Argos
Gonsalves (Deel 2)
R. Gonsalves, nu procureur-generaal bij het Hof Den Bosch, werkte in de periode 1958-1960 als bestuursambtenaar in de Baliem-vallei. Uit documenten blijkt dat Gonsalves zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdaden, doodslag, poging tot doodslag en martelingen in voormalig Nederlands-Indië. Gonsalves komt niet voor de rechter. Hoe de normale rechtsgang moet wijken voor de politieke belangen van het moment. - vervolg
Waarin o.a.:
PG von Meyenfeldt advies vraagt aan Mr. G. E. Langemeyer, procureur-generaal bij de Hoge Raad en destijds de hoogste functionaris in het OM, of het landsbelang zich verzet tegen hervatting van zijn onderzoek naar de wandaden van Gonsalves. Langemeijer antwoordt dat hij zich hierover geen oordeel kan vormen, maar schaart zich achter von Meyenfeldt.
R. Gonsalves, procureur-generaal bij het Hof Den Bosch, werkte in de periode 1958-1960 als bestuursambtenaar in de Baliem-vallei. Uit het dossier van de PG von Meyenfeldt blijkt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdaden, doodslag, poging tot doodslag, martelingen, etc. Von Meyenfeldt wordt in zijn onderzoek tegengewerkt.
-----
PERSBERICHT 17 juni 1994
Het verborgen verleden van Procureur Generaal mr. R.A. Gonsalves.
Hieronder volgen citaten uit het dossier dat openbaar is gemaakt in het VPRO-radio programma Argos over het optreden van Procureur Generaal Gonsalves in Nieuw Guinea.
Van deze citaten mag alleen gebruik worden gemaakt met bronvermelding.
Korte Inleiding
Gonsalves werd in 1932 in Heerlen geboren. In 1954 slaagt Gonsalves voor zijn doctoraal examen Nederlands Recht aan de Universiteit van Leiden. Vanaf dat moment maakt hij carrière in diverse overheidsfuncties, vooral het Openbaar Ministerie. Eerst als gewoon officier van Justitie in Roermond, Maastricht en Almelo. In 1979 wordt hij in die laatste plaats hoofdofficier.
In Nederlands Nieuw Giunea. was Gonsalves van 1956 tot 1962 Ambtenaar Binnenlands Bestuur. Ook daar viel Gonsalves op door zijn ambitie. Op z'n achtentwintigste kreeg de jonge bestuursambtenaar al de orde van Oranje Nassau opgespeld.
Gonsalves wordt controleur eerste klas in de Baliemvallei. Hij is alleen verantwoording schuldig aan de resident in Hollandia, de hoofdstad.
De dossiers over het functioneren van Gonsalves in die Baliemvallei van januari 1958 tot januari 1960 zijn geheim. Ze zijn meer dan dertig jaar gesloten geweest.
Aspirant-controleur J. Broekhuyse werkte onder Gonsalves in de Baliem. Hij bericht aan de resident hoe hij er getuige van is wanneer Gonsalves persoonlijk Dani's (papoeas) afranselt:
"GOUVERNEMENT VAN NEDERLANDS NIEUW-GUINEA
Exploratieressort Oost-Bergland
Ond.: Rapport betreffende houding en handelingen van de Controleur B.B. Mr. R.A. Gonsalves, samengesteld in opdracht van de Resident van Hollandia.
Ondergetekende verklaart de vavolgende houding en handelingen van de Controleur B.B. Mr. R.A. Gonsalves geconstateerd te hebben ten dele door eigen aanschouwing, ten dele van derden vernomen.
Uit eigen aanschouwing:
Met stelligheid herinner ik mij, dat een Dani op een namiddag op de post kwam om aangifte te doen van diefstal van of een vrouw of een varken. Nadat de Dani hieromtrent gehoord en verhoord was werd door de Controleur vastgesteld, dat de man gelogen had, waarna de Controleur persoonlijk en eigenhandig de betreffende Dani vijfentwintig slagen met de gummi¬stok toediende op zijn achterwerk. tot dat doel werd de Dani in de wacht tussen 4 agenten strak gespannen en verrichte de Controleur zijn werk. Na deze behandeling viel de Dani flauw. Hij werd met een emmer water overgoten, kwam bij en werd vervolgens of in de gevangenis opgesloten, of naar huis gestuurd.
