtreden. Dat moet dan maar, vindt Bastemeyer. Er is werk genoeg voor jongeren die niet 5 dagen per week naar school willen of kunnen.
Tekst 13
Door de nieuwe wet is de nadruk veel te veel komen te liggen op het halen van diploma’s zegt Fred Bastemeyer en dat is kortzichtig want het kan ook anders.
Tekst 14
Fred Bastemeyer van de Albedacollege in Rotterdam.
Het wachten is op minister Ritzen. Maar Ritzen blijft het probleem hardnekkig ontkennen.
Dat ondervond ook Stefanie Van Vliet, Tweede Kamerlid voor D’66. In 1995 waarschuwde ze bij de kamerbehandeling van de nieuwe wet op het beroepsonderwijs voor een kwalijk bij-effekt: het afstoten van moeilijke leerlingen. Minister Ritzen sloeg de waarschuwing in de wind met alle gevolgen van dien. Maar Stefanie van Vliet lijkt nu toch gelijk te krijgen.