Argos
Bosnische vluchtelingen
Verslaggever Irene Houthuijs reist mee met een aantal particulieren die op eigen initiatief vluchtelingen ophalen uit voormalig Joegoslavië. Een reportage over een groep Nederlandse ondernemers die nu al voor de vijfde keer met een bus Bosnische vluchtelingen ophaalde in Zagreb. Ondanks de steeds kariger houding van de Nederlandse regering nemen de particuliere initiatieven toe.
Draaiboek en inleidende teksten:
Cor Galis + Tune
B. Fernhout.
in Men is passief gebleven
uit en te beschermen. 0.35.
tekst 1.
De Nijmeegse hoogleraar Europees migratierecht, Fernhout, twee maanden geleden in ARGOS. Hij verwijt de Nederlandse regering, en hij is niet de enige, passiviteit. Het begon allemaal zo mooi, met plechtige verklaringen over onze verbondenheid met de Bosnische vluchtelingen. Het beleid, zo beloofde de Nederlandse Regering een jaar geleden nog, zou rechtvaardig en vooral ruimhartig zijn. En inderdaad kwamen er twee konvooien met vluchtelingen naar Nederland. Maar daar bleef het bij. De regering wacht nu vooral af. De politici lopen zich warm voor de komende verkiezingen en filosoferen liever over de vraag of Nederland vol is.
Optrekken bus)
uit knolvenkel 1.52.
tekst 2.
Een paar weken geleden, een dinsdagochtend. Deventer.
Een beetje ouderwetse touringcar met een Bosnisch kenteken, vertrekt naar Zagreb. De bemanning: Sef Swinkels, student tropische landbouw, mee voor de verzorging dus. Cor Feenstra, chauffeur.
Kees van Es, voormalig ambtenaar.
Marcel X, een ondernemer wiens achternaam wij op z'n eigen verzoek niet noemen, "Stel je voor dat de mensen denken dat ik er munt uit wil slaan".
Assiem Joesietsj, erkend vluchteling en voormalig buschauffeur in Sarajevo. Zijn werkgever in Sarajevo vroeg hem of hij de bus kon meenemen, in Sarajevo was de kans te groot dat de bus de oorlog niet zou overleven.
Het begon allemaal een jaar geleden. Marcel, eigenaar van een grote lunchroom in Deventer, zit voor de televisie en ziet beelden van uitgemergelde Joegoslavische kinderen in een vluchtelingenkamp. Marcel en zijn vrouw Erna hebben die dag de kerstpakketten voor het personeel ingepakt. De beelden op televisie raken hen die avond dieper dan anders. Dan ontstaat het idee om de kerstpakketten naar de vluchtelingen in de kampen in Kroatië te brengen. Marcel belt met andere ondernemers uit de buurt en met de regionale krant. Een paar dagen later stromen de kerstpakketten van alle kanten binnen. Een plaatselijke koeriersdienst en een vervoerder stellen twee busjes en een vrachtwagen ter beschikking. Op tweede kerstdag vertrekt het afgeladen konvooi vanuit Deventer naar Zagreb.
Vanaf die tijd volgen er meer reizen naar Joegoslavië. Vooral om Bosnische vluchtelingen op te halen. In juli van dit jaar richt Marcel met vrienden de organisatie SPAPO op. SPAPO de afkorting van het Bosnische woord voor gezinshereniging.
Een paar weken geleden gingen ze voor de vijfde keer.
(Duitse radio, actualiteiten) 1.15
Behalve dozen met winterkleding en dekens, vuilniszakken met babykleertjes en grote roze en blauwe pluche beren is ook onze verslaggeefster Irene Houthuijs aan boord.
De Bosnische bus is pas twee jaar oud maar vertoont vele mankementen. Bij iedere stop, gooit chauffeur Assiem liters olie in de tank. De motor is afkomstig van een andere bus en is tenminste tien jaar oud, wieldoppen ontbreken en de bus zit vol krassen en deukjes. In Duits-Limburg al, manifesteert zich het eerste mankement.
in lukt het nou met de reparatie
uit gelach. 1.06.
tekst 3.
Anderhalf uur later is de bus provisorisch gerepareerd en rijden we verder richting München en de Duits-Oostenrijkse grens. Aldaar, mindernacht, grijs, grauw, koud en veel bureaucratisch gezeur.
in Wir fahren nur
uit allemaal heel belangrijk. (lachje) 0.26.
MUZIEKBRUG.
tekst 4.
Vijf en een half uur later en 300 kilometer verder.
in Nou, ik heb nog een schorre stem van de slaap
uit papieren zijn goed. 1.04.
tekst 5.