Andermaal kwam ik juist op de post terug, nadat een Dani was afgeranseld. De Controleur stond nog van woede trillend bij de ingang van de post aan de rivierzijde en vertelde mij, dat iemand hem met een bijl had bedreigd en na een stevig pak ransel of in de boei werd opgesloten, of naar huis gestuurd. Bij navraag bleek mij echter, dat de toedracht anders geweest was. De betreffende Dani was op de post gekomen om welke reden dan ook en droeg een bijl op zijn rug naar landswijze. In het gesprek met de Controleur heeft de laatste gepoogd hem een vuistslag te geven, bij welke gelegenheid de Controleur zich schramde aan de bijl, die de Dani ter afwering van de slagen gebruikte. De Controleur toonde mij een klein sneetje in zijn hand.
Een andere keer werd een Dani afgeranseld, omdat hij zijn naam niet wilde zeggen. Bij vele primitieve stammen bestaan naamtaboes i.c. het verbod om de eigen naam uit te spreken. De man werd geslagen totdat hij, of één van de omstaanders, zijn naam noemde.
Meerdere keren maakte ik mee, dat Dani's op de post kwamen om de Controleur te spreken, of uit nieuwsgierigheid om te kijken hoe het op de post toeging. De betreffende Dani's werden dan dikwijls afgesnauwd en weggejaagd, of in de gevangenis gestopt, of met opsluiting bedreigd.
De motivering van de Controleur om zich zodanig te gedragen was altijd, dat "wij" terug moesten naar de tijd van de lijfstraffen en hij deed het voorkomen alsof zijn optreden geheel de instemming genoot van zijn superieuren.''
Tot zover de verklaring van Broekhuyse.
Inspecteur van politie E.H. Markhorst wordt in juni 1959 naar de Baliem gestuurd en werkt daar onder Gonsalves. Op 20 juni 1960 legt hij een verklaring af naar aanleiding van een telefonisch verzoek van de resident van Hollandia over een incident dat zich voordeedop 6 of 7 december 1959, waarbij controleur Gonsalves een Dani (broer of neef van Wennekoliek) doodschoot:
"Op de bewuste dag liep de controleur Gonsalves met 5 agenten in het Ibele-gebied, waar door hem een varkensdiefstal werd onderzocht. Toen nu de patrouille terugliep, werd zij achtervolgd door twee agenten die in hinderlaag liggen. Toen de groep krijgers vlak bij was, sprong de controleur tervoorschijn. Hij loste een schot met zijn jungle carabijn en trof een Dani in zijn achterhoofd. Agenten vertelden mij, dat de kogel een groot gat in het voorhoofd van de man had geslagen.''
Tot zover de verklaring van Markhorst.
Een van de ernstigste feiten die Gonsalves worden aangerekend is het doodschieten van Papoea-hoofdman Pumansilon en zijn adjudant Iljakot in 1959. Gonsalves' opvolger Schneider krijgt van de resident de opdracht ter plaatse de gebeurtenissen te reconstrueren. Hij bericht de resident hoe Gonsalves zelf hoofdman Pumansilon met zijn jungle-karabijn doodschoot nadat die een speer naar hem wierp. Een van de veldwachters in het gevolg van Gonsalves, schoot vervolgens de adjudant van Pumansilon dood. In een verklaring van 12 juni 1960 schrijft mr. C.J. Schneider:
"In het gebied Ibele-Kimbin, waar ondergetekende in verband met de moeilijkheden aldaar, in de maanden maart-mei 1960 verschillende malen heeft getourneerd, bleek dat de bevolking een ontzaggelijk angst voor 'het HPB met de baard' koesterde. Op vele plaatsen werd slechts contact gemaakt nadat met ondergetekende's baardloze gezicht had gezien en ondergetekende zijn geweren en agenten achter had gelaten en alleen de bevolking tegemoet ging.
Ondergetekende heeft tijdens zijn thans drie maanden durende verblijf in de Baliem veel verhalen gehoord over op de vlucht neergeschoten krijger, gericht vuur op groepen vluchtenden bij nadering van patrouilles van de Controleur, mishandeling met de wapenstok door agenten en door de Controleur zelf. Tijdens ondergetekende's patrouilles is het noodzakelijk de agenten scherp in de gaten te houden aangezien zij bijzonder vlug trigger-happy zijn en enige malen luid tegen elkaar: Het vorige HPB zou allang opdracht tot vuren hebben gegeven."
Wamena, 12 juni 1960
De Controleur t/b in de Baliem
Mr. C.J. Schneider
(pseudoniem F. Springer)