Argos
IJburg
Amsterdam wil de nieuwe wijk IJburg aanleggen op nog geen zestig meter afstand van de zwaarst vervuilde gifbelt van Nederland: de Diemerzeedijk. Argos duikt in de geschiedenis van deze voormalige stortplaats waar in de jaren zestig en zeventig chemicaliën vanuit heel Europa in de openlucht werden verbrand. Kunnen de 40.000 toekomstige bewoners van IJburg straks wel veilig wonen en recreëren op hun nieuw aangelegde eilanden?
------------
Naar aanleiding van de plannen van de gemeente Amsterdam voor de aanleg van de woonwijk IJburg, een reportage over de vervuiling van de Diemerzeedijk, die op zestig meter afstand van de nieuw te bouwen woonwijk ligt. In de jaren '60 was er op de Diemerzeedijk een bedrijf gevestigd dat chemisch afval verbrandde in de open lucht, waardoor afval niet alleen de grond, maar ook het aangrenzende IJsselmeer met o.a. dioxines vervuilde.
Het programma bevat een bezoek van de verslaggeefster aan de Diemerzeedijk en interviews met:
- een voormalig medewerker van de Amsterdamse reinigingsdienst, die werkzaam was op het terrein;
- een man die al dertig jaar vlak naast de Diemerzeedijk woont;
- J. Cleij, directeur Milieudienst Amsterdam;
- Kees Olie, milieuchemicus die de grond onderzocht;
- de heer Abelman, hoofd afdeling watersystemen van Rijkswaterstaat;
- Wendela Tenner, fysisch geografe die als onderzoekster is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gespecialiseerd is in bodemsanering.
Tevens bevat het programma een citaat uit een brief die Gedeputeerde Staten in augustus 1990 aan minister Alders van VROM zond, waarin gepleit wordt voor sanering van het vervuilde gebied.
---------
Inleidende teksten:
Tekst 1
Een bezoeker aan een expositie in de Zuiderkerk in Amsterdam. Een expositie over IJburg, de nieuwe woonwijk die de gemeente Amsterdam in het IJsselmeer wil bouwen. Een wijk met veel ruimte, groen en water. Ook een wijk, die omstreden is, omdat de bouw ervan de ecologische waarden van het IJsselmeer zal aantasten. Begin volgend jaar wordt daarom hoogstwaarschijnlijk een referendum gehouden over IJburg.
Veel minder bekend is dat de nieuwe wijk IJburg is gepland op nog geen 60 meter afstand van Nederlands zwaarst vervuilde gifbelt: de Diemerzeedijk. Amsterdam is er tot nu toe goed in geslaagd de Diemerzeedijk buiten de publiciteit over IJburg te houden. Argos duikt vandaag in de geschiedenis van deze voormalige stortplaats waar in de jaren '60 en '70 chemicaliën vanuit heel Europa in de open lucht werden verbrand. Kunnen de 40.000 toekomstige bewoners van IJburg straks wel veilig wonen en recreëren op hun nieuw aangelegde eilanden?
Tekst 2
De ontploffende vaten schoten tot in het Amsterdam-Rijnkanaal. Ook nadat de gemeente Amsterdam de firma Goede zijn vergunning had afgenomen. Dat gebeurde in 1968 vanwege toenemende protesten vanuit de bevolking van Diemen, die als de wind verkeerd stond de zwarte roetwolken over zich heen kreeg. Maar Amsterdam ging toen zelf, zij het op kleinere schaal, gewoon door met het verbranden van chemicaliën op het terrein. En de vrachtwagens met kentekens vanuit heel Europa bleven komen, vertelt Henk Griffioen. Ook toen de buitenlandse kentekens werden verboden.
Tekst 3
Begin jaren '70 hield ook de gemeente Amsterdam op met de verbranding van chemicaliën in de open lucht. De brandplaats werd gesloten. Vanaf dat moment weken de giftransporteurs uit naar de naast de brandplaats gelegen puinstort, ook op de Diemerzeedijk. Die werd beheerd door de Dienst Stadsreiniging van de gemeente Amsterdam. Officieel mochten op de puinstort geen chemicaliën worden gestort. Klaas den Ouden werkte op die puinstort als zuigbootschipper.
Tekst 4
Klaas den Ouden zag vanaf zijn schip de vracht- en tankauto's af en aan rijden op de puinstort. Wagens van chemische bedrijven zoals Akzo Ketjen, Philips Duphar, Marbon en Bayer. En dat was alleen nog maar overdag. Maar ook 's nachts en in de vroege ochtend was er volop activiteit op de puinstort, vertelt Henk Griffioen.
Tekst 5
Als we deze verhalen voorleggen aan directeur Cleij van de Amsterdamse Milieudienst, zegt hij niets van dit soort praktijken te weten. Maar uit documenten van diezelfde Amsterdamse Milieudienst uit 1989 blijkt dat er op de puinstort naar schatting 1 miljoen 800 duizend kubieke meter met chemicaliën verontreinigde grond ligt. Zuigbootschipper Klaas den Ouden ondervond aan den lijve dat er niet alleen puin lag.
Tekst 6
Eind jaren '70 werd ook de puinstort aan de Diemerzeedijk gesloten. De keet van de stadsreiniging verdween, net als de slagboom; het gebied werd zonder enige maatregel verlaten. Na een strenge winter werden alle dijkjes die zowel de voormalige chemische brandplaats als de puinstort scheidden van het IJsselmeer door kruiend ijs verwoest. Vanaf dat moment vielen stukken van het vervuilde terrein ten prooi aan de golven van het vaak woelige water. In korte tijd sloeg een stuk van 40 bij 100 meter van de brandplaats weg. Henk Griffioen die naast het terrein woont belde regelmatig met de gemeente dat er moet worden ingegrepen. Ten einde raad schreef hij een brief aan de gemeenteraad. Pas een half jaar later kwam een delegatie van de gemeenteraad kijken.