De papieren zijn goed, dus Oostenrijk uit en honderd meter verderop de douane van Slovenië. Eerst komt een douanier de bus inspecteren. Dan mee het kantoor in. De paspoortcontrole is geen probleem maar de meegenomen hulpgoederen moeten wel ingeklaard worden. Maar hoe? Van loket naar loket, van onwillige ambtenaar naar nog onwilliger ambtenaar.
in Wir sind
uit in autobus (+ decor typemachine) 0.40.
tekst 6.
Het begint al een beetje te schemeren als we door Slovenië rijden. Op naar de volgende, nieuwe grens, die tussen Slovenië en Kroatië. Nog maar noodbarakken in een dal. En een grens zou geen grens zijn in deze regio als er niet een rituele dans van formaliteiten zou moeten plaatsvinden.
MUZIEKBRUG.
(achtergrondgeluid in rijdende bus) (2.30)
(Muziek voorafgegaan door mitrailleurschoten) (2.45)
Tekst 7.
Woensdagochtend, elf uur, aankomst in Zagreb. Drie uur later dan gepland. Alles wat we tot nu toe van de oorlog hebben gemerkt was het zicht op een vluchtelingenkamp aan de buitenkant van Zagreb, vier jeeps van de UN en veel auto's zonder nummerbord. Volgens Kees zijn dat door het Kroatische leger gevorderde auto's. Het front ligt veertig kilometer ten zuiden van deze stad. Hier in Zagreb gaan we eerst op bezoek bij de Nederlandse consul op de Aveni Boekovar, alweer, ook hier, voor formaliteiten. Marcel en Kees hebben zich er voor omgekleed en geschoren voordat ze de bus uitstappen.
(bezoek aan consul)
in (ppfff, deur open, wegrijden bus)
uit voor hoeveel het geregeld is, ja 0.32
tekst 8.
Het Nederlandse consulaat, een halve etage in een groot naargeestig gebouw. Hier moeten we de visa ophalen voor de Bosnische vluchtelingen die mee naar Nederland gaan. De sfeer van het gebouw heeft zo z'n weerslag op de mensen die er werken. De Nederlandse consul, meneer Nederlof, heeft vandaag duidelijk geen zin in toestanden.
in Goedemiddag
uit alweer een geïrriteerde meneer 1.08.
MUZIEKBRUG
in Nou, dat is allemaal dus niet rondgekomen
uit band mee. 0.43.
Tekst 9. (over voorafgaande heen)
Een overvaltechniek, noemt de consul het. Vooral Marcel is geschrokken van de consul. "Een heel geïrriteerd mannetje," noemt Marcel hem, "die we uiterst voorzichtig moeten behandelen. Deze man is nieuw en we moeten heel voorzichtig manoeuvreren, we moet lief zijn voor hem." (band komt weer op)
in Nu botst eigenlijk het enthousiasme
uit dat het anders gaat, nee dat is eh 0.17.
Tekst 10.
En dan loopt de consul weer de gang op en houden Kees en Marcel hun mond en doet de verslaggeefster de band maar weer uit. Niemand wil de relatie met de nieuwe consul verstoren, het gaat immers om toestemming voor het naar Nederland halen van Bosnische vluchtelingen. Gisteravond hoorden ze dat er toestemming lag voor 18 mensen, maar de consul blijkt van niets te weten. Korte tijd later staan Kees en Marcel weer buiten. Ze kijken redelijk tevreden en stormen naar de lift. "Onder het lopen leg ik wel uit wat de consul heeft gezegd", roept Kees.
in geroezemoes
uit zorgen dat die mee terug kunnen. 2.20.
Tekst 11.
Bellen dus. Bellen met Rode Kruis en het UNHCR, het hoge comissariaat voor de vluchtelingen. Met de bus naar het Velesajem, het plein naast de jaarbeurs.
Als naar het postkantoor lopen ziet Kees opeens een bekende.
in Volgens mij staat daar mijn Avdo...
uit we staan in het postkantoor 1.17.
tekst 12.
Bij zijn bezoeken aan vluchtelingen in opvangkampen in Nederland was Kees er al meerdere malen op aangesproken. "Je moet proberen iets te doen voor de familie Bagietz." De moeder is suikerpatiënte en de dochter, Selma, is invalide door een spierziekte. Ze zijn gevlucht vanuit Dobboi in Bosnië naar het schiereiland Istrië. Achttien maanden woonden ze daar in een stal.
in Dag, goedemiddag met Kees van Es
uit met spoed een toestemming. 1.23.
Tekst 13.
