Argos
Plutonium ll (Pechiney)
Argos over de opwerking van splijtstofstaven. Uit geheime contracten van kerncentrale Borssele blijkt dat er contracten bestaan tussen de kerncentrale in Borssele, de Franse opwerkingsfabriek Cogema in La Hague en het in Zeeland gevestigde Franse aluminiumbedrijf Pechiney. De bedrijven en hun politiek zijn zodanig met elkaar verweven dat Borssele niet eenzijdig het contract met Cogema kan opzeggen en door moet gaan met het leveren van afgewerkte splijtstofstaven.
Vraaggesprekken met:
- directeur H. Codée van afvalverwerkingsbedrijf COVRA, over de opslag van niet-opgewerkte splijtstofelementen en zwaar radioactief materiaal, het 'verglazen' van kernafval en het verbod op opslag van plutonium in Nederland;
- directeur De Boer van het Zeeuwse energiebedrijf EPZ, die vasthoudt aan de huidige bedrijfsvoering: het naar Frankrijk sturen van splijtstofstaven, maar later in het gesprek toegeeft dat de kerncentrale Borssele contractueel verbonden is met de Franse opwerkingsfabriek Cogema in La Hague;
- onderzoeker Stef Weijers van het ministerie van Verkeer en Waterstaat die in de jaren '80 de ontwikkeling van het Sloegebied onderzocht, waar het Franse aluminiumbedrijf Pechiney zich wilde vestigen, over de banden tussen de kerncentrale in Borssele en het Franse aluminiumbedrijf en de geschiedenis van de kerncentrale in Borssele;
- journalist Marc Hibbs (telefonisch, in het Duits) over de banden tussen Pechiney, Borssele en La Hague; Met Oude geluidsfragmenten uit eerder afleveringen van 'Argos'.
-------------
Persbericht:
Pechiney derde partij in opwerkingscontracten tussen Borssele en Cogema
Behalve de kerncentrale Borssele en de opwerkingsfirma Cogema in het Franse La Hague is ook het Franse aluminiumbedrijf Pechiney, de grootste klant van de kerncentrale, partij in de geheime opwerkingscontracten tussen Borssele en Cogema. En daarom is het voor de kerncentrale extra moeilijk om de opwerkingscontracten open te breken. Dat blijkt uit Argos van vandaag.
"Het was een afspraak met de grootste afnemer. Het was een onderdeel van het contract", zegt directeur J. den Boer van de kerncentrale in Borssele. Volgens een andere bron is dit onderdeel van een driehoeksdeal tussen Borssele, Cogema en Pechiney.
De kerncentrale Borssele en Pechiney zijn vanaf begin jaren '70 met elkaar verstrengeld. "Pechiney, waarvoor deze elektriciteitscentrale is gesticht", zoals Borssele-directeur Den Boer het zelf in Argos formuleert. In een - ook nu nog - geheim elektriciteitscontract werd 25 jaar geleden aan Pechiney gegarandeerd dat de kerncentrale het aluminiumbedrijf blijvend van goedkope stroom zou voorzien; stroom tegen een prijs, die zelfs onder het al speciale grootverbruikerstarief lag. In dat geheime contract met Pechiney is ook vastgelegd dat de opgebrande splijtstofstaven uit de kerncentrale moesten worden opgewerkt, zo maakt Den Boer in Argos duidelijk:
"In ons elektriciteitscontract met Pechiney moesten de restkosten worden verrekend. Dus zonder opwerking konden we het contract nooit rondkrijgen. Onderdeel van het contract was dat het geheel van de cyclus moest zijn afgesloten. Het was een afspraak met de grootste afnemer. Het was een onderdeel van het contract. Zo heb je dat commercieel afgesproken."
Directeur Den Boer onthult hiermee een van de tot nu toe geheim gebleven onderdelen van de opwerkingscontracten: naast Borssele en Cogema is ook Pechiney partij. Dat wordt in Argos bevestigd door Mark Hibbs, een Amerikaanse journalist die in Bonn werkt als redacteur van de gezaghebbende tijdschriften 'Nuclear Fuel' en 'Nucleonics Week'. Dit zijn onafhankelijke vakbladen die zeer nauwe contacten onderhouden met de nucleaire industrie.
