Argos
nasleep IRT-affaire
Een lang interview met Ko Wierenga, voorzitter van de Bijzondere Onderzoekscommissie die de IRT-affaire onderzocht. Hij vindt dat de hoofdrolspelers in de IRT-affaire uit het Amsterdamse OM en de Amsterdamse politie eigenlijk alsnog de eer aan zichzelf moeten houden en opstappen.
Aanleiding interview is de brief van Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer waarin hij verantwoording zou afleggen.
-----
Draaiboek Wieringa Afwikkeling IRT
NB 101557.1. Kopfragmenten.
In: Er mag dat is ook mijn stellige mening
( 1. Van Thijn: niets in de doofpot)
2. Kruizinga: er zijn nogal wat hoge in betrokken, bang dat de zaak wordt afgedekt.
3. Lubbers: niet koppensnellen.
4. Wieringa: Vreemd als ze gewoon kunnen blijven zitten.
5. Hirsch Ballin: Dat is waar maar in het IRT debat is klare taal gesproken, koppenrollen is niet nodig.)
Uit: dank U wel. 3.10.
NB 101557.2. Van Thijn
In: D'r zijn twee mogelijkheden
Uit: wel door de beugel kon. 1.43.
NB 101557.3.Wierenga-Over werkelijke oorzaak opheffen IRT
In: Ik kan U ook zeggen dat de werkelijke oorzaak
Uit: en A'dam wilde d'r niet aan en dan zit je in een, patstelling. 1.30.
NB 101557.4.Wierenga- Over 'omstreden' werkmethode
In: D'r staat dat de omstreden methode
Uit: afwijkt van wat vele anderen gezegd hebben. 2.32.
NB 101557.5.Wierenga-Aanbevelingen: centraal aangestuurde teams
In: Wij vinden en dat hebben we hier zeker
van geleerd besluitvorming in heel
Nederland hetzelfde
teams selfsupporting afgeschermd
need to know niet nice to know
gezag bij OM
Uit: niet weer moeten voorkomen. 2.22.
-----
Persbericht van 20 mei 1994
WIERENGA: IRT-HOOFDROLSPELERS MOETEN ALSNOG OPSTAPPEN.
K. Wierenga, de voorzitter van de Bijzondere Onderzoekscommissie die de IRT-affaire onderzocht, vindt dat de hoofdrolspelers in de IRT-affaire uit het Amsterdamse OM en de Amsterdamse politie eigenlijk alsnog de eer aan zichzelf moeten houden en moeten opstappen. Dat zei Wierenga vanmorgen in Argos.
"Als ik zelf in mijn functie van burgemeester zo'n lawine van kritiek over me heen gekregen had, dan denk ik dat de gemeenteraad hier in Enschede tegen mij gezegd had: meneer, probeer nu zo gauw mogelijk een andere baan te zoeken, want wij zijn u liever kwijt dan rijk", aldus Wierenga.
Wat de hoogste politiek verantwoordelijken betreft vindt Wierenga dat minister Van Thijn van Binnenlandse Zaken duidelijk minder blaam treft dan minister Hirsch Ballin van Justitie.
"De burgemeester van Amsterdam hebben wij niet gekritiseerd, niet omdat hij nou toevallig minister was geworden, maar omdat wij vonden dat hij in die zaak als korpsbeheerder maar een marginale verantwoordelijkheid had. Het was primair een justitiële zaak. Wij hebben onze kritiek daarom met name op de justitiële mensen gericht. Dan vind ik niet dat Van Thijn in de positie zat om terug te moeten treden. Ik vond dat niet nodig."
Meer aarzeling heeft Wierenga over de positie van minister van Justitie Hirsch Ballin.
"De heer Hirsch Ballin had een grotere verantwoordelijkheid ervoor dan meneer Van Thijn. Dat hoeft nog niet altijd te betekenen dat je weggaat. Ik heb wel uit zijn hele reactie begrepen dat hij het een uiterst moeilijke affaire heeft gevonden."
Dat de twee verantwoordelijke ministers zijn aangebleven is volgens Wierenga geen reden om dan ook maar maatregelen tegen anderen achterwege te laten.
Wierenga laakt verder de trage reactie van de beide ministers.
"Wij hebben dat Kamerdebat gehad op 7 april, we zitten nu dus zes weken later, dat is eenzelfde periode als waarin wij dat hele dikke rapport hebben gemaakt. En dat men er dan precies even lang over doet om een paar gesprekken te voeren, terwijl wij 53 gesprekken gevoerd hadden en zij twee, dan hebben ze er eerlijk gezegd niet hard aangetrokken. Ik vind dat er op dit punt traag, veel te traag is gewerkt. Dit krijgt niet de schoonheidsprijs, om het zachtjes uit te drukken."
De inhoud van de brief van gistermiddag heeft zijn irritatie over de hele gang van zaken niet verminderd:
"Het is niet de vrolijkste middag voor mij."
Overigens is volgens Wierenga niet alleen de ruzie tussen de beide ministers reden geweest voor het lange uitblijven van de brief aan de Tweede Kamer. Hij wijst op een saillant verschil tussen het perscommuniqué dat Hirsch Ballin uitgaf, onmiddellijk nadat hij een functioneringsgesprek had gevoerd met de top van het Amsterdamse OM, en de brief die er nu ligt.
"De Amsterdamse Procureur-generaal kreeg een soort mentor boven zich,als het ging over de bestrijding van de zware georganiseerde criminaliteit in de persoon van de procureur-generaal uit Den Bosch, de heer Gonsalves. Die zin is ineens uit de brief verdwenen." Dit wijst volgens Wierenga op onenigheid tussen minister Hirsch Ballin en "zijn achterban", het OM, en is ook een van de redenen geweest voor het lange uitblijven van de brief.
-----
Bestand afkomstig van cassette van de afdeling Publieksservice van de VPRO