Tegenslag. De contactpersoon bij het Rode Kruis is ziek. Bij de UNHCR is de contactpersoon op reis naar een andere brandhaard, Georgië in de voormalige Sovjet-Unie. De familie Bagietz zit ondertussen te wachten, niet wetende dat de papieren niet rond zijn. Ze zijn met een gehuurd busje vanuit Istrië hier naar Zagreb gekomen om met de bus mee naar Nederland te gaan. De spanning stijgt.
in Kees is nog steeds aan het bellen
uit consul dat nooit kan. 2.06.
radio Ljubljana (gesproken woord) (2.30)
Tekst 14.
Woensdagavond. Iedereen is moe. Behalve de familie Bagiets hebben we vandaag nog een familie opgepikt voor vervoer naar Nederland. SPAPO komt in contact met de vluchtelingen, door signalen van Joegoslavische vluchtelingen in Nederland. Kees bezocht al eerder vluchtelingen in Kroatië nadat hij van in Nederland verblijvende familieleden een verzoek daartoe heeft gekregen.
Maar goed, van vertrek kan deze dag geen sprake zijn. Eindelijk, een bed in hotel Universitas in een buitenwijk van Zagreb. De bus heeft drie kwartier voor het hotel gestaan terwijl Kees aan het onderhandelen was met de hotelmanager, een enorme grote dikke kerel met een zwarte snor. Hij wilde geen Bosnische vluchtelingen onderbrengen. Dat is verboden en hij is bang voor de politie. Uiteindelijk liet hij ze toch toe, voor 45 Duitse marken per persoon, een enorm bedrag voor Kroatische begrippen.
in De parkeerplaats voor het hotel
uit warme sneeuwschoenen. 2.31.
Tekst 15.
Rond twaalf uur rijdt de bus uit Zagreb en een uur later is de bus bij de Kroatisch-Sloveense grens. Nog even en dan zijn deze Bosnische vluchtelingen Kroatië uit, het land waar ze tegen hun zin in, 1,5 jaar moesten verblijven.
geluiden in stilstaande bus 1.08
Wachten. Geduldig blijven. De moet niet verliezen. Al twee uur staat de bus vast bij de grens tussen Kroatië en Slovenië. De Bosniërs snappen niet waarom het allemaal zo lang moet duren. De Kroatische politie neemt uitgebreid de tijd. Het lijkt wel alsof ze niet willen dat Bosnische moslims hun land verlaten. Ieder document, elk visum wordt aan een uitvoerige inspectie onderworpen. Sommige vluchtelingen hebben geen papieren meer, zijn ze tijdens hun vlucht verloren, of zijn vernietigd door de politie. Bijna iedereen rookt onafgebroken, soms zijn ze stil, dan lachen ze weer nerveus.
Senadid, de man die we vanochtend aantroffen op de parkeerplaats voor het hotel, zit helemaal achterin de bus.
in warum bleiben hier
uit een wanhopige man. 0.40.
Tekst 16.
Na ruim twee en een half uur wachten bij de Kroaten volgt nog een oponthoud van een uur bij de Slovenen.
Kees is ondertussen teleurgesteld over het geringe aantal Bosnische vluchtelingen dat in de bus zit. SPAPO heeft voor meer vluchtelingen visa geprobeerd te regelen, maar door misverstanden en de bureaucratie is het niet gelukt.
Maar we moeten hier in Slovenië nog een paar passagiers ophalen. Om te beginnen een 83-jarige vrouw die in een vluchtelingenkamp verblijft.
Vluchtelingenkamp Slovenië.
in
uit (gezoen). Holandoe. 1.00.
achtergrondgeluid kamp Slovenië (1.00)
Tekst 17.
Vijf houten barakken met elk 16 kamers die gevuld zijn met mensen, was die te drogen hangt, bedden, krakkemikkige tafels en stoelen. Lange gangen met schoenen voor de deuren, er hangt een indringende kooklucht. Veel vrouwen die gekleed zijn in lange, veelkleurige rokken, staan boven dampende pannen op klein fornuizen.
Rond de bus staan tientallen mensen. En er blijven maar mensen op ons afkomen. Mensen die aan onze jassen trekken en die vragen of ze mee kunnen.
Een vluchtelingenkamp in Ljubljana. Houten barakken met prikkeldraad eromheen. Zelfs Marcel en Kees zijn door wat ze hier zien een beetje aangeslagen.
in Laten we in godsnaam ons als Nederlanders gaan schamen
uit het raakt me nog altijd heel erg. 3.18.
MUZIEKBRUG.
in Uh, ik weet niet precies hoe de situatie
uit (Joego gepraat) 1.40.