Hibbs vertelt dat er een 'deal' gesloten zou zijn: "Een deal tussen drie partijen: de kerncentrale Borssele, de aluminiumproducent Pechiney en de Franse opwerkingsfabriek Cogema. In ruil voor de levering van goedkope energie door de kerncentrale aan de aluminiumfabriek zou de kerncentrale - door bemiddeling van Pechiney - goedkoop zijn afval kunnen laten opwerken door Cogema."
Hibbs kan niet verklappen wie zijn bron was. Maar het ging, zo zegt hij, om een insider uit de Nederlandse nucleaire industrie.
Als Argos navraag doet over deze deal bij directeur H.C. Frijlink van Pechiney, zegt deze in eerste instantie dat het allemaal op een misverstand moet berusten. Maar bij nader doorvragen over details van de contracten is zijn enige antwoord: geen commentaar. "We hebben 25 jaar nooit inhoudelijk gesproken over ons contract. Ik betreur het als Den Boer zich niet aan die afspraak heeft gehouden", aldus directeur Frijlink van Pechiney.
Het Franse staatsconcern Pechiney was begin jaren '70, toen de Pechiney-vestiging in Zeeland werd geopend, actief op alle terreinen van de nucleaire cyclus. Het had belangen in uraniummijnen, in de productie van splijtstofstaven voor kerncentrales - leverde die ook aan Borssele - en had ook banden met de opwerkingsfabriek Gogema, eveneens een Frans staatsbedrijf. Pas in 1992 werden die nucleaire belangen door Pechiney afgestoten en verkocht aan onder andere - opnieuw - Cogema.
De milieugroep Greenpeace voert op dit moment actie voor het openbreken van de opwerkingscontracten tussen Borssele en Cogema. Ook in de Tweede Kamer pleiten verschillende partijen voor heroverweging van de opwerking. Met name vanwege de grote hoeveelheid plutonium die bij de opwerking van de splijtstofstaven ontstaat, terwijl daarvoor geen hergebruik mogelijk is.
Volgens Greenpeace is stoppen met opwerking goedkoper dan ermee doorgaan, ondanks eventuele boeteclausules. De milieugroep baseert zich daarbij op standaard-opwerkingscontracten, die in Duitsland openbaar zijn geworden. Maar de kerncentrale bestrijdt dat. Openbreken kost veel meer dan Greenpeace denkt, wordt daar gezegd, zonder nadere uitleg. Het verschil is mogelijk gelegen in de rol die Pechiney als derde partij speelt in de opwerkingscontracten.
Pechiney heeft sinds de komst naar Zeeland voortdurend gedreigd met sluiting of overplaatsing van zijn fabriek, als Borssele zich niet aan de afspraken uit het elektriciteitscontract hield. Laatstelijk gebeurde dat nog in 1994, toen Pechiney weigerde mee te betalen aan de gestegen kosten voor de verwerking van het nucleaire afval van de kerncentrale. Het conflict werd door een onafhankelijke arbitragecommissie in het voordeel van Pechiney beslecht.
--------------
Inleidende teksten (niet compleet):
Tekst 1
Argos-verslaggever Kees van den Bosch gaat door de veiligheidscontrole de kerncentrale van Borssele binnen. Een kerncentrale die over zes jaar wordt gesloten maar nog steeds een aantal geheimen herbergt. Geheimen, zoals de opwerkingscontracten met de Franse firma Cogema bijvoorbeeld. Cogema in het Normandische La Hague, waar de opgebrande splijtstofstaven uit Borssele worden opgewerkt. Een proces, waarbij naast hoog radioactief afval plutonium ontstaat. Plutonium, dat niet alleen uiterst giftig is maar ook grondstof voor de aanmaak van atoombommen.
Argos berichtte afgelopen november al eerder over de opwerking en het plutonium. Vandaag komt Argos met nieuwe gegevens. Gegevens over hoe reëel de alternatieven voor opwerking zijn.
Gegevens over de verstrengeling tussen Borssele en het Franse aluminiumbedrijf Pechiney, de grootste klant van de kerncentrale.
En gegevens over het verband tussen die verstrengeling en de geheime opwerkingscontracten.
Tekst 2
Tweede Kamerlid Blauw van de VVD. Na de Argos-uitzending in november vroeg hij de regering namens een grote Kamermeerderheid om een notitie over de opwerking van de splijtstofstaven uit de kerncentrales van Dodewaard en vooral Borssele. De Kamer was verontrust over nieuwe onderzoeksresultaten van de Technische Universiteit Eindhoven die door Argos naar buiten waren gebracht. Daaruit bleek dat de berg met 900 kilo Nederlands plutonium die nu al in Frankrijk ligt, de komende decennia zal uitgroeien tot meer dan 3000 kilo. Tenminste, als met de opwerking van de splijtstofstaven uit Borssele wordt doorgegaan. Want hergebruik van dat afgescheiden plutonium is een doodlopende weg. De nucleaire industrie heeft zijn hoop gevestigd op de verwerking van het plutonium in zogenaamde MOX- (Mixed Oxyde-)brandstofstaven voor kerncentrales. Maar in werkelijkheid is dat helemaal geen oplossing, zo vertelde Bart van der Zijde, een van de Eindhovense onderzoekers, in onze vorige uitzending.
Tekst 3
Ook economisch gezien, als brandstof voor kerncentrales, is MOX onaantrekkelijk, vertelde Van der Zijde.
Tekst 4
Een andere mogelijkheid tot hergebruik van het plutonium - als brandstof voor een nieuwe generatie kerncentrales, de snelle kweekreactoren - was in 1991 al de bodem in geslagen door het besluit de geplande snelle kweekreactor in het Duitse Kalkar definitief af te blazen.
Wat moet er dan met het plutonium gebeuren. Dat is nu de vraag. De milieuactiegroep Greenpeace voert - op grond van het onderzoek van de Eindhovense universiteit - actie voor het stopzetten van de opwerking. In plaats daarvan moeten de opgebrande splijtstofstaven uit Borssele als afval worden behandeld, zo vindt Greenpeace. En net als het andere hoog radioactieve afval worden opgeslagen.
Tekst 5
Argos-redacteur Gerard Legebeke vier jaar geleden op bezoek bij directeur Codee van de COVRA, de Centrale Organisatie Voor Radio Actief Afval, gevestigd op het industrieterrein bij Vlissingen, letterlijk onder de rook van de kerncentrale van Borssele. Een modern kantoorgebouw en een aantal opslagloodsen, afgeschermd door een waterpartij en een hekwerk met prikkeldraad. Dat is de COVRA. Sinds eind 1991 wordt daar al het Nederlandse nucleaire afval centraal opgeslagen. Tot nu alleen laag- en middelradioactief afval. Maar binnenkort gaat dat veranderen. Op het COVRA-terrein ligt al een enorme hoop zand. Daar moet de BUNKER komen, de bunker voor het hoogradioactieve afval die in het jaar 2001 gereed moet zijn. De vergunning is al verleend en het ontwerp is al klaar, vertelde COVRA-directeur Codee deze week tegen Gerard Legebeke toen hij een hernieuwd bezoek aan de COVRA bracht.
Tekst 6
In de bunker moet dus het hoogradioactieve afval worden opgeslagen. En dat zal vooral bestaan uit het zogenaamde Kern Splijtings Afval. Dat is het afval dat overblijft als bij de opwerking van splijtstofstaven het plutonium is afgescheiden. Frankrijk gaat dat afval in glas gegoten vanaf 2001 naar Nederland terugsturen.
De vraag is nu of de COVRA in plaats van het kernsplijtingsafval ook opgebrande splijtstofstaven kan opslaan, die dan zonder opwerking rechtstreeks van de kerncentrale naar de COVRA komt.
Technisch is dat geen probleem, zegt COVRA-directeur Codee, in principe maakt het allemaal niet veel uit. Wel moeten er dan nieuwe vergunningen worden aangevraagd en dat kost natuurlijk tijd. Codee:
Tekst 7
De COVRA gaat die niet-opgewerkte splijtstofelementen uit de onderzoeksreactoren van Petten en Delft al vanaf volgend jaar opslaan. Voorlopig nog in de loods voor laag en middelradioactief afval. In 2001 verhuizen ze naar de bunker, die dan klaar moet zijn.
Tekst 8
Directeur Den Boer van de kerncentrale in Borssele. Het plutonium kan niet meer naar Kalkar; MOX-staven maken van het plutonium is ook geen oplossing, dat blijkt uit het onderzoek uit Eindhoven; toch blijft directeur Den Boer de splijtstofstaven naar Frankrijk sturen. Ik kan niet anders, zegt Den Boer, want ik zit vast aan de opwerkingscontracten met Cogema. En die openbreken is duurder dan welke andere oplossing ook.
Greenpeace bestrijdt. De milieugroep maakte een vergelijking met standaard-opwerkingscontracten, die in Duitsland openbaar zijn geworden. En dan blijkt volgens Greenpeace dat stoppen met opwerking goedkoper is, ondanks eventuele boetes die betaald moeten worden vanwege het openbreken van de contracten.
Maar Directeur Den Boer van de kerncentrale blijft volhouden dat openbreken van de opwerkingscontracten veel geld kost. Veel meer dan Greenpeace denkt. Argos zocht verder en ontdekte dat dat hoogstwaarschijnlijk komt door een complicerende factor in het contract tussen de kerncentrale in Borssele en de Franse opwerkingsfirma Cogema. Er is namelijk een derde partij in het contract, zoals Den Boer in een gesprek met Argos duidelijk maakt.
Tekst 8-A
Om dat te begrijpen moeten we terug in de geschiedenis van de kerncentrale Borssele. Die grootste afnemer is namelijk sinds de start van de kerncentrale in de jaren '70 het Franse staatsbedrijf Pechiney.
Tekst 9
Aan het woord is onderzoeker Stef Weijers, tegenwoordig in dienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, maar in het begin van de jaren '80 onderzocht hij als onderzoeker aan de universiteit van Nijmegen de ontwikkeling van het Sloegebied, het industriegebied bij Vlissingen aan het eind van de jaren '60. Het Franse staatsbedrijf Pechiney wilde zich daar toen vestigen, omdat het dacht te kunnen profiteren van het goedkope aardgas, dat vlak daarvoor in Nederland was ontdekt. Maar het Nederlandse ministerie van Economische Zaken weigerde tot drie keer toe. Het provinciebestuur van Zeeland was daar zo boos over dat ze de PZEM, de Provinciale Zeeuwse Elektriciteitsmaatschappij, op de Fransen afstuurde, vertelt onderzoeker Weijers, die voor zijn reconstructie onder meer gebruik mocht maken van het archief van het ministerie van Economische Zaken.
Tekst 10
Het Franse staatsbedrijf Pechiney was actief op alle terreinen van de nucleaire cyclus. Het had belangen in uraniummijnen, in de productie van splijtstofstaven voor kerncentrales - leverde die ook aan Borssele - en had ook banden met de opwerkingsfabriek Cogema, eveneens een Frans staatsbedrijf.
Pas in 1992 werden die nucleaire belangen door Pechiney afgestoten en verkocht aan onder andere - opnieuw - Cogema.
Toen eind jaren '60 de PZEM en Pechiney met de kerncentrale op de proppen kwamen, kwam bij Economische Zaken de omslag en werd ook het ministerie enthousiast.
Tekst 11
Ruime subsidie dus bij het naar Zeeland halen van de Franse fabriek. Maar daarmee was de subsidiering nog niet afgelopen. Per slot van rekening was het Pechiney om goedkope stroom te doen. De subsidie kwam de daarop volgende jaren van de kerncentrale.
Tekst 12
Pechiney chanteerde de Zeeuwse provinciale bestuurders, die de eigenaar zijn van de kerncentrale, voortdurend met sluiting en overplaatsing van het bedrijf. Chantage die soms ook door de minister van Economische Zaken werd gebruikt tegenover de Tweede Kamer. Bijvoorbeeld door de toenmalige minister Andriessen in oktober 1992, toen de Kamer discussieerde over een mogelijke sluiting van Borssele. Andriessen wees toen subtiel op de directe koppeling van de kerncentrale aan de industriële activiteiten van Pechiney.
