Meer dan 50 Koerden werden in december 2012 gearresteerd op een bijeenkomst in een vakantiepark in Zeeland, in het dorpje Ellemeet. Ze worden verdacht van deelname aan een trainingskamp van de verboden Koerdische Arbeiderspartij, de PKK. De bijeenkomst werd afgeluisterd en bij de grootscheepse politie-inval werden alle 55 aanwezigen opgepakt en enkele dagen vastgehouden. Negen Koerden werden zelfs bijna drie maanden opgesloten op de Terroristen Afdelingen in Vught en Rotterdam.

In oktober vorig jaar, dus bijna twee jaar later, kwam het Openbaar Ministerie met een concept tenlastelegging tegen vier van de aangehouden personen, die uiteindelijk als verdachten overbleven.

Waarom duurde het zo lang voordat het OM tot vervolging overgaat? Was het echt de bedoeling om strafbare feiten op te sporen of was de het bedoeling om de bijeenkomst te verstoren? Was de inval mede het gevolg van buitenlandse druk op Nederland om eindelijk eens op te treden tegen de PKK? Wat is het verband tussen de bijeenkomst in Ellemeet en een gruwelijke moord vijf weken later op drie Koerdische vrouwen in Parijs? En wat moet het Openbaar Ministerie nu verder aan met deze zaak, nu de PKK ineens een belangrijke bondgenoot geworden is in de strijd tegen IS?

Argos over een vijand die ineens bondgenoot geworden is en het Openbaar Ministerie in een lastige spagaat.