MUZIEKBRUG
in (Joego) Alles, familie is overleden
uit denk dat ze dat zegt. 1.16.
tekst 18.
Donderdagavond, half zeven. Na het bezoek aan het vluchtelingenkamp bij Ljubljana rijden we nog naar een benzinepomp in de stad waar we nog een moeder met twee kleine kinderen moeten oppikken. We wachten tweeënhalf uur. Aan het einde van de avond vertrekt de bus eindelijk richting Nederland met aan boord veel minder vluchtelingen dan Marcel en Kees hadden gehoopt. Vermoeid hangt iedereen in de stoelen. De verslaggeefster kijkt de bus rond.
familie Bahic
in Kees, de opmerkelijkste mensen uit de bus
uit van hun oude leven in Doboi. 1.57.
Decor, gepraat Avdo Bahic
Tekst 19.
Avdo Bagietz' verhaal wijkt nauwelijks af van de verhalen die we inmiddels van de andere Bosnische vluchtelingen kennen. Hij woonde met zijn gezin in Doboi. In een vrijstaand huis, voorzien van alle luxe.
Kroaten, Serviërs en moslims woonden naast elkaar. Hun weekendhuisje lag in de bergen, niet ver van Dobboi. Avdo had een boekwinkel die hij samen met zijn zoon runde.
In mei 1992 escaleert de situatie in Dobboi en al snel vlucht de familie naar Istrië. Ze leven daar van een beetje spaargeld en geld dat Avdo van zijn broer kan lenen, in een stal, zonder stromend water. In augustus moeten ze zelfs die stal verlaten, en zwerven ze van adres naar adres.
in Inmiddels was de situatie in Kroatië
uit voor ons een drama geweest. 3.48.
MUZIEKBRUG
Decor, gepraat Sadeta.
Tekst 20. (voorgaand decor eronder.)
Vrijdagmiddag, op de Duitse Autobaan. Sadeta is opgetogen. Binnen enkele uren zal zij haar pasgeboren kleinkinderen in haar armen houden. Haar twee zonen wonen met hun gezin sinds 20 maanden in Kamerik. Sadeta is opgewonden en straalt. "Dit is de gelukkigste dag van mijn leven", zegt ze.
Haar man, Enes, zit twee stoelen verder. Leren jasje, donker krullend haar. Hij houdt zijn linkerhand onder zijn blauwe trui, ruim een maand geleden is hij gewond geraakt, door zijn bovenarm en borstkast geschoten. Anderhalve jaar heeft hij zijn stad Modritza verdedigd. Hij en zijn vrouw hebben elkaar acht maanden niet gezien, vooral Sadeta heeft het daar moeilijk mee gehad.
Enes en Sadeta
in Ja heel moeilijk, als een echte dame
uit zijn kinderen te bezoeken. 3.07.
MUZIEKBRUG
in Hij heeft dus aan een front gezeten
uit voor d'r geweest. 3.20.
MUZIEKBRUG
in Ik moet je ook zeggen dat ik
uit en ik vind het moeilijk om dat mensen aan te doen.
Tekst 21.
Vrijdagmiddag, half zes, eindelijk stopt de bus voor het huis van Marcel in Deventer.
aankomst (puffen busdeuren)
tekst
De vrouwen van Kees en Marcel brengen een paar uur later de familie Bagietz weg. Er is inmiddels officieel geregeld dat ze bij het opvangkamp in het Friese Langweer terecht kunnen.
Maar bij aankomst blijkt de beheerder niet aanwezig. Boven de telefoon in de recreatiezaal hangt een klein papiertje. In noodgevallen, staat erop, kan de beheerder gebeld worden.
Maar ja, wat is een noodgeval?
in Ja, en u vindt dit geen spoedgeval?
uit (ophangen telefoon) wat een zak. 0.47.
afkondiging
Uiteindelijk, na nog twee telefoontjes, is de beheerder bereid om toch te komen. Na weer flink aandringen, zegt hij ook toe een arts in te schakelen. De volgende dag ontdekt de arts dat mevrouw Bagietz een enorm tekort aan bloed heeft. Met spoed wordt ze in Leeuwarden in het ziekenhuis opgenomen.
Kroatische artsen zouden aan de Bosnische mevrouw Bagietz zeker geen bloedplasma "verspild" hebben. Mevrouw Bagietz heeft gewoon geluk gehad dat ze toevallig één van die druppels op de gloeiende plaat was van een al even toevallig particulier initiatief van zomaar een paar mensen uit Deventer.
De Nederlandse regering filosofeert ondertussen door over de mogelijkheid om de Bosnische vluchtelingen in de regio zelf op te vangen.