Tekst 13
De laatste keer dat Pechiney en de Zeeuwse elektriciteitsmaatschappij botsten over de stroomprijs was in 1994. Pechiney vond de stroomprijs weer eens te hoog en wilde niet meebetalen aan de gestegen kosten voor de verwerking van het nucleaire afval van de kerncentrale. Het conflict werd voorgelegd aan een onafhankelijke arbitragecommissie en Pechiney kreeg gelijk. Zo voordelig zijn de contracten die ruim 25 jaar geleden zijn afgesloten, voor Pechiney. En in die contracten tussen Borsele en Pechiney is ook de opwerking door Cogema geregeld, zo geeft directeur Den Boer van de kerncentrale toe, als hij tegenover ons de redenen opsomt waarom hij aan het opwerkingscontract vastzit.
Tekst 14
Directeur Den Boer onthult hier een van de tot nu toe geheim gebleven onderdelen van het opwerkingscontract: naast Borssele en Cogema is ook Pechiney partij. Dat wordt nog eens bevestigd door Mark Hibbs, een Amerikaanse journalist die in Bonn werkt als redacteur van de gezaghebbende tijdschriften 'Nuclear Fuel' en 'Nucleonics Week'. Dit zijn onafhankelijke vakbladen die zeer nauwe contacten onderhouden met de nucleaire industrie.
Tekst 15
De tip die journalist Hibbs kreeg houdt in dat er een 'deal' gesloten zou zijn. Een deal tussen drie partijen: de kerncentrale Borsele, de aluminiumproducent Pechiney en de Franse opwerkingsfabriek Cogema. In ruil voor de levering van goedkope energie door de kerncentrale aan de aluminiumfabriek, zou de kerncentrale - door bemiddeling van Pechiney - goedkoop zijn afval kunnen laten opwerken door Cogema.
Hibbs mag niet verklappen wie de tipgever was. Maar het ging, zo zegt hij, om een insider uit de Nederlandse nucleaire industrie.
Als we navraag doen over deze deal bij directeur Frijlink van Pechiney, zegt deze in eerste instantie dat het allemaal op een misverstand moet berusten. Maar als we nader doorvragen over details van de contracten, is zijn enige antwoord: geen commentaar. "WE hebben 25 jaar nooit inhoudelijk gesproken over ons contract. Ik betreur het als Den Boer zich niet aan die afspraak heeft gehouden", aldus de directeur van Pechiney.
Tekst 16
Wat er in de nabije toekomst ook wordt besloten over de opwerking, feit is dat er in Frankrijk nu al een behoorlijke berg met Nederlands plutonium ligt. Daar moet sowieso iets mee gebeuren.
Greenpeace heeft voorgesteld het plutonium maar weer met het kernsplijtingsafval te mengen en dan in glas gegoten bij de COVRA op te slaan. Zou dat kunnen, vragen wij aan COVRA-directeur Codee.
Tekst 17
Uit ambtelijke kringen in Den Haag hebben wij de afgelopen weken begrepen dat het ministerie van Economische Zaken in de aangekondigde regeringsnotitie aanstuurt op voortzetting van de opwerking. Toch heeft ook het ministerie van Economische Zaken in het verleden al eens laten doorschemeren niet meer zo veel te zien in opwerking. Dat wordt bevestigd door COVRA-directeur Codee.
Tekst 18
Dus al in 1989 was ook Economische Zaken niet meer zo enthousiast over opwerken, ook al werd naar buiten toe het officiële standpunt pro opwerken uitgedragen.
Bij een ander betrokken ministerie, dat van Buitenlandse Zaken, bestaat zelfs grote bezorgdheid over de opwerking en de grote hoeveelheid plutonium die daarbij ontstaat. Naar buiten toe laat het ministerie daar meestal niets van merken. Maar tijdens een discussie in Amsterdam gaf topambtenaar Gevers van Buitenlandse Zaken, hoofd Afdeling Nucleaire Aangelegenheden, twee jaar geleden blijk van grote ongerustheid.