Tekst 7
Tegenover het Amsterdams Stadsblad verklaarde de door Griffioen genoemde milieuambtenaar Heida begin jaren '80 dat er inderdaad wat afkalving had plaatsgevonden. Maar volgens hem was er geen sprake van een gevaarlijke situatie. In diezelfde tijd werd ook bekend dat het chemische bedrijf Philips-Duphar grote hoeveelheden dioxine had laten verbranden op de Diemerzeedijk. Eveneens begin jaren '80 ontwikkelde Amsterdam het nieuwbouwplan 'Nieuw Oost', een soort voorloper van het huidige IJburg. Daarom liet de gemeente monsters nemen om erachter te komen hoe erg de vervuiling op de Diemerzeedijk was. Voor de analyse werd Kees Olie aangetrokken. Olie, milieuchemicus en specialist op het gebied van dioxine-onderzoek, maakte naam bij het onderzoek naar de met dioxines vergiftigde Volgelmeerpolder, de tot dan toe meest verontreinigde plek van Nederland. Maar op de Diemerzeedijk was het ook goed mis, ontdekte Olie.
Tekst 8
Terwijl mensen als Olie en instanties als Rijkswaterstaat wezen op het gevaar dat de vervuiling zich verder in het IJsselmeer verspreidde, deed Amsterdam helemaal niets. Zelfs niet toen uit onderzoek bleek dat paling die in de buurt van de stortplaats gevangen werd, vol met dioxines zat. En ook niet toen uit eigen onderzoek van de gemeente in 1986 duidelijk werd dat de vervuiling zich langzaam via het grondwater verspreidde in de richting van het IJsselmeer. Waarom nam Amsterdam zo'n lakse houding aan? Direkteur Cleij van de Amsterdamse Milieudienst.
Tekst 9
Voormalig zuigbootschipper Klaas Den Ouden bij een van de meertjes waaruit het zuurteer omhoog welt. Het zuurteer dat als stroop over grote delen van de voormalige brandplaats is uitgestroomd vraagt bij sanering speciale maatregelen. Dat ontdekte ook de provinciale saneringswerkgroep die in 1990 met een voorstel kwam om de vervuiling van de Diemerzeedijk nu eindelijk serieus aan te pakken. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en de provincie Noord-Holland. De fysisch geografe Wendela Tenner onderzoekster aan de Vrije Universiteit en gespecialiseerd in bodemsanering, zat in de werkgroep namens de Noord-Hollandse Milieufederatie.
Tekst 10
De werkgroep was het unaniem eens over het saneringsvoorstel, dat vervolgens naar het ministerie van VROM werd gestuurd. Want VROM moest de sanering voor het grootste deel financieren.
In augustus 1990 schreven Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan minister Alders:
"De verbranding en storting van chemisch afval hebben geleid tot een zeer heterogeen verontreinigingspakket. De recentelijk opwellende zuurteerput toont aan dat de mobiliteit van de verontreiniging niet alleen beperkt is tot het grondwater. De zeer ernstig verontreinigde cocktail van stoffen heeft gedeeltelijk een onvoorspelbaar gedrag en risico voor het milieu. Hierdoor biedt een passieve isolatie of een actieve onttrekkingsvariant geen volledige zekerheid in het tegengaan van verspreiding en blootstelling op lange termijn."
Het antwoord van Alders kwam al een maand later. Wendela Tenner:
Tekst 11
Bodemsaneringsdeskundige Wendela Tenner heeft geen vertrouwen in de oplossing waarvoor de gemeente Amsterdam nu heeft gekozen: de vervuiling wordt alleen maar ingepakt met damwanden en afgedekt met folie, niet weggehaald. Een oplossing, die diezelfde gemeente zes jaar geleden nog onverantwoord vond. Maar de gemeente heeft nu haast. IJburg moet worden gebouwd. En dat kan alleen maar als de Diemerzeedijk - waar in de IJburg-plannen een recreatiegebied komt - is gesaneerd, of dat nu grondig gebeurt of niet. Ook dioxine-deskundige Kees Olie vindt dat je niet zomaar iets kan inpakken waarvan je niet weet hoe zich gaat ontwikkelen.
Tekst 12
Directeur Cleij van de Amsterdamse Milieudienst geeft toe dat het huidige saneringsplan niet de meest ideale aanpak is.
Tekst 13
Omdat IJburg er kost wat kost moet komen, wordt de gifbelt op de Diemerzeedijk niet grondig opgeruimd. Volgens de gemeente Amsterdam kan dat zonder risico's, ook al komen sommige woningen van het toekomstige IJburg maar 60 meter van de gifbelt te liggen. Maar volgens geografe Wendela Tenner van de Vrije Universiteit vormt het gif van de Diemerzeedijk een bom onder de IJburg-plannen.
Tekst
Klaas den Ouden over de zwaarst verontreinigde gifbelt van Nederland, de Diemerzeedijk in Amsterdam. Den Ouden werkte jarenlang op de stortplaats en zag wat daar in de loop van de tijd in de grond verdween. Nu maakt hij zich zorgen. Zorgen over de plannen van de gemeente Amsterdam. Want Amsterdam wil op nog geen 60 meter afstand van de plek waar in de jaren '60 het zeer giftige agent orange werd verbrand en gestort 18.000 woningen